Stel je voor: je gaat staken voor een hoger loon en je wilt dat de vakbond daarover onderhandelt met de baas. En dat diezelfde vakbond liever jou en je collega’s neerschiet… Dit is een van de sleutelmomenten tijdens de staking in de Lonmin-platinamijn bij het dorp Marikana in de buurt van Johannesburg. Op 16 augustus 2012 schoot de militaire politie daarbij 34 mijnwerkers dood.
Zuid-Afrikaanse media focusten op het vermeende geweld van de stakers tegen de soldaten en plaatsten de staking in het licht van een verzonnen strijd tussen de twee mijnwerkersvakbonden (NUM en AMCU). Een groep van vijf Zuid-Afrikaanse socialistische wetenschappers heeft echter kort na de staking tientallen interviews gehouden met mijnwerkers en hun families. Daaruit destilleerden ze een verhaal dat in de reguliere media onderbelicht is gebleven. Deze gesprekken vormen de kern van het boek Marikana – a View from the Mountain and a Case to Answer.
Het verhaal vanuit mijnwerkersperspectief gaat over een groep werkers (operators) die op 9 augustus 2012 besluit het werk neer te leggen om een hoger loon te eisen. Gemiddeld verdienen ze 4000 rand (ongeveer 400 euro), ze eisen 12500 rand. In eerste instantie lopen de operators, die met boormachines het zwaarste werk in de mijnen doen, naar de baas. Maar die wil alleen onderhandelen met NUM, de traditionele mijnwerkersbond.
Onderweg naar het vakbondskantoor van NUM worden de operators beschoten door vakbondsmensen. Er vallen twee doden. De boodschap is duidelijk: deze vakbond wil de stakers niet bijstaan. Uit angst voor verdere aanvallen zoeken de stakers hun toevlucht op ‘de berg’: een strategisch punt en hier zijn ze een collectief. In de dagen erna sluiten steeds meer mijnwerkers zich aan bij de staking. Een witte politieagent die de taal van de mijnwerkers spreekt, probeert hun vertrouwen te winnen. Maar omdat hij zijn naam niet wil geven, mislukt dat. De mijnwerkers zijn verbolgen over het feit dat NUM-voorzitter Senzeni Zokwana niet uit de politiewagen durft te stappen tijdens zijn pleidooi dat de staking moet ophouden. Net als in recente stakingen elders, speelt respect een grote rol bij de mijnwerkersstaking van Marikana.
Een heleboel weduwen
Op 16 augustus smeekt Joseph Matunjwa, voorzitter van de AMCU, op zijn knieën de mijnwerkers de berg te verlaten. Hij vermoedt wat komen gaat. Maar de mijnwerkers weigeren te vertrekken, ze volharden in hun wens de baas van Lonmin spreken.
Kort daarop verschijnen tientallen politiebussen. Een aantal soldaten begint prikkeldraad uit te rollen en zonder waarschuwing beginnen ze te schieten. In de eerste ronde sneuvelen meteen al een dozijn mijnwerkers, terwijl honderden anderen vluchten. Een groep stakers wordt ingesloten en koelbloedig vermoord bij wat sindsdien de ‘killing koppie’ is gaan heten. Overlevenden hoorden soldaten zeggen: ‘Hier maken we vandaag een heleboel vrouwen weduwe.’
Uit de interviews blijkt ook hoe het dagelijks leven van de mijnwerkers eruit ziet en wat hun motivatie is om dit type werk te doen. De druk om zoveel mogelijk platina uit de mijn te halen is zo hoog dat mijnwerkers vrijwel dagelijks vele uren moeten overwerken om de ten doel gestelde productie te halen. Ze werken vaak twaalf tot dertien uur, vaak in gebukte houding en lopen het risico om gewond te raken door vallende brokstukken. Daarnaast verdoezelen kaderleden van de NUM praktisch alle verwondingen die werkers opdoen. Die zouden ze thuis opgedaan hebben. Winst gaat letterlijk boven alles.
Mensen die in deze mijnen onder deze omstandigheden gaan werken, doen dat uit pure armoede. Vaak pikken ze de afranselingen van hun directe meerderen uit angst om hun baan te verliezen. Hele families zijn afhankelijk van het loon dat in de mijn wordt verdiend. Een staker zegt: ‘Ik heb geld nodig, mijn kinderen hebben het moeilijk op school.
Waarom?
Het boek is een verslag van een rauwe werkelijkheid en een eerbetoon aan dappere mensen die voor hun recht opkwamen. Naast de mijnwerkersinterviews bevat het boek speeches van stakingsleiders en een chronologische reconstructie van de gebeurtenissen. Heel nuttig is de politieke analyse op het einde van het boek. Daarin wordt het politieperspectief van de mainstreammedia duidelijk weerlegd.
Zoals een geïnterviewde staker redeneert: ‘Waarom moesten we worden vermoord, wij vermoordden niemand.’ Ook wordt duidelijk dat de twee vakbonden de staking niet als inzet gebruikten bij hun rivaliteit. De stakers behoorden vrijwel allemaal tot NUM en de AMCU kwam pas halverwege de staking in beeld. NUM interesseert arbeidsrecht weinig. Tekenend is het feit dat Cyril Ramaphosa, die in de jaren tachtig de NUM oprichtte, nu vicevoorzitter van het ANC is, en dat dit hem geen windeieren heeft gelegd.
De belangrijkste conclusie van het boek is dat de massamoord een van tevoren beraamde actie van de mijnbazen is geweest in samenspraak met de politie. Dat spreekt uit alle feiten. Een van de onderzoekers stelt dat het onmogelijk is dat ministers en zelfs president Zuma niet op de hoogte waren. Deze bewust gecoördineerde moordpartij is de gruwelijkste sinds de Soweto-opstanden in 1976, met als notoir verschil dat de Marikana-slachting gebeurde onder het democratisch gekozen bewind van het ANC.
Peter Alexander, Luke Sinwell, Thapelo Lekgowa, Botsang Mmope en Bongani Xezwi Marikana – a View from the Mountain and a Case to Answer Uitgeverij Bookmarks / 160 pagina’s
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op socialisme.nu.