In Brussel loopt nog tot 31 augustus een fototentoonstelling in de reeks Summer of Photography. (1) Onderwerp van deze aflevering: feministische foto’s, 450 werken van 29 kunstenaars. Namen om nooit meer te vergeten: Francesca Woodman, Valie Export, Leslie Labowitz & Suzannz Lacy, Ana Mendieta, Conchita Wurst, Clindy Sherman, Eleanor Antin, Hannah Wilke. In de krant lees ik dat curator Gabriele Schor een officieel statuut bepleit voor de kunst uit de tweede feministische golf.
De term smijt me terug in de tijd: “Those were the days my friend / We thought they’d never end.” In mijn geestesoor weerklinkt nog een ander lied en dat heeft zelfs de allures van een hymne: “O-lio-lio-la, onze rangen groeien aan / en de ware feministen eisen een vrij bestaan.” In mijn ander geestesoor suist een zin die vandaag het statuut van oneliner zou hebben: “Het persoonlijke is politiek.”
De jaren zeventig van de vorige eeuw. Zo gaat het eraan toe, zij het daarom niet in deze volgorde. Iedereen leest De schaamte voorbij van Anja Meulenbelt. Vanuit Oostende krijg ik een telefoontje waarin een makker me tot onze gemeenschappelijke verwondering meedeelt dat onze vriendin Annie Vanhee aldaar medestichter geworden is van de VFP, de Verenigde Feministische Partij. In Gent is mijn echtgenote dan weer toegetreden tot Dolle Mina: Vrouwen vooruit! Voor een klasseloze maatschappij! Nog in die stad spot ik mijn kameraad Karin Criel die een bord meezeult waarop ze haar dubbele dagtaak aanklaagt, de combinatie van werk en huishouden.
In mijn eigen huishouden heeft mijn echtgenote het recht afgedwongen om minstens evenveel uithuizig te zijn als ik. Dat is niet weinig. Elke onpare avond trekt ze erop uit, mij achterlatend met een takenlijst die stilaan indrukwekkende proporties aanneemt. Ik, een jonge man die op ouderwetse wijze opgevoed ben, buig deemoedig het hoofd; ik krom de rug om die taken tot een goed einde te brengen. Ik doe mijn best, zo vind ikzelf, maar dat is niet genoeg: de takenlijst wordt nog langer.
Weer krijg ik een oproep uit Oostende. Daar is nu een nog radicalere groep opgericht die LOV heet, Linkse Oostendse Vrouwen, aangevuurd door Linde Van de Velde die enkele jaren eerder uit de VuJo, de jongerengroep van de nationalistische Volksunie, gesmeten is wegens gauchisme. Linde en de haren gaan er, zo wordt me meegedeeld, hard tegenaan. Daar bestaat een leuke anekdote over.
Linde leeft gescheiden van haar man, een advocaat die ze in die dagen als male chauvinist pig begint te omschrijven. De woning wordt heringedeeld. Linde woont voortaan op de eerste verdieping.
De man leeft elders, maar houdt op de benedenverdieping zijn kantoor. De kelderverdieping wordt het lokaal van de Linkse Oostendse Vrouwen. In die kelder wordt ook het blad van die LOV geproduceerd. Eerst wilde ik “gestencild” schrijven, maar ik heb hier te weinig plaats om dat woord, ten behoeve van de jongere lezers, uitgelegd te krijgen. Ik herinner me dat er nogal wat te doen is om dat blad en dan vooral om de naam ervan: De Rode Kut. Het zou vandaag niet meer mogelijk zijn, maar die tijd ligt dat anders, in die tijd is namelijk alles mogelijk.
Heb ik je al gezegd hoe moeilijk wij, mannen van de oude stempel, het in die tijd hebben? Deze anekdote zal het verduidelijken. Op het kelderraam van LOV wordt een reclametekst gekleefd: “LEES DE RODE KUT” en daaronder staat: “HIER TE KOOP”. Voor de Linkse Oostendse Vrouwen is de boodschap klaar en duidelijk, maar het cliënteel van meneer van boven is niet helemaal mee. Dat cliënteel bestaat voornamelijk uit andere male chauvinist pigs die nu denken dat er in dat kantoor porno verhandeld wordt. De advocaat windt zich op, maakt zich kwaad, schreeuwt moord en brand, maar het mag niet baten. Zegt Linde: “Als gij male chauvinist pigs moogt verdedigen, dan mag ik De Rode Kut uithangen.” Om maar te zeggen…
Noot:
1) Alle info over deze expo en aanverwante evenementen: www.summerofphotography.bewww.summerofphotography.be .
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op De Laatste Vuurtorenwachter .