De Israëlische parlementsverkiezingen hebben een overwinning opgeleverd voor Benjamin Netanyahu zijn rechtse Likud partij. In dit interview van januari van dit jaar geeft de directeur van het Alternatieve Informatie Centrum in Jeruzalem, Michel Warschawski zijn visie op de verrechtsing in Israël. (Zie voor informatie over Warschawski en het AIC het kader onderaan dit artikel.)
In een tekst die dateert uit de zomer 2014 heb je het over de ‘fascisering’ van Israël. Wat is de oorsprong van dit proces? Is dit louter het gevolg van de staat van oorlog? Kan je stellen dat voortaan uiterst rechts regeert?
‘Ik heb het over een lang proces dat begon met de campagne van haat en delegitimering die voorafging aan de moord op Yitzak Rabin in 1995. De moordenaars van de premier hebben de macht gegrepen en zijn in feite sindsdien aan de macht gebleven. Ik sluit hier ook de periode van Ehud Barak bij in (1999-2001). Hij was weliswaar de kandidaat van de Arbeiderspartij maar hij verdedigde een uiterst rechtse politiek en heeft er alles aan gedaan dat Ariël Sharon premier zou worden en hijzelf minister van defensie.
Rechts is dus zonder onderbreking al twintig jaar aan de macht. In die jaren is de situatie gewijzigd, niet zozeer wat betreft de koloniale politiek tegenover de Palestijnen, maar wel wat betreft het interne regime in de staat Israël.
Het racisme is losgebarsten in de politieke redevoeringen, op straat en in de wetgeving met als hoogtepunt de wijziging van ‘De basiswet – Israël, natiestaat van het Joodse volk’. Er is al een reeks vrijheidsbeperkende en openlijk discriminerende wetten tegen de Palestijnse minderheid in Israël goedgekeurd, andere en nog ergere wetten zijn in voorbereiding. Het Opperste Gerechtshof dat vele jaren lang garant stond voor een systeem dat zowel met de begrippen ‘Joodse Staat’ als ‘democratische Staat’ jongleerde, is al een tijdlang het onderwerp van aanvallen van uiterst rechts. Met verschillende wetsvoorstellen willen ze de macht van het Opperste Gerechtshof inperken.
De regering (die in maart aftrad) steunde op een blok van drie uiterst rechtse partijen, waarbij Netanyahu een gematigd figuur lijkt!
Sinds vorig jaar heb ik het over fascisme vanwege deze feiten maar ook omdat hierbij ook nog het geweld tegen democratische activisten en organisaties komt. Geweld dat uitgaat van kleine fascistische groepjes maar ook van voorbijgangers. Een uiterst rechtse regering + vrijheidsbeperkende wetten + geweld dat elk kritisch denken terroriseert = fascisme.’
Israël is nu een van de staten waar de sociale ongelijkheid het sterkst is (ook onder Joden) en waar het neoliberale beleid de sociale verworvenheden ontmantelt. En toch lijkt het maatschappelijke en politieke debat in het Joodse deel van de Israëlische bevolking van buitenaf compleet te polariseren rond twee thema’s: religie en ‘veiligheid’. Is dat correct? Zijn sociale kwesties verdwenen?
‘In de groep van geïndustrialiseerde landen staat Israël op de tweede plaats wat betreft de kloof tussen arm en rijk: een zeer rijke bourgeoisie en veel zeer arme mensen. Volgens de cijfers van de Israëlische sociale zekerheid leeft 32 procent van de Israëlische kinderen – Joodse en Arabische – onder de armoedegrens! De afbraak van de verzorgingsstaat en al zijn verworvenheden is zeer hardhandig en in korte tijd gebeurd op een manier die Margareth Thatcher jaloers zou hebben gemaakt.
Maar de sociale strijd en in het bijzonder de strijd door de vakbeweging, blijft zeer beperkt. Hiervoor zijn drie redenen: het economische succes van Israël maakt het mogelijk kruimels aan de arbeiders te geven, er is heel weinig werkloosheid (minder dan 2 procent) en er is geen traditie en organisatie van vakbonden die die naam waardig zijn. 50 jaar absolute overheersing door de Histadroet, die niets te maken heeft met een echte vakbond, zelfs niet met een vakbond die gelooft in klassensamenwerking, heeft belet dat er een vorm van klassenbewustzijn is gevormd, hoe primitief dan ook. Wanneer er strijd is, blijft die beperkt tot de onderneming (meestal gaat het over ontslagen) of tot sectoren die meer geprivilegieerd en beter georganiseerd zijn zoals verpleegkundigen en leerkrachten.’
