Laurence Tubiana is de Franse ambassadrice belast met de onderhandelingen inzake het klimaat. Ze heeft een belangrijke verantwoordelijkheid omdat de stad Parijs de VN top op het einde van dit jaar zal ontvangen. Op 27 mei werd Mevr. Tubiana gehoord voor de gezamenlijke commissies van buitenlandse zaken en van duurzame ontwikkeling van de Franse Senaat. Er is een video op het net waardoor men haar toespraak kan volgen en ook de vragen van de heren en dames senatoren (waarbij de dames, eerlijk gezegd, de meest pertinente vragen stelden) en de antwoorden van de ambassadrice (1).
Mevr. Tubiana lijkt eerlijk, bewust van de ernst van de toestand waarbij ze haar best doet om de beste oplossingen te vinden binnen het kader waarin ze actief is. Ze antwoordt bovendien zonder omwegen op de vragen die haar gesteld worden. Maar die hoorzitting toont ons des te duidelijker waar we ons mogen aan verwachten: een akkoord dat totaal onvoldoende zal zijn, op maat gesneden voor de bedrijven die verantwoordelijk zijn voor de catastrofe en met daarbij een communicatiestrategie die de illusie wil scheppen dat de toestand onder controle is.
Stoort de natuurkunde ons? Verander dan die natuurkunde!
Beginnen we eerste met de communicatie. Van bij het begin onthult Mevr. Tubiana een belangrijk feit: de onderhandelaars zijn tot een akkoord kunnen komen om voor het klimaatsbeleid de opwarming beneden de 2°C te houden in vergelijking met het pre-industriële tijdperk. Dat komt, zo zegt ze, om zich niet te moeten binden aan een berekend maximum van de concentratie aan broeikasgassen in de atmosfeer, waaruit dan onvermijdelijk berekende doelstellingen zouden voortvloeien voor een vermindering van het volume van de uitstoot gespreid over een overeenkomstig dwingende kalender.
Deze stelling vanwege de ambassadrice lijkt op het eerste gezicht onbegrijpelijk. Met een bepaald volume X van uitstoot komt toch een bepaalde concentratie Y overeen en die brengt ons tot een temperatuur Z. De drie elementen zijn onlosmakelijke met elkaar verbonden tenzij men kunstmatig koolstof uit de atmosfeer verwijdert of beroep gaat doen op de leerling tovenaars van de geo-engineering. Men kan doelstellingen voorop stellen in termen van temperatuur, van concentratie of van het volume van de uitstoot, maar dat zijn gewoon maar verschillende manieren om hetzelfde te zeggen.
Opdat iedereen dit zou begrijpen, moeten we de belangrijkste gegevens van het probleem, zoals die geformuleerd werden door het Vierde rapport van het IPCC en door het rapport “Emissions gap” van het UNEP (milieuprogramma van de VN):
– de opwarming tot 2°C beperken is slechts mogelijk wanneer de atmosferische concentratie aan broeikasgassen niet boven de 450 tot 490 ppm (deeltjes per miljoen in volume eenheden) stijgt en de CO2 niet hoger komt dat 350-400 ppm ( die drempel werd in maart van dit jaar overschreden);
– om aan deze verplichting te voldoen moet het volume van de uitstoot op wereldschaal dalen met 50 tot 85% tussen nu en 2050 – en ten laatste in 2015 beginnen – om uiteindelijk negatief te worden op het einde van de eeuw (2);
– wanneer men rekening houdt met het principe van de gedeelde maar gedifferentieerde verantwoordelijkheid ( namelijk de historische verantwoordelijkheid van elk land) dan zou de doelstelling voor de ontwikkelde landen 25 tot 40% moeten zijn in 2020 en 80 tot 95% in 2050;
– deze doelstellingen kunnen ook worden uitgedrukt in absolute cijfers dus als de maximale hoeveelheid broeikasgassen die op die opeenvolgende termijnen nog mogen uitgestoten worden: opdat het “waarschijnlijk” zou zijn (een kans van meer dan 66%) dat we beneden de 2°C blijven, moeten de globale emissies volgens het UNEP hun maximum bereiken voor 2020 (3), ze moeten beperkt worden tot 44 gigaton (Gt) in 2020 ( in plaats van de 54-60 GT die bij het huidige ritme worden verwacht), tot 40 GT in 2025 en tot 35 Gt in 2030.
