Op woensdag 7 oktober kwamen we opnieuw met zeer veel volk op straat tegen het antisociale beleid van de regeringen. Een beetje tot ons aller verbazing waren we opnieuw met rond de 100 000, uit Vlaanderen, Wallonië en Brussel. De betogers kwamen wel degelijk uit het ganse land, zoals iedereen ’s morgens in de stations en op de manifestatie zelf kon vaststellen. Veel rood, veel groen, niet zoveel blauw.
De opnieuw enorme opkomst was inderdaad een beetje verbazend, er kon immers helaas niet gezegd worden dat alle bonden en vakbondscentrales even hard gemobiliseerd hadden als vorig jaar, en ook de demoralisatie en het ongenoegen bij toch behoorlijk wat leden en militanten na het de facto stil leggen van de acties in januari, en het uitblijven van een serieus nieuw actieplan, speelden de mobilisatie parten.
Voeg daar bovenop het feit dat de regering intussen heel wat slagen thuis haalde, zonder noemenswaardig verzet op straat, en het feit dat toch nog zo veel activisten zich blijven verzetten, en daarvoor elke gelegenheid die zich aandient aangrijpen, mag als een kleine ode aan de taaiheid van de Belgische syndicalisten, en de sociale bewegingen en het sociale verzet in het algemeen, worden beschouwd.
Brede steun
De vakbonden worden in hun strijd ook nog steeds breed gesteund en vervoegd door heel wat andere bewegingen, die naast de aanklacht tegen de sociale afbraak ook hun eigen eisen en verzuchtingen inbrengen: Er was natuurlijk de opgemerkte en welkome steun van Hart boven Hard / Tout autre Chose, dat nog maar eens aantoonde allesbehalve een eendagsvlieg te zijn, maar er waren ook opnieuw zichtbare delegaties van de vrouwenbeweging (met de Vrouwenraad, VOK, Vie Féminine, enz.), de mensen zonder papieren, een groot jongerenblok met heel wat linkse jongerengroepen, enz. Dit sociaal blok met en rond de vakbeweging is een enorme troef voor het verzet, en dient dan ook goed verzorgd en gekoesterd te worden. Gedrag dat dit in gevaar brengt, en ook gewoonweg machistisch, seksistisch of racistisch is, zoals het gooien van bommetjes naar het vrouwenblok de ganse betoging lang, mag dan ook niet getolereerd worden.
Ditmaal waren ook PS, SP.A, Groen en Ecolo zichtbaarder aanwezig dan afgelopen vakbondsmobilisaties. Al is zeker niet iedereen de rol van Di Rupo en de PS in het besparingsbeleid vergeten toen Di Rupo nog premier was, getuige de vele pamfletten en stickers die op het – afgesloten- PS-hoofdkwartier waren geplakt. Nee, dan werd de aanwezigheid van de PVDA-parlementsleden, die zich tenminste vanaf dag 1 als “megafoons” van het verzet opstellen, heel wat beter gesmaakt.
De vraag van 1 miljoen: hoe nu verder?
Eigenlijk is het de vraag van 3,5 miljoen, het verzamelde ledenaantal van ACV, ABVV en ACLVB. Het is ook de vraag van de vele gepensioneerden, werklozen, zieken, jongeren, … die bikkelhard worden geraakt door het regeringsbeleid, en die nog elke week met een pakket verse maatregelen op hun kap worden getroffen. Heel wat mensen beseffen maar al te goed dat deze regering niet zomaar zal inbinden of toegevingen doen, dat ze haar beleid nooit “sociaal zal corrigeren”. Deze regering zal maar stoppen als ze valt. De nood aan een nieuw actieplan en eisen op het niveau van de uitdaging stelt zich dan ook des te scherper. Zeker nadat het vorige actieplan, met haar monsterbetoging en massaal opgevolgde 24-urenstakingen en de nationale staking van 15 december 2014, verzandde in het moeras van het sociaal overleg over kruimels en erger…
In een nieuw actieplan is zeker plaats voor nuttige “tools” op het internet, symbolische acties en manifestaties, pamflettencampagnes en al dies meer. Zo mogelijk is er nog veel meer nood aan democratische militantenvergaderingen op alle niveaus, bijeenkomsten met alle werknemers in de bedrijven, een actieve betrokkenheid van miljoenen vakbondsleden en nauwe banden met de andere sociale bewegingen.
Maar een actieplan de naam echt waardig moet de kwestie van een plan van stakingen in crescendo stellen, van 24-urenstakingen naar de nationale staking tot de finish, gepaard met massale actie op straat. Het actieplan moet deze opbouw kennen op relatief korte termijn, van weken en maanden, en zeker geen jaren, zolang kunnen velen onder ons het met deze regeringen en hun afbraakbeleid immers echt niet uitzweten.
Het idee dat leeft bij nogal wat vakbondsleiders dat we weliswaar het sociaal verzet moeten verder zetten, maar dat de regering ten val brengen niet echt aan de orde is, en we dus de tijd kunnen en moeten nemen, gaat voorbij aan de noden van zeer veel mensen die vandaag al volop slachtoffer zijn van de besparingen, en aan de demobilisatie en dreigende demoralisatie die zulke aanpak bij de vakbondsmilitanten dreigt teweeg te brengen.
Ook een terugplooi op de zogezegd “sterkste en meest strijdbare delen” van de vakbonden (lees: in de “rode bastions” in sommige delen van Wallonië) kunnen enkel en tot isolement en dus nederlagen op termijn leiden, en betekent in de praktijk vooral een weigering om het gevecht binnen de vakbeweging in haar geheel, dus ook de vakbonden in Vlaanderen, en in en voor het gemeenschappelijk vakbondsfront met het ACV, aan te gaan.
We denken dan ook dat alle militanten de komende dagen in hun vakbond op tafel moeten kloppen waar ze ook maar kunnen: voor een echt actieplan, met stakingen, in gemeenschappelijk vakbondsfront, met steun van de andere sociale bewegingen!
Een fotoreportage (foto’s: David Baele, Rafik Khalfaoui, Freddy Matthieu, Guy Van Sinoy, Peter Veltmans)