Hoe reageert de bevolking op de bezuinigingen? Wat is er verder gebeurd met de beweging van de ‘indignados’ van twee jaar geleden? Wat vertegenwoordigt de bond Koach la-Ovdim die sterker blijkt te worden ten koste van de Histadroet?
‘De beweging van de ‘indignados’ was slechts een strovuurtje: een massale mobilisatie van honderdduizenden mensen die opriepen de verzorgingsstaat te herstellen. Het heeft slechts een nationale commissie opgeleverd (de Trachtenberg commissie) … waarvan bijna alle aanbevelingen door de regering zijn verworpen.
Koach la-Ovdim is de eerste bond die onafhankelijk is van de Histadroet maar vergeleken met de Histradroet is het nog een bescheiden organisatie. Ze hebben stakingen en andere strijd georganiseerd in sommige van de meest verwaarloosde sectoren, onder andere de schoonmakers in bepaalde publieke sectoren en in een steengroeve in de buurt van Jeruzalem.
De standpunten en de identiteit van de meerderheid van de Israëlische arbeiders zijn in de eerste plaats politiek en ‘nationaal’ en hun sociale positie is veel minder van belang. Wanneer je iemand de vraag stelt wat hij/zij is, dan is het antwoord: Jood , vervolgens Israëli, en dan van Tunesische of van Russische oorsprong. Zeer zelden zal het antwoord ‘arbeider’ of ‘werknemer’ zijn.’
Wat is er gebeurd met de ‘voorstanders van de vrede’? Hebben zij nog enig gewicht?
‘Er waren ongeveer 3000 betogers tegen de aanval op Gaza. Dat is erg weinig en het waren voornamelijk uiterst linkse activisten. De massale vredesbeweging van de jaren 1980 en 1990 heeft zich nog niet hersteld van haar nederlaag in augustus 2000. Die datum betekende een breekpunt, een soort augustus 1914 (1) van de vredesbeweging: Ehud Barak keerde terug na de onderhandelingen van Camp David (die hij met medeplichtigheid van de regering Clinton heeft gesaboteerd). Hij was gekozen op basis van een alternatief voor de politiek van de bezetting gevoerd door rechts en kon zijn eigen kamp ervan overtuigen dat Yasser Arafat de onderhandelingen gebruikte om Israël in slaap te sussen, om er breuklijnen te creëren en uiteindelijk de Joden de zee in te drijven (sic!). En hij voegde hier aan toe: ‘rechts heeft gelijk, wij, de pacifisten, hebben ons vergist.’
Het probleem is dat deze megaleugen door de vredesbeweging voor honderd procent is geloofd… En Sharon is met een grote meerderheid verkozen om de door de Palestijnse Autoriteit beheerde gebieden en de enkele verworvenheden van de onderhandelingen tussen Israël en de PLO terug te draaien.
De vredesbeweging heeft zich na deze nederlaag niet hersteld, we zijn ver van een wedergeboorte van de beweging als massabeweging die in staat zou zijn invloed te hebben op de politieke keuzes van de regering.’
Je hebt uitgelegd dat een deel van Israëlisch links en van het vredeskamp, door hun ontkenning van de sociale problemen, de Sefardische Joden in de armen van de Likud en van uiterst rechts heeft gedreven, is dit onomkeerbaar?
‘De volksmassa’s en in het bijzonder de arme Joden afkomstig uit de Arabische landen (de Sefardische Joden) hebben vanaf het einde van de jaren 1970 gekozen voor rechts. Dit is niet omdat ze het eens zijn met de ideologie van een Groot-Israël, maar omdat dit een vorm van verzet is tegen de absolute, totalitaire en racistische macht – ten opzichte van niet-Europese Joden – van pseudolinks.