Wat Mevr. Tubiana onthult over dat maximum van 2°C is dus eenvoudigweg het volgende: de onderhandelaars hebben willekeurig beslist dat, in hun wereld, de band tussen temperatuur, concentratie en uitstoot niet meer vast ligt. Om de bevolkingen gerust te stellen en hen te doen geloven dat hun regeringen de toestand onder controle hebben, zal de top in Parijs “ de doelstelling van de 2°C herbevestigen” (dixit Laurence Tubiana) … maar tegelijkertijd beslissingen nemen waardoor dat doel absoluut niet kan worden bereikt.
“Vermits we er niet in slagen actie te voeren in overeenstemming met de wetten van de natuurkunde, zullen we die wetten dan maar wijzigen”: daarop komt die manipulatie neer. Of anders gezegd: “Vermits we er nog steeds niet in slagen economische groei los te koppelen van de emissies …koppelen we de op papier vastgelegde doelstelling los van de realiteit die deze doelstelling bepaalt.”
Stel uit tot overmorgen …
En Mevr. Tubiana wikkelt er geen doekjes rond: wat nu onderhandeld wordt met het oog op de top in Parijs, zal totaal onvoldoende zijn. De ambassadrice blijkt zich wel zorgen te maken over een zekere intellectuele samenhang en dus legt ze uit dat de voorgestelde oplossing toch poogt de afstand tussen woord en daad te verkleinen – met andere woorden het verschil tussen het doel van de 2°C en de realiteit van de uitstoot.
Die oplossing, zo zegt ze, ligt in het mechanisme voor de herziening van het akkoord. De partijen zouden regelmatig bij elkaar komen om te stellen dat de eerder genomen beslissingen niet volstaan en om te discussiëren over bijkomende maatregelen.
Maar wij begrijpen niet waarom men tot overmorgen moet uitstellen wat vandaag reeds kan gebeuren, alle gegevens liggen immers op tafel, we verstaan ook niet waarom het makkelijker zou zijn een goede oplossing te vinden in een situatie die nog ernstiger en nog meer urgent is geworden dan wat ze vandaag al is.
De onderhandeling en de ondertekening van dit soort verdragen neemt meerdere jaren in beslag. Het voorgaande verdrag van Kyoto bewees het: het verdrag werd zeven jaar na de top van Rio afgesloten en voor de ratificatie waren er nog acht bijkomende jaren nodig. Zelfs in de veronderstelling dat de periodes voor herziening van het akkoord van Parijs korter zouden zijn, blijft het toch een feit dat het voorstel dat door Mevr. Tubiana werd uiteengezet, niet beantwoordt aan het respecteren van de twee essentiële voorwaarden om de opwarming beneden de 2°C te houden: 1°) een maximum van de globale uitstoot voor 2015 (IPCC) of voor 2020 (UNEP); 2°) de tussenliggende doelstellingen van vermindering van de uitstoot voor 2020, 2025 en zelfs 2030 zoals hoger uitgelegd.
Liever honing dan azijn
In het debat na de toespraak ondervroeg een senatrice van de Franse groenen (EÉLV) de ambassadrice over de formidabele macht van de bedrijven die de fossiele brandstoffen uitbaten. Ze vroeg haar hoe ze deze kwestie zou aanpakken in de wetenschap dat twee derden van de reserves aan fossielen in de grond moeten blijven, willen we het klimaat redden ( wat zou neerkomen op het vernietigen van een wezenlijk deel van het kapitaal van die bedrijven). Een andere verkozen senator stelde vragen bij de straffeloosheid van de grote bedrijven die in scherp contrast staat met de repressie van de kleinere. Het gaat hier inderdaad om sleutelkwesties. Mevr. Tubiana klaagde in weinig diplomatische termen de plannen tot exploitatie van de Arctische zeeën aan, dat is wel sympathiek. Maar ze herpakte zich daarna door toe te geven dat het niet gemakkelijk is het uitbaten van een grondstof waarover men op eigen grondgebied beschikt, te verbieden en ze legde daarbij getrouw de neoliberale doctrine uit: men moet de kapitalisten van de fossiele bronnen ervan overtuigen dat de energietransitie in hun voordeel is en men moet hen helpen een ander business model aan te nemen … en zo met hen een akkoord nastreven over de transitie. “We zullen geen tribunaal voor het klimaat oprichten”, “Liever honing dan azijn”, zo vatte ze dit betoog samen…
Wat een dergelijke politiek in de praktijk betekent, konden we een week eerder zien met de toespraak van François Hollande voor de patroons tijdens de top van de bedrijven voor het klimaat. Die bijeenkomst kwam er omdat de Verenigde Naties de bedrijven bij de onderhandelingen willen betrekken. Deze top werd ondersteund door diverse drukkingsgroepen, waaronder de World Business Council for Sustainable Development. Deze WBCSD heeft tweehonderd leden waaronder enkele van de grootste vervuilers van onze planeet ( Shell, BP, Dow Chemicals, Petrobas, Chevron,…. De huidige voorzitter is de baas van Unilever (hoezo “ontbossing”?) en deze organisatie werd opgericht door Stephan Schmidheiny, ex-voorzitter van Eternit (hoezo “asbest vergiftiging”?) (4). Dat spreekt wel boekdelen!
