31 juli 1914, enkele dagen vóór een grote oorlog begint die pas na nummer 2 zal genummerd worden als Wereldoorlog I: In Parijs wordt de socialistische voorman Jean Jaurès vermoord. De moordenaar, een “patriot” voor wie Jaurès, pleitbezorger van vrede, een verrader van het vaderland is. Jaurès’ misdaad was samen te vatten in die ene zin: “Le capitalisme porte en lui la guerre comme la nuée porte l’orage”.
Pacifist
Jaurès was een van de grote historische figuren van het Franse socialisme. Hij was eind 19de eeuw woordvoerder van de socialistische fractie in het parlement (toen bestaande uit diverse groepen). Hij kwam op de voorgrond als een vurig verdediger van de verdrukten, nam het op voor kapitein Dreyfus die door de Franse “patriotten” van verraad was beschuldigd. In 1902 richtte hij mee de Parti socialiste français op, een operatie om de diverse socialistische groepen samen te brengen. In 1904 stichtte hij de linkse krant ‘L’Humanité’, vandaag nog altijd het orgaan van de communistische PCF.
Hij verzette zich met hand en tand tegen de nationalisten die om oorlog tegen Duitsland schreeuwden. Hij werd daarmee de meest gehate man van het land, althans bij de oorlogszuchtige bourgeoisie die haar media aanspoorde tot dagelijkse haatcampagnes. De ‘Tweede Internationale’, waarvan de in 1905 opgerichte SFIO (Section Française de l’Internationale Ouvrière) deel uitmaakte, had zich in theorie uitgesproken voor acties tegen de oorlog. De arbeiders mochten niet tegen elkaar vechten, ze moesten de oorlog afwijzen.
Op 31 juli 1914 schreef Jaures in ‘L’Humanité’ een vurig pleidooi tegen de oorlog. Maar de dag dat dit artikel verscheen, werd hij in een Parijs café vermoord door Raoul Villain, een jonge Franse nationalist. Villain zat vijf jaar in voorarrest, na de oorlog werd hij vrijgesproken omdat “hij de natie een grote dienst had bewezen”. De weduwe van Jaurès moest de kosten van het proces betalen. “Zonder zijn moordaanslag had Frankrijk nooit de oorlog kunnen winnen”, stond in het vonnis.
De boodschap van Jaurès was mee vermoord, ook in zijn eigen partij. Op 11 september 1914 sloeg L’Humanité een gans andere toon aan. Op de vraag of de socialistische partij haar eigenheid en de scheidslijn met de burgerlijke partijen niet had opgegeven, zei Edouard Vaillant van de SFIO dat Frankrijk door te strijden voor zijn onafhankelijkheid meteen ook streed voor de wereldvrede. En dus versterkten patriottische en socialistische plicht elkaar. De uitleg was, ook aan de overzijde, dat dit een “verdedigingsoorlog” was. In 1915 werd een socialist zelfs minister van Bewapening.
Sarkozy, Hollande
Sindsdien wordt de erfenis van Jaurès door velen opgeëist. Het lijkt soms alsof Jaurès de ganse Franse politieke wereld blijft beheersen, ook de rechtse ex-president Nicolas Sarkozy heeft zich herhaalde malen op hem beroepen. Tijdens de campagne voor de presidenstverkiezingen van 2007 citeerde hij Jaurès tot in den treure, hij sprak zijn naam in één toespraak zelfs 32 keer uit. In 2009 had zelfs het uiterst-rechtse Front National Jaurès opgediept met een, vals, citaat “dat wie niets heeft, toch nog altijd het vaderland heeft”.
Bij de herdenking van de Eerste Wereldoorlog kon het niet anders, of Jaurès zou groots herdacht worden, met als officiële herdenkers de stichting die zijn naam draagt, de Fondation Jean Jaurès. Die stichting lijkt vooral tot doel te hebben president François Hollande voor te stellen als de opvolger in rechte lijn van Jaurès. Terwijl de oorlogszuchtige Hollande Israëls agressie volmondig steunt, komen de PS en de Fondation vertellen dat Hollande volledig in de lijn van Jaurès handelt.
Sponsors
De Fondation Jaurès kreeg zeer officieel het monopolie voor de herdenkingen. Om vooral Hollande in de verf te zetten, is er een beroep gedaan op gulle sponsors als het grote luxebedrijf LVMH (Jaurès in Louis Vuitton), Vinci, Orange en andere grote ondernemingen die wel wat anders willen dan Jaurès als een antikapitalist te portretteren. De uitspraken van Jaurès over het kapitalisme (te vinden op www.jaures.eu) staan haaks op het pact dat Hollande met het patronaat sloot.
Hollande die in 2012 prat ging op de uitgebreide liberaliseringen en privatiseringen tijdens 15 jaar ‘socialistisch beleid’. Toen Hollande op plechtige wijze de centenaire van de oorlog 1914-1918 inluidde, zei hij dat de herdenking van die oorlog het patriottisme hernieuwt…
In die geest maken niet alleen het FN, maar ook de socialisten van “hun” Jaurès een patriot, een “groot staatsman voor alle Fransen”… “Il appartient à tout le monde”, aldus Claude Bartolone, voorzitter van de Assemblée. Men gaat er dan maar gemakshalve aan voorbij dat de nationalisten, de bourgeoisie, de clerus, de militaristen en compagnie tot de moord op Jaurès opriepen en dat hun nazaten wellicht nog altijd de moordenaar zouden vrijspreken voor bewezen dienst.
De echte erfgenamen van Jaurès zitten zeker niet in die PS. Jaurès was in de eerste plaats een ‘indigné’ die zich verzette tegen “de Internationale van de obussen en van de winsten”. Hoor je het Hollande al zeggen?
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Uitpers .