‘Links’ zal de kiezers uit volkse milieus niet kunnen winnen omdat links, in werkelijkheid en in zijn imago, bourgeois is en omdat haar anti-oosters racisme vast gekleefd zit aan haar identiteit. De massale immigratie van Russen heeft deze breuklijn nog dieper gemaakt. Om opnieuw een volksbasis te verwerven, moet er een nieuwe linkerzijde worden opgebouwd, maar dat zal de taak zijn van de volgende generatie.
Ondanks alles is het aantal gemengde huwelijken aan het stijgen en ik denk dat de etnische oorsprong binnen de Joods Israëlische gemeenschap stilaan aan belang aan het inboeten is.’
Wat betekent uiterst links in Israël? Anarchisten die actie voeren tegen de muur? Andere bewegingen?
‘Wat men hier radicaal links noemt is erg klein en definieert zichzelf voornamelijk rond politieke kwesties (het koloniaal conflict en de oorlogen) al verdedigt uiterst links ook een antikapitalistische lijn. Binnen de Joodse bevolking bestaat er geen partij waarbinnen ze zich zouden kunnen structureren en men vindt ze dan ook in collectieven die actief zijn rond politieke kwesties (de bezetting, racisme) of sociale kwesties als (economische vluchtelingen, vrouwenrechten, woningnood en dergelijke). Bij verkiezingen stemmen zij, bij gebrek aan beter, op een van de ‘Arabische partijen’, vooral op de Communistische Partij. Deze partij ontkent trouwens dat ze een ‘Arabische Partij’ zou zijn, al behoort 85% van haar kiezers tot de Palestijnse bevolking van Israël.
De Anarchisten tegen de Muur, bepaalde feministische organisaties, de groepen die strijden tegen de bezetting en tegen sociale onrechtvaardigheid, en ook het Centrum voor Alternatieve Informatie (AIC), vinden elkaar in specifieke campagnes (tegen de muur, tegen de fascistische groepen, voor de mensen zonder papieren, enzovoort) maar er bestaan geen permanente structuren.
Eén van de problemen waarmee we geconfronteerd worden is wat ik al jaren geleden de ‘NGO-nisatie’ van de politiek heb genoemd. Het gaat over professionalisering rond de eigen kleine winkel, met vaak een belangrijke financiële steun voor hun activiteiten van stichtingen in Europese landen. Die NGO’s doen vaak goed werk voor wat betreft informatie en bewustwording, maar ze vormen in geen geval de basis van een massabeweging. Sommigen stellen zelfs dat ze, zonder het te willen, hiervoor een hinderpaal vormen.’
Hoe evolueert de discriminatie tegen de Israëlische Arabieren? Is de scheiding tussen Israëlische Joden en Arabieren absoluut geworden? Of bestaan er nog mogelijkheden van samenwerking en strijd?
‘Sinds het jaar 2000 (in oktober 2000 beval Ehud Barak de bloedige onderdrukking van de solidariteitsbetogingen in Arabische plaatsen met de Palestijnse revolte in de bezette gebieden) zijn we getuige geweest van een breuk van het Joods-Arabische front van de beweging die zich verzette tegen de bezetting en tegen de discriminatie van de Palestijnse minderheid in Israël die 20% van de bevolking vormt. De Palestijnen komen niet meer betogen in Tel Aviv en kiezen er voor om te demonstreren in hun eigen steden en dorpen. Dat verklaart waarom de grote betogingen in de Joodse steden gekrompen zijn van tienduizenden tot enkele duizenden deelnemers.
Achter deze keuze zit er ook een wil tot autonomie, omdat in het ‘Joods-Arabisch Front’, de Communistische Partij druk uitoefende ten gunste van een Joodse hegemonie. Dit was duidelijk te zien door de aanwezigheid van Israëlische vlaggen en een oververtegenwoordiging van Joodse sprekers.
In de Knesset is de Arabische minderheid vertegenwoordigd door drie partijen die ongeveer even sterk zijn: de Communistische partij (onder de dekmantel van het Front voor Vrede en Gelijkheid), de Nationaal Democratische Hergroepering (Balad – radicale nationalisten) en de Verenigde Arabische Lijst, conservatieve nationalisten.
