Malcolm X inspireerde een hele generatie om het racisme te bestrijden, zoals hij zei ‘by any means neccessary’. Deze icoon van de ‘Black Power’ beweging werd 50 jaar geleden vermoord. Antony Hamilton beschrijft zijn leven en politieke ideeën.
Malcolms leven was een strijd van ideeën waarin hij institutioneel racisme en segregatie bestreed met tactieken die zich ontwikkelden in de strijd voor gelijke burgerrechten. In een toespraak van januari 1965, een maand voordat hij werd vermoord, waarschuwde Malcolm X voor opkomende sociale onrust en wereldwijde revolutie:
‘Ik geloof dat er uiteindelijk een strijd zal ontstaan tussen de onderdrukten en diegenen die het onderdrukken doen. Ik geloof dat er een botsing komt tussen diegenen die vrijheid, rechtvaardigheid en gelijkheid voor iedereen willen, en zij die het huidige systeem van uitbuiting willen behouden… Het is niet juist om de opstand van de zwarten te classificeren als simpelweg een rassenconflict van zwart tegen wit, of als een puur Amerikaans probleem. We zien momenteel eerder een wereldwijde opstand van de onderdrukten tegen de onderdrukker, de uitgebuitene tegen de uitbuiter.’
Malcolms talent om zo veel mensen te bereiken is wat hem kenschetste als spreker, activist en revolutionair. Zijn compromisloze gevecht voor vrijheid en rechtvaardigheid bezorgde hem het respect van radicalen over de hele wereld in een tijdperk dat werd gedefinieerd door antikoloniale opstanden. Maar Malcolm was niet geboren met revolutionaire ideeën of zelfs maar de wens om de wereld te veranderen. Hij vormde die ideeën door zijn persoonlijke ervaringen, en in een beweging die werkelijke veranderingen, democratie en gelijkheid eiste.
Nation of Islam
Geboren als Malcolm Little in 1925 in Omaha (Nebraska, VS), groeide hij op in een sfeer van racistisch geweld. Zijn ouders, actief in Marcus Garvey’s United Negro Improvement Association, waren regelmatig het doelwit van racistische groepen.
Nadat zijn vader dood was gevonden (waarschijnlijk vermoord door racisten) kreeg Malcolms moeder een zenuwinzinking. De jonge Malcolm ging langs verschillende tehuizen voordat hij uiteindelijk in Harlem, New York terechtkwam, samen met zijn oudere zus.
Tegen de tijd dat hij 20 was, was hij weggezakt in een leven van kleine criminaliteit en zat hij gevangen voor een beroving. Het was in de gevangenis dat hij in aanraking kwam met – en beïnvloed werd door – de Nation of Islam. Die ervaring vormde zijn ideeën over racisme en de aard van de Amerikaanse samenleving.
De Nation of Islam was een zwarte afscheidingsbeweging die niet verbonden was met de hoofdstroming van de islam, en die geloofde dat witte mensen het product waren van een genetisch experiment wiens tijd op de aarde niet al te lang meer zou duren. De taak van zwarten was om zichzelf af te scheiden van de witte maatschappij en zich voor te bereiden op de dag des oordeels, terwijl ze ondertussen bouwden aan zwarte bedrijven.
De Nation had een enorme aantrekkingskracht op mensen die werden vervolgd en gemarginaliseerd. De organisatie had een groot netwerk van moskeeën en bedrijven die een schuilplaats en ondersteuning boden aan de slachtoffers van een racistisch systeem.
Malcolm X bracht 14 jaar door in de Nation of Islam. Door zijn grote intelligentie en scherp politiek inzicht klom hij snel op in de organisatie en in 1963 werd hij de landelijke leider.
Segregatie
Terwijl Malcolm de zaak in opschudding bracht binnen wat hij benoemde als de ‘zwarte moslimbeweging’, begonnen er grotere bewegingen te ontstaan in de Amerikaanse maatschappij. In juni 1953 organiseerden zwarte burgerrechtenactivisten in Baton Rouge, een gesegregeerde stad in de zuidelijke staat Louisiana, een boycot van lokale busmaatschappijen die zwarte en witte passagiers apart lieten zitten. Deze actie markeerde het begin van kleinschalige campagnes tegen de racistische en discriminerende wetten die bekend stonden als de Jim Crowwetten.
