In een aantal radiotoespraken daterend van 1974 heeft George Steiner, een denker die heel wat aanzien geniet in de wereld van de cultuur, het marxisme gerangschikt onder de moderne mythologieën (Nostalgia for the Absolute).
Volgens hem wordt een mythologie gekenmerkt door een volledig beeld van de mens “in de wereld”. Een enkele uitzondering hierin doet de mythe in elkaar storten. Het tweede criterium is een plotse openbaring aan de meester, gesterkt door canonieke teksten die door zijn discipelen worden verdedigd tegen elk ketters gevaar. Het derde criterium is een specifieke taal, met typische emblemen, beeldspraak en rituelen. Zulke criteria zijn eigen aan het christendom, maar ook, we kunnen het moeilijk ontkennen, aan bepaalde en niet weinige bewegingen die zich beroepen op Marx. Net zoals Jezus van Nazareth is Marx van Trier voor hen iemand die de totale waarheid van deze wereld heeft openbaar gemaakt: zijn leer heeft discipelen, kotst ketters uit (en liquideert ze bij gelegenheid fysiek), en zijn praktijk maakt gebruik van rituelen en emblemen.
Maar hoe verklaren we het ontstaan van wat Steiner moderne mythes noemt zoals het marxisme, de freudiaanse leer en de structurele antropologie van een Lévy-Strauss? In de eerste plaats gaat hij uit van de “dood van God”, van de morele en intellectuele leegte als gevolg van het verlies in het Westen van de greep van het christendom op de geesten, een godsdienst die zuiver formeel is geworden. De “levenskrachtige bronnen van de theologie, van een leerstellige transcendentie en systematische overtuiging, zijn opgedroogd.”
Deze leegte moet worden opgevuld, want, en hier is Steiner in overeenstemming met de “kosmologische theologie”, de mens heeft behoefte aan een alomvattende visie op de wereld, als steunpunt voor zijn moreel en intellectueel gedrag. In Vlaanderen is het Max Wildiers, een man met grote invloed op de katholieke intellectuele kringen, die een dergelijke kosmologische visie uitdraagt (Theologie op nieuwe wegen, 1986).
Sinds de aanvang van de 19de eeuw ontstonden er “substitutie-theologieën” zoals het socialisme en daarna het marxisme. Nog steeds volgens Steiner zijn deze nieuwe wereldvisies soms fel antigodsdienstig, maar toch zijn ze “in hun structuur, hun verzuchtingen en wat ze verwachten van de aanhangers diep religieus, zowel in hun strategie als in de gevolgen ervan”. “
Zoals andere constructies voortkomend uit de Franse revolutie – sociale utopie, seculier heil, messianisme – weet het marxisme zich te uiten in de bewoordingen van een historisch epos. Het spreekt over de vooruitgang van de mens – van de knechting tot het toekomstige rijk van de volkomen rechtvaardigheid. Zoals veelvuldig voorkomt in de kunst, in de muziek en in de romantische literatuur, vertolkt het marxisme de theologische leer van de val, de oerzonde en de uiteindelijke wederopstanding in historische en maatschappelijke termen. Marx zelf (sic) suggereert zijn rol als die van een Prometheus. (…) Prometheus/Marx zal de geknechte mensheid naar een nieuwe dageraad van vrijheid leiden. Eens was de mens onschuldig, vrij van uitbuiting. Welke sinistere vergissing, welk somber misdrijf heeft hem in ongenade doen vallen?”
Het staat iedereen vrij Marx te interpreteren naar het hem goeddunkt, maar ik ken geen enkel geschrift van Marx waarin deze zich in Steiner’s zin uitlaat. Integendeel zelfs. Er is geen sprake van een oerzonde maar van maatschappelijke ontwikkeling. Hij veroordeelt zelfs de kapitalistische uitbuiter niet, die in Marx’ ogen geen diefstal pleegt maar gehoorzaamt aan de noodzakelijkheid om kapitaal te accumuleren en daarom de arbeidskracht moet uitbuiten. Hij belooft geen paradijs en hij spreekt in vage bewoordingen over de toekomstige samenleving. Luisterend naar George Steiner zou Karl Marx volgens mij gereageerd hebben, zoals hij dat nog gedaan had, met: “Als dit marxisme is dan ben ik geen marxist”.
Steiner is niet de eerste die beweerd heeft dat Marx een eschatologie, een leer der laatste dingen aanbiedt die zijn oorsprong vind in het Jodendom en diens christelijke gedaanteverandering. Men heeft zelfs aangevoerd dat hij afstamt van een geslacht van rabbijnen, alsof de profetische gave doorgegeven wordt door de genen. Steiner heeft wel gelijk als hij bepaalde marxismes, zoals bijvoorbeeld het “marxisme-leninisme”, een uitvinding van Zinovjev-Stalin die heel wat goedbedoelende mensen in zijn ban kreeg, afbeeldt als een soort religie, of ten minste als een universeel onaantastbaar dogma dat alles verklaart.
Marx zelf beperkte zich tot een kritiek van de burgerlijke politieke economie en trok uit die kritiek politieke en methodologische conclusies. Steiner verwijst naar de manuscripten van de jonge Marx, die zogeheten Parijse manuscripten uit 1844, die na hun publicatie in de jaren 1930, een nieuw licht wierpen op een Marx die zich bezig hield met het wezen van de mens, de mens als “soortelijk wezen” en zijn vervreemding, wat de interesse opwekte van een franje theologen op zoek naar nieuwe wegen, los van het positivisme en het determinisme.
Geestelijke vervreemding paste beter in het christelijk keurslijf dan materiële. Maar de Marx van Das Kapital en van de Internationale is heel wat minder romantisch en veel concreter dan de Marx van 1844. In de 6de stelling tegen Feuerbach betwist hij deze denker die “de religieuze essentie oplost in de menselijke essentie. Maar de menselijke essentie [wezen] is geen abstractie eigen aan het aparte individu. In zijn werkelijkheid is het het geheel van de maatschappelijke verhoudingen”, en in de 8e stelling schrijft hij dat “Alle maatschappelijk leven is in wezen praktisch. Alle mysteries die de theorie oriënteren naar de mystiek, vinden hun rationele oplossing in de menselijke praxis en in het begrijpen van deze praxis.”
We moeten ons afvragen hoe het komt dat een gecultiveerd man als George Steiner zulke misverstanden over Karl Marx propageert, een man die een felle vijand was van denkwijzen die stoelen op als absoluut opgevatte begrippen, zoals het geval is in een religie. Er is geen spoortje nostalgie voor het absolute in deze revolutionaire denker en activist. Hier slaat Steiner de bal mis.