La Grande Bellezza is een film die zijn naam eer aandoet. Die dus van een Grote Schoonheid is. Niet voor niets wordt de film alom bejubeld en met vijf sterren gelauwerd. Het is een film die qua verhaallijn en sfeer sterk lijkt op La Dolce Vita, maar net iets te veel om díe film van haar troon te stoten.
Decadentie
Het lijkt wel mode om de verhalen van ‘klassieke films’ in een nieuw, modern jasje te steken. Onlangs gebeurde dat nog door Woody Allen met zijn Blue Jasmine. Het gegeven voor die film was overgenomen uit de klassieker A Streetcar Named Desire (Tramlijn Begeerte). De film uit 1951 van Eli Kazan met in de hoofdrollen Marlon Brando en Vivian Leigh, naar een toneelstuk van Tennessee Williams uit 1947.
En nu heeft Paolo Sorrentino zich met La Grande Bellezza gewaagd aan La Dolce Vita. De film uit 1960 van Fellini met in de hoofdrollen Marcello Mastroianni en Anita Ekberg. Jeweetwel, met die scene in de Trevi Fontijn. Net als in La Dolce Vita gaat La Grande Bellezza over de elite in Rome.
In beide films volgen we een man die eigenlijk schrijver en kunstenaar wilde worden, maar als society-journalist van het ene mondaine feest naar het andere zeilt.
Er ontvouwt zich een wereld van rijke mensen die zich in drank, decadentie, leegheid, cynisme, schijnheiligheid en (bij)geloof rondwentelen. Er zitten mooie mensen bij, er zijn prachtige locaties, in Rome ligt de grote schoonheid bijna voor het grijpen. Maar alles verdrinkt in de orgie van een zinloos en vergankelijk bestaan. Wat dat betreft doet Sorrentino in niets voor Fellini onder. En net als Fellini zorgt hij voor een magistrale muzikale ondersteuning van zijn beelden. Het punt is dat de wereld van 2013 toch niet meer de wereld is van 1960.
Vertoningsverbod
Toen Fellini zijn La Dolce Vita afleverde stak er een storm van protest op. De elite van Rome had hem aan het hart gedrukt. En nu werden ze door hem te kijk gezet. Verdorven, verloederd, schijnheilig, zo werden ze ten tonele gevoerd. Ze voelden zich verraden. Ook het Vaticaan was woedend. In hun ogen werd het christendom belachelijk gemaakt. In Spanje stuitte La Dolce Vita daarom op een vertoningsverbod tot de dood van de christen-fascist Franco in 1975. Fellini maakte heel wat los!
Sorrentino daarentegen oogst louter sterren. Hij pakt dezelfde thema’s aan als Fellini. Minstens zo scherp. Drankgelagen, holle praat, geldsmijterij, innerlijke leegte, onoprechtheid, een spirituele charlatan, een ridicule kardinaal, het zit er allemaal in. Sorrentino herhaalt Fellini. En niemand maakt zich dáár nog druk over. We weten het wel. In 1960 onttrok het leven van de rijkelui zich nog grotendeels aan het zicht van de ‘gewone man en vrouw’, was de kerk nog bijna almachtig. Toen was La Dolce Vita nog onthullend, een provocatie aan het adres van de gevestigde orde. Maar de wereld van 2013 is inderdaad niet meer de wereld van 1960.
Het is jammer dat Sorrentino wél de stad en de mensen heeft ‘gemoderniseerd’, maar niet de thema’s. Dat had toch gekund: de bankencrisis, de migratieproblematiek, het populisme, de mediahysterie, het verlies van idealen, er valt best wat te bedenken. In plaats daarvan vecht Sorrentino in zijn film een vorige oorlog uit. Wonderschoon, dat wel.
Deze bespreking verscheen eerder op Grenzeloos.