“Heren patroons, de aarde staat ter uwen beschikking”
De president van Frankrijk nam dus het woord voor een publiek van het uitschot dat verantwoordelijk is voor de uitbuiting van de arbeid en de vernieling van de planeet. Hij beperkte zich in zijn toerspraak niet tot vleiende woorden en heeft hen niet het paradijs maar wel de aarde beloofd: “ De bedrijven zijn van wezenlijk belang want zij zijn het die door de aangegane verbintenissen, de noodzakelijke mutaties zullen doorvoeren: energie efficiëntie, opkomst van de vormen van vernieuwbare energie, vervoer met een mobiliteit die geen energie verbruikt, de opslag van energie, de manier waarop huizen worden gebouwd, de organisatie van de steden en ook de deelname aan de transitie en de aanpassingen nodig in de ontwikkelingslanden.”
“De bedrijven hebben een sleuteltrol omdat zij de aangegane verbintenissen zullen omzetten in de praktijk.” Hier is een sociaal liberale president aan het woord. En zo is de cirkel rond. In Parijs komt er hoogstwaarschijnlijk een akkoord. Het zal slecht zijn en de catastrofen afwentelen op de 99%. De omvang van de opwarming die hiervan het gevolg zal zijn, kan maar precies ingeschat worden wanneer alle landen hun nationale doelstellingen hebben bekend gemaakt. Op basis van wat nu al geweten is, en met name het akkoord dat vorige herfst werd afgesloten tussen China en de VS, bestaat er een grote kans dat we naar de 4°C gaan…
Dit akkoord zal er ook waarschijnlijk komen omdat de regeringen tegen de klimaatsceptici in patronale rangen willen ingaan. Ze hebben er dus niets beters op hebben gevonden dan volledig toe te geven aan de eisen van het kapitaal.” De planeet hoort u toe, heren vervuilers”, dat is in het kort wat de politieke verantwoordelijke zeggen.
“Bouw verder kernenergie uit, koolstofopvang en opslag, agrobrandstoffen en andere methodes om biomassa te gebruiken. Doe voorstellen rond het ritme van de transitie, de technologieën, de financiering. De mate waarin de catastrofe draagbaar is voor uw aandeelhouders, het lot van de landen van het Zuiden, de organisatie van onze steden en ons platteland… Doe de voorstellen, wordt rijker en wij zullen beschikken.” En de armen betalen de rekening. Zonder wortel.
Noten:
(1) http://videos.senat.fr/video/videos/2015/video28632.html
(2) negatieve uitstoot betekent dat de land ecosystemen meer CO2 opslorpen dan uitstoten.
(3) Volgens het vierde rapport van het IPCC zou de vermindering van de uitstoot ten laatste tussen 2000 en 2015 moeten beginnen. Andere bronnen zoals het UNEP spreken over “voor 2020”.
(4) Zoals vermeld op de site van Mediapart, werd deze producent van asbest tot 18 jaar gevangenis en 89 miljoen euro aan schadevergoeding veroordeeld in Italië wegens de bewust veroorzaakte en blijvende sanitaire en milieu catastrofe, later werd hij vrijgesproken – volgens justitie waren de feiten verjaard. (« Le sommet Business et Climat de Paris est squatté par les gros pollueurs », Jade Lindgaard, 20/5/2015)