Onder de Jim Crow-wetten werd de zwarte bevolking in het Zuiden buiten de politiek gehouden en economisch gemarginaliseerd. Ze kregen geen banen, geen huisvesting of stemrecht, en werden regelmatig aangevallen door meutes witte racisten die hen wilden lynchen zodra ze ‘praatjes kregen’. Racistische groepen die sterk gekant waren tegen integratie, zoals de Ku Klux Klan (KKK), gebruikten grof geweld om de zwarte bevolking in het gehele Zuiden te intimideren.
Het leven was beter voor zwarten in de gedesegregeerde noordelijke staten, waar de Emancipatieproclamatie de slavernij in 1863 had afgeschaft en er formeel geen segregatie was. Tussen 1910 en 1970 verlieten meer dan 6,6 miljoen zwarten het Zuiden voor de belofte van werk en een leven vrij van racistische vervolging in het geïndustrialiseerde Noorden.
Maar wanneer ze de Noordelijke steden bereikten werden ze begroet met de facto segregatie in getto’s, en gedwongen om de meest beroerde banen aan te nemen tegen lonen die lager waren dan die van hun witte collega’s. Alhoewel er geen formele segregatie was zoals in het Zuiden, waren racisme en racistisch geweld ook in het Noorden overal aanwezig.
In december 1955 werd een jonge zwarte vrouw uit Montgomery, Alabama, Rosa Parks, gearresteerd omdat ze weigerde op te staan zodat daar een witte man kon zitten. Haar actie was het begin van een busboycot van een jaar die de bescheiden campagne tegen segregatie veranderde in een nationale beweging die miljoenen mensen op de been kon brengen.
Het was gedurende de bus-boycot in Montgomery dat Martin Luther King bekendheid kreeg als burgerrechtenleider. Zijn aanzien als lokale dominee gaf hem een bepaald respect en invloed onder de verschillende lagen van de zwarte bevolking die de politiek van de beweging sterk zou beïnvloeden.
Geweldloosheid
Tijdens de burgerrechtenbeweging zouden de zwarte kerken in het Zuiden, evenals dominees zoals King, een centrale rol spelen. Ze spraken vanaf de kansel, waarbij de citaten uit de bijbel over de lange periodes waarin de mensen hadden geleden, veel weerklank vonden bij mensen die leefden onder segregatie.
De christelijke doctrine om ‘de andere wang toe te keren’, evenals inspiratie door vrijheidsstrijders als Gandhi, hadden een grote invloed op de strategie van vreedzaam protest. Deze vreedzame tactieken dienden ook als middel om de beweging zo breed mogelijk te maken en deze als een meer ‘legitieme’ weg naar verandering te kunnen presenteren.
De afwijzing van geweld populariseerde het gevecht voor burgerrechten over het grootste deel van het Zuiden, omdat het de zwarte bevolking die de KKK, racistische politie en lynchmobs tegenover zich vonden zowel een veiliger manier gaf om te protesteren tegen onrecht, als een verminderde kans op gewelddadige wraakacties. De films en foto’s van vreedzame zwarte demonstranten tegen wie wreed geweld werd gebruikt door de zuidelijke politiemacht zouden later de moed van de burgerrechtenactivisten symboliseren.
De beweging werd gekenmerkt door kleine overwinningen die erop waren gericht om op de lange termijn de wetgeving te veranderen. In 1964 werd het Amerikaanse Congres gedwongen de Civil Rights Act aan te nemen. Deze verbood formeel alle rassendiscriminatie en Jim Crowsegregatie, maar deed niets tegen het alledaags racisme dat het leven van de meerderheid van de zwarte bevolking tot een hel maakte.
Deze impassen leidde tot discussies over de strategie. Het SNCC (Student Nonviolent Coordinating Committee), de jeugdafdeling van de burgerrechtenbeweging, werd steeds radicaler. Dat leidde later tot de oprichting van de Black Panther Party, die voorstander was van gewapend verzet tegen het racisme van de politie.
