Herhaaldelijk heeft het Grondwettelijk Hof geoordeeld dat het arbeidersstatuut (erg uitzonderlijk in een Europese context) discriminerend is, op twee vlakken: het verschil tussen opzegtermijnen en -vergoedingen is discriminerend voor arbeiders, net zoals het feit dat de carensdag (de eerste dag ziekte wordt niet betaald) enkel bestaat voor arbeiders. Niet meer dan terecht: dit is een evidentie schending van het gelijkheidsbeginsel. Daarom heeft het Grondwettelijk Hof de Belgische Staat veroordeeld en tijd gegeven tot juli 2013 om dit op te lossen.
Naar aloude Belgische traditie heeft dit geleid tot overloze discussies tussen de sociale “partners”. Het wegwerken van deze discriminatie zou leiden tot het failliet van talloze bedrijven volgens het V.B.O. en zijn kleine broertje Unizo (het water staat ons tot aan de lippen) en kan voor hen enkel opgelost worden door een drastische afbraak van het bediendestatuut. Wat uiteraard voor de vakbonden onaanvaardbaar was.
Dat zowel arbeiders als bedienden tijdens hun opzegperiode moeten blijven werken en dus ook geld blijven genereren voor hun bedrijf is nooit aan de orde geweest. Dat België één van de slechtste landen is op het vlak van bescherming tegen ontslag is ook niet aan de orde geweest: elke patroon heeft in dit land het recht om te ontslagen en moet daar in het slechtste geval een vergoeding voor betalen. In andere landen moet hierover een rechtbank oordelen. Maar dit geheel terzijde.
Neoliberale politiek in de 21ste eeuw
Dus exit sociaal overleg. De regering aan zet. Ook dit wordt stilaan een Belgische traditie. En dit in de persoon van Monica De Coninck, sp-a politica en Minister van Werk. Hevige voorstandster van het activeringsbeleid. De linkse flinkheid in persoon. En inderdaad, in juli 2013, net voor het verstrijken van de deadline, komt er een politiek akkoord.
OCV
In essentie werden twee beslissingen genomen:
– De carensdag wordt afgeschaft. Mooi. Terecht. Maar om te vermijden dat dit tot een sociaal drama zal leiden (je weet wel, “het water staat tot aan onze lippen”), zullen de kosten hiervan worden betaald door de sociale zekerheid, ook voor de bedrijven die deze carensdag al een eeuwigheid hebben afgeschaft. En om te vermijden dat dit zal lijden tot de maandagziekte- het gaat immers over arbeiders- wordt de mogelijkheid geschapen van een soort huisarrest. Af te spreken in de bedrijven. Of in de bedrijven waar niets af te spreken valt, op te leggen in het arbeidsreglement.
Je weet wel, de linkse flinkheid.
– De opzegtermijnen en- vergoedingen worden geleidelijk gelijk getrokken voor arbeiders. Voor iemand met 30 jaar dienst in 2013 (klein probleem: de wet hierover werd pas op 31 december gepubliceerd – ik lieg echt niet), vanaf 2014 voor mensen met 20 jaar dienst en pas in 2017 voor iedereen. Of hoe de éne discriminatie wordt vervangen door een andere.
Bovendien werden bepaalde groepen arbeiders – voorlopig of definitief- hier uitgesloten. We leven nu eenmaal in het land van René Magritte. En dit zijn opnieuw de meest kwetsbare groepen. Waarom zou de uitzondering anders bestaan?
Ik weet het, ik val in herhaling: zie vorig punt. Je weet wel, “het water staat aan onze lippen”. Wie betaalt dit verhaal: jawel, zie boven. De kosten van het wegwerken van deze discriminatie worden betaald door de R.V.A. Het verschil tussen de oude en de nieuwe opzegvergoeding wordt betaald door de sociale zekerheid. Zowel in het geval van een ontslag als in het geval van een brugpensioen (SWT volgens de nieuwe normen). Of om het eenvoudig te stellen: wil je betere opzegvergoedingen, dan betaal je ze zelf (via je uitgesteld loon, ons aller sociale zekerheid).
Het sociaal passief
Maar zoals steeds is het verhaal hiermee niet af. Voor bedrijven zal het in de toekomst goedkoper worden om bedienden te ontslaan, maar duurder om arbeiders te ontslaan. Dit wordt het sociaal passief genoemd. Ook hiervoor heeft deze regering in een perfecte neoliberale logica een oplossing bedacht. Voor elke werknemer kan vanaf 2019 het bedrijf een belastingvriendelijke reserve aanleggen: te beginnen met 5 weken loon en geleidelijk oplopend tot een maximum plafond van 2.600 euro. Je weet wel, het water staat aan hun lippen, enz.
Neoliberale politiek in de 21ste eeuw
En zo komen we tot de essentiële vraag: wie neemt de risico’s in deze neoliberale wereld en wie betaalt ervoor. De banken zeker niet: zij namen de risico’s en wij betalen ervoor. De bedrijven ook niet: zij namen de risico’s en wij betalen ervoor.Zie het voorbeeld van Accelor. Zie het voorbeeld van Ford. Living in a material world…