Een wijziging in de kieswet kan de Arabische partijen ertoe brengen in de toekomst een gemeenschappelijke lijst te vormen om nog parlementsleden te hebben. Als dit gebeurt, zou er in de volgende Knesset een Arabische parlementsvertegenwoordiging met een vijftiental afgevaardigden (op 120) kunnen zijn. 2)
Tenzij uiterst rechts er in slaagt een verbod op te leggen aan bepaalde Arabische partijen om deel te nemen aan de verkiezingen. De komende weken zullen hier van beslissend belang zijn.
Om opnieuw een Joods-Arabisch Front op te bouwen, is het noodzakelijk dat Joodse activisten bereid zijn hun wil tot hegemonie op te geven en hun steun te geven aan een beweging die in de eerste plaats een nationale Arabische beweging is.’
Welke weerklank heeft het AIC in de huidige context?
‘Het Centrum voor Alternatieve Informatie blijft, dertig jaar na de oprichting, nog steeds de enige gemeenschappelijke Israëlisch-Palestijnse organisatie. Het centrum brengt bekende en erkende activisten van Palestijns links en van antizionistische Israëli’s samen. Het werk bestaat erin informatie te geven, politieke en sociale analyses te maken (zie de site: alternativenews.org), maar haar originaliteit en belang liggen in haar keuze om een breuk te veroorzaken in de muur die de twee maatschappijen, met inbegrip van de wereld van activisten, van elkaar gescheiden houdt, en om een perspectief van samenwerking en partnerschap te realiseren tussen de bewegingen aan beide zijden van de ‘groene lijn’.
In een situatie waarin de scheiding wordt opgevat als een bijna absolute waarde, is het streven naar samen-leven uiterst revolutionair en kan ze alleen verwezenlijkt worden door gemeenschappelijke strijd.’
Van Matzpen naar CAI
Michel Warschawski is sinds vele jaren actief in Israël. In een van zijn boeken, Sur la frontière (Stock, 2002) schetst hij zijn levensloop. Zijn eerste levensjaren bracht Michel Warschawski door in de Franse stad Straatsburg. Op 16 jarige leeftijd besluit hij naar Jeruzalem te gaan om er de Talmoed te bestuderen. In 1968 wordt hij lid van de Israëlische socialistische organisatie die in 1962 was opgericht door mensen die de CP van Israël uitgezet waren en oudere activisten die beïnvloed waren door het trotskisme. De groep stond bekend onder de naam van haar krant, Matzpen (‘het kompas’ in het Hebreeuws). Matzpen was een revolutionaire organisatie. Voor haar was het zionisme een koloniaal project. Matzpen streed voor het samen-leven van Joden en Arabieren op basis van volledige gelijkheid. Vanaf 1967 roept Matzpen op voor de volledige, onmiddellijke en onvoorwaardelijke terugtrekking van Israël uit de bezette gebieden en steunt zij het recht van het Palestijnse volk om te strijden voor zijn bevrijding.
Ondanks de kleine omvang van de organisatie ondervonden de acties en standpunten van Matzpen eenweerklank en werd de organisatie door zionistisch links en rechts als een ‘binnenlandse vijand’ beschouwd. De leden werden vaak gearresteerd. Hoewel Matzpen vooral uit Joodse activisten bestond, probeerde ze zowel Joodse als Palestijnse jongeren te mobiliseren en banden met de Palestijnen in Israël en de organisaties van Palestijns links en de Arabische landen te smeden.
Vanaf de jaren 1970 ontstond binnen Matzpen een debat over de perspectieven. Matzpen en de activisten van Palestijns links beslisten in 1984 het Centrum voor Alternatieve Informatie op te richten. Het is een centrum van informatie en solidariteit waarvan Michel Warschawski de directeur is. Daarna stopt Matzpen als organisatie hoewel een aantal leden actief blijft in verschillende bewegingen. In 1989 wordt Michel Warschawski tot een aantal maanden gevangenisstraf veroordeeld wegens ‘het leveren van diensten aan illegale organisaties’ (het ging over het drukken van pamfletten).
Dit interview met Michel Warschawski werd 27 januari afgenomen door Henri Wilno, en verscheen in het tijdschrift L’Anticapitaliste n°61 (januari 2015). Vertaling en noten redactie Grenzeloos.