Ondanks de opgang in de strijd voor gelijke rechten, beval de Nation of Islam haar leden om buiten de beweging te blijven omdat deze werd gezien als een afleiding van het einddoel van een aparte zwarte maatschappij. Malcolm X was de meest welbespraakte voorstander van deze afwijzing. In de tv-documentaire uit 1959, The Hate That Hate Produced, zei hij:
‘Als iemand een mes negen inch in mijn rug steekt, en deze er dan weer zes inch uittrekt, hebben ze me geen dienst bewezen. Ze hadden me in de eerste plaats niet moeten steken… Tijdens de slavernij werd het meest extreme geweld tegen ons gebruikt om onze geest, onze wil te breken… en nadat ze ons dat 310 jaar hadden aangedaan, kwamen ze op het idee van de zogenaamde Emancipatieproclamatie… en vandaag loopt de witte man hier zelfs rond terwijl hij denkt zwarte mensen een dienst te bewijzen.’
Malcolm X was kritisch over de geweldloze tactiek, en steunde het recht op zelfverdediging. Hij zei:
‘Wees vreedzaam, wees beleefd, gehoorzaam de wet, respecteer iedereen. Maar als iemand zijn hand op je legt, stuur hem dan naar het kerkhof… als we reageren op wit racisme met een gewelddadige reactie, dan is dat voor mij geen zwart racisme. Als je langskomt om een touw om mijn nek te doen en ik hang je daarvoor op, dan is dat voor mij geen racisme. Jouw daad is racistisch, maar mijn reactie heeft niets te maken met racisme.’
Nieuwe generatie
Zijn militante houding en zijn hameren op het idee dat alle witte mensen ‘duivels’ waren, hield hem apart van de beweging tijdens haar beginjaren, maar toen een nieuwe generatie radicalen zich begonnen los te maken van de geweldloze leiding vond hij een groeiend publiek voor zijn ideeën. Malcolm wist zich te positioneren als een radicale stem in de campagne tegen politiegeweld, huizenmelkers en zakenlieden in het Noorden, en het institutionele racisme in het Zuiden. In talloze bijeenkomsten en interviews gaf hij de woede en vervreemding van de zwarte bevolking een stem.
Op het moment dat de beweging steun en sympathie onder de witte bevolking begon te verkrijgen, begon er een debat over de aard van racisme en wie deel zou kunnen uitmaken van de strijd daartegen. De stijgende aantallen jonge witte activisten die begonnen deel uit te maken van de burgerrechtenbeweging riepen sterke vragen op over de strategie van de Nation of Islam. De politiek van afscheiding was gebaseerd op een begrip van onderdrukking dat uitging van machtsverhoudingen waarin alle witte mensen als racisten werden gezien – of dat nu ging om racistische opmerkingen op straat, witte rechters en agenten die zwarten criminaliseerden of misbruik en geweld van individuen of georganiseerde racistische groeperingen.
Deze stellingname was begrijpelijk, maar ze was gebaseerd op een verkeerd begrip van wie er profiteerde van racisme. Witte arbeiders worden verleid tot een racistische mentaliteit die zegt dat ze meer gemeen hebben met hun witte baas dan met hun zwarte collega. Maar het kapitalisme berust op de uitbuiting van arbeiders van alle kleuren. Arbeiders kunnen de productie platleggen en hun bazen op de knieën dwingen. Maar de arbeidersklasse wordt ook onderworpen aan de grootste ideologische aanvallen om hun eenheid te breken en hun onderlinge verdeeldheid te vergroten.
Breuk
Malcolm realiseerde zich dat veel burgerrechtenactivisten de zwarte moslims zagen als mensen die wel radicale praatjes hadden over verzet, maar niet deelnamen aan de echte strijd voor zwarte rechten. Rond 1963 begon Malcolm te breken met de Nation of Islam. De definitieve breuk kwam toen hij de leiding van de organisatie trotseerde door zijn reactie op de moord op president John F. Kennedy. Malcolm zei dat hij er niet zo’n probleem mee had en dat Kennedy nu zijn trekken thuis had gekregen. Deze reactie leidde ertoe dat hij drie maanden werd geschorst als lid van de Nation.
