Er verschijnen nogal wat boeken over automatisering, robotisering, computerisering en andere vormen van nieuwe technologie. De kwaliteit van die boeken is nogal verschillend, maar allemaal zijn ze bang dat de nieuwe automatisering heel veel banen overbodig zal gaan maken, dat de werkloosheid zal toenemen en dat functies zullen worden uitgehold of helemaal zullen verdwijnen.
Een van de meer interessante nieuwe boeken is The Rise of the Robots van Martin Ford, dat de Financial Times uitriep tot Business Book of the Year 2015. Het boek is vorig jaar vertaald in het Nederlands onder de titel De opmars van robots. Ford richtte in de jaren negentig in Silicon Valley een softwarebedrijf op dat nog steeds bestaat.
Ford geeft een interessant beeld van de snelheid en de omvang van de nieuwe technologische en wetenschappelijke ontwikkelingen en het is belangrijk om ons daarvan bewust te zijn. Want het gaat hard. Ford geeft vele voorbeelden van computers die zeer goed kunnen schaken of die snel en goed hamburgers kunnen bakken. Hij geeft ook aan dat de banen die vroeger uit de VS zijn geëxporteerd naar lagelonenlanden en die Trump nu terug wil halen, intussen al lang geautomatiseerd zijn.
Maar de meeste dreiging komt van de kunstmatige intelligentie, de zelflerende computers en de vele big dataverzamelingen. Hoger onderwijs en de gezondheidszorg worden volgens Ford tot nu toe nog het minst in hun werkgelegenheid bedreigd door automatisering, maar ook daar gaan de veranderingen snel. Zelflerende computers die breed inzetbaar zijn, driedimensionaal printen, big data, neurale netwerken, nanotechnologie en nog veel meer zaken passeren de revue in het boek.
De ondertitel van Fords boek is ‘Technologie en de dreiging van massawerkloosheid’. De Sunday Times schreef over het boek: ‘alarmerend en soms surrealistisch… het is tijd om bang te worden, heel erg bang’. Er is geen algemeen antwoord te geven op de vraag hoe bang we dan wel moeten worden. De effecten van nieuwe technologie verschillen heel erg per sector, per land, per tijd, per soorten banen. Er is genoeg reden om tenminste wel een beetje bang te zijn, niet alleen voor het verdwijnen van veel banen, maar ook om alle veranderingen van banen zelf en van de gehele arbeidsmarkt, het arbeidsproces en de verhoudingen op de werkvloer. Niet voor niets benadrukte Marx dat de kapitalistische invoering van machines en technologie in de economie een wapen is in de klassenstrijd, een machtig wapen in handen van de ondernemers.
Alleen, de veranderingen op de arbeidsmarkt en de risico’s van massawerkloosheid en uitholling of het verdwijnen van functies, vereisen in het kapitalisme een veel ingewikkelder verklaring dan de meeste boeken over automatisering geven. Die komen meestal met een meer of minder technologisch determinisme op de proppen. In de trant van: kijk eens wat de robots en computers tegenwoordig allemaal kunnen en dat betekent dat mensen met die en die banen binnenkort overbodig zullen zijn.
Maar investeringsbeslissingen over robots en moderne technologie zijn afhankelijk van heel veel factoren: van de economische conjunctuur, politieke keuzes, nationale belangen, krachtsverhoudingen in de bedrijven, concurrentieverhoudingen, enz. En niet alleen van het beschikbaar zijn van bepaalde nieuwe technologieën.
Martin Ford noemt wel even allerlei moderne ontwikkelingen van de kapitalistische wereldeconomie, zoals de globalisering, neoliberalisme, financialisering, grotere verschillen tussen arm en rijk, werkloosheid en flexibilisering, de grote depressie na 2008. Maar hij brengt dat niet echt in kaart en laat niet zien hoe nieuwe technologieën en hun toepassingen in die patronen passen.
De gevolgen zijn ook complexer dan een groot verlies van koopkracht van consumenten als veel mensen hun baan zouden verliezen. En de oorzaken van massawerkloosheid, flexibilisering, toenemende ongelijkheid, armoede, te veel mensen die ver onder hun niveau moeten werken, stijgende werkdruk, enzovoorts, zijn niet de schuld van de robots, maar van het gehele functioneren van de kapitalistische economie. En van het gebrekkige verzet daartegen.
Toch is er reden genoeg om vooral voor de lager geschoolde banen en voor werk dat vaste patronen kent, te vrezen. In Nederland zijn veel scholieren in het middelbaar beroepsonderwijs al bang voor de robotisering. Maar Martin Ford weet goed duidelijk te maken dat ook hoger opgeleiden met meer geschoolde en afwisselender banen bang kunnen zijn voor hun baan.
De vakbeweging, werkende en werkloze mensen, scholieren en studenten zouden zich intensief bezig moeten houden met de vraag in hoeverre moderne technologie een bedreiging vormt voor het verdwijnen of het uithollen van banen en voor vergaande veranderingen in ons leven. En op basis daarvan kunnen we een verdediging organiseren. In de eerste plaats door korter werken met behoud van loon te eisen. Maar ook door eigen controle te organiseren over welke nieuwe technologie er waar en hoe wordt ingezet, of juist niet.
Martin Ford, De opmars van robots, Singel Uitgeverijen 2016, 328 pagina’s, 22,50€.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op socialisme.nu.