In maart 1964 kondigde Malcolm zijn definitieve breuk met de Nation aan, en hij stortte zichzelf in de strijd voor burgerrechten, vastbesloten om aan de meest radicale kant daarvan te zitten. Hij wist dat alleen een verandering in de wetgeving niet genoeg was. Hij zei:
‘Ik zal ze ook vertellen dat wat wel de Negro Revolution in de de VS is genoemd, een zinsbegoocheling is, want ze hoeven alleen maar te kijken naar het onvermogen van deze zogenaamde revolutie om positieve resultaten te bereiken in het afgelopen jaar. Ik zal ze vertellen wat een echte revolutie betekent – de Franse revolutie, de Amerikaanse revolutie, Algerije, om er maar enkele te noemen. Er kan geen revolutie zijn zonder bloedvergieten, en het is onzin om de burgerrechtenbeweging in Amerika als een revolutie te omschrijven.’
Zijn ideeën waren aan het veranderen, en zouden nog verder veranderen toen hij zich bekeerde tot de islam en op bedevaart naar Mekka ging. Die ervaring zou zijn lang beleden geloof in ‘witte duivels’ op de proef stellen. Hij zei:
‘Ik sprak met de Algerijnse ambassadeur die heel militant was en revolutionair in de werkelijke zin van het woord… hij was een Afrikaan, maar ook Algerijn, en leek in alle opzichten een witte man.’
Revolutie
Op zijn reis ontmoette hij revolutionairen in heel Afrika die hadden gevochten tegen het kolonialisme onder de vlag van de nationale bevrijding. Hij ging om met een nieuwe generatie van politieke leiders, zoals Kwame Nkrumah in Ghana en Gamal Abdel Nasser in Egypte. Het was tijdens zijn bezoek aan Algerije, dat net zijn onafhankelijkheid had veroverd op Frankrijk na een bloedige oorlog, dat zijn idee over wat hij bedoelde met een revolutie begon uit te kristalliseren.
De nationale bevrijdingsbewegingen die toen wereldwijd begonnen op te komen werden gekenmerkt door massale opstanden en guerrilla- oorlog. Vaak werden ze geleid door de middenklasse met als doel het bereiken van onafhankelijkheid en een einde aan koloniale overheersing.
In al deze gevallen was de noodzaak voor een andere maatschappij duidelijk te zien aan de omvang van de opstanden. Maar de systemen waarover de nieuwe onafhankelijke staten de macht kregen waren niet fundamenteel veranderd. Dit liet Malcolm achter met een onderontwikkeld begrip van de rol van de staat en wat er nodig is om de macht te veroveren en te behouden.
Malcolm zag mensen uit alle sociale klassen zich verenigen in een gemeenschappelijke strijd tegen het imperialisme. Die ervaring maakte het moeilijk om goed te zien wie er het potentieel heeft om fundamentele veranderingen door te drukken, niet alleen in Afrika, maar wereldwijd. Na zijn terugkeer naar de VS richtte Malcolm de Organisatie voor Afro-Amerikaanse Eenheid (OAAU) op, een pan-Afrikaanse organisatie die alle mensen van Afrikaanse afkomst wilde verenigen.
In het laatste jaar van zijn leven predikte Malcolm regelmatig de revolutie en de noodzaak om te vechten voor een betere wereld. Dat is precies waarom hij zo scherp in de gaten werd gehouden door de staat. In de Nation was hij een marginaal figuur in de ogen van de Amerikaanse overheid. Zolang hij afscheiding propageerde lieten ze hem ongestoord zijn gang gaan.
Tragisch genoeg werd Malcolm vermoord voor hij in staat was om zijn revolutionaire ideeën verder te ontwikkelen. In de jaren na zijn dood waren er een serie revoluties en opstanden, die Malcolm al had voorvoeld, inclusief opstanden in een groot deel van de noordelijke getto’s.
Martin Luther King, wiens ideeën ook aan het schuiven waren voordat hij eveneens werd vermoord, noemde de rellen ‘de taal van degenen naar wie niet geluisterd werd’. Vijftig jaar na de moord op Malcolm is zijn politieke erfenis nog steeds actueel: dat we moeten inzien dat het gevecht tegen racisme niet een zaak is van jezelf terugtrekken in je eigen racismevrije wereldje, maar een gevecht is tegen een systeem dat racisme voortbrengt.
Dit is een vertaling van Socialist Review 399, februari 2015.
http://socialistreview.org.uk/399/malcolm-x-road-revolution
Dit artikel verscheen eerder op socialisme.nu