Op 17 maart kondigde Zoé Konstantopoulo, de woordvoerster van het Griekse parlement, de oprichting aan van een commissie die de Griekse staatsschuld gaat onderzoeken. Konstantopoulo verklaarde dat het ‘de bedoeling is om elke schuld die door de Griekse regering is aangegaan te onderzoeken en te bepalen of die als illegaal, niet-legitiem of giftig beschouwd moet worden.’ Ze verklaarde ook dat het Griekse volk ‘het recht heeft te eisen dat elk deel van de Griekse schuld dat uiteindelijk als illegaal wordt bestempeld, wordt afgeschreven.’
De wetenschappelijke coördinatie van deze commissie zal onder leiding staan van Eric Toussaint.(1) Begin maart interviewde Kristina Bozic hem voor het Sloveense weekblad Dnevnik over de Griekse schulden.
De meest gebruikte argumenten tegen het herstructureren en afschrijven van de schuld zijn gebaseerd op de overtuiging dat akkoorden en wetten nageleefd moeten worden. Jij beweert dat schulden onwettig kunnen zijn en dat hun kwijtschelding nodig is om de rechtsstaat en de eerbiediging van de grondwet mogelijk te maken. Op welk wettelijk kader en op welke argumenten baseer je die overtuiging?
Een eerste les uit de geschiedenis zou moeten zijn dat schulden vaak zijn afgeschreven. De grootste schuldkwijtschelding in de 20e eeuw was de Duitse schuld in het akkoord van Londen in 1953. 62 procent van de Duitse schuld werd toen afgeschreven.(2) Bovendien werden de schuldeisers het eens om hun eisen tot Duitse schadeloosstellingen – voor de bezetting en de vernielingen door het naziregime tijdens de Tweede Wereldoorlog – op te geven. Hier waren de schuldeisers het dus onderling eens om een belangrijke schuld kwijt te schelden. Later werd de Poolse schuld afgeschreven toen Polen onder president Walesa, het Warschau Pact verliet. In 2004 werd 80 procent van de schuld van Irak kwijtgescholden. Er zijn dus talloze voorbeelden van het kwijtschelden van de schuldenlast.
De wettige basis voor een land om als soevereine staat te beslissen zijn schuld niet terug te betalen is gebaseerd op zijn grondwet of op het feit dat er voor de Staat verplichtingen bestaan die voorrang hebben boven het terugbetalen van schulden. Dat heeft meestal te maken met de plicht om de mensenrechten van de bevolking te waarborgen. Deze verplichting heeft voorrang op elke andere verplichting, ook op die om een schuld terug te betalen, als die terugbetaling het voor de regering onmogelijk maakt openbare gezondheidszorg, openbaar onderwijs, de vrede en de veiligheid van de bevolking te waarborgen. De regering kan in dat geval beslissen die schuld niet terug te betalen.
Wanneer bovendien de schuld die door schuldeisers wordt opgeëist illegaal is, is het contract voor die schuld van nul en generlei waarde. Dan kan de soevereine staat aan zijn schuldeisers zeggen dat wat ze als terugbetaling opeisen, in feite niet wettig is. Binnen de Eurozone kunnen we stellen dat ten minste een deel van de leningen toegestaan door de Trojka – bestaande uit de Europese Centrale Bank, de Europese Commissie en het Internationaal Monetair Fonds – aan Griekenland en aan Ierland in 2010, aan Portugal in 2011 en aan Cyprus in 2013, illegaal waren. Mijn stelling is dat alle leningen aan Griekenland in feite illegaal waren.
Maar de meeste mensen zullen zeggen dat de Griekse regering heeft ingestemd met de voorwaarden van die schuld en zelfs om de leningen heeft gevraagd. Waarom ben je niet overtuigd door die argumenten?
In 2010 heeft de Griekse regering de Griekse Grondwet niet geëerbiedigd. Ze hebben de leningen van de Trojka aanvaard zonder het parlement te raadplegen. En bovendien had de Trojka, als betrokken partij in dit contract, de verplichting om na te gaan of de grondwet van het land dat de schulden aanging wel werd gerespecteerd; met andere woorden, of de andere partij zich aan de wet hield.
Verder moeten we ook het handelen van de staten die het krediet verleenden, nagaan. In 2010 hebben 14 staten, leden van de Eurozone, voor 53 miljard euro aan bilaterale leningen gegeven. Maar artikel 125 van het Verdrag over het functioneren van de Europese Unie stelt dat geen enkele staat in de EU zijn financiële middelen mag aanwenden om de financiën van een andere lidstaat te ondersteunen. Dit artikel, en daarmee dus de grondwettelijke basis van de EU, is niet geëerbiedigd.
We hebben dus een situatie waarbij de Griekse regering de Griekse Grondwet niet eerbiedigde en deze veertien lidstaten van de EU de ‘Grondwet’ van de EU niet eerbiedigden.
Dit is belangrijk, omdat de nieuwe Griekse regering die door democratische verkiezingen aan de macht is gekomen nu kan stellen dat noch de Griekse, noch de Europese Grondwet zijn geëerbiedigd. En ook het statuut en de regels van het IMF zijn tijdens de periode van de hulp (bailout) aan Griekenland – waaraan het IMF deelnam – met voeten getreden. Er bestaat dus een wettige basis om te stellen dat de schuld onwettig is en niet hoeft te worden terugbetaald.
Maar er zijn toch legale middelen om dergelijke wettelijke argumenten af te kunnen dwingen? De Raad van Europa kwam tot het besluit dat de gevolgen van de bezuinigingsmaatregelen in tegenspraak zijn met de normen van de Europese Conventie voor de Rechten van de Mens, maar toch is er niets veranderd. Het Europees Parlement kwam tot het besluit dat het handelen van de Trojka elk wettelijk kader miste. Maar in februari zagen we dat er botte machtspolitiek werd gebruikt om deze illegale situatie verder door te zetten.
Er is geen enkele Europese instelling die tussenbeide kon komen en steun en argumenten kon geven aan de SYRIZA regering om de schuld niet terug te betalen. Er is geen autoriteit die de nieuwe Griekse regering toestemming kan geven om de publieke schuld niet terug te betalen. In zo’n situatie zou een democratische regering een soevereine daad moeten stellen, steunend op legale argumenten. Zo’n soevereine daad is een aanvaardbare en erkende handeling binnen de internationale gemeenschap. Maar de regering moet dan ook haar verantwoordelijkheid nemen en zich bewust zijn van de gevolgen. Dit is een mogelijke optie, zeker omdat een dergelijke regering niet uit de Eurozone gezet kan worden omdat hiervoor geen mechanismen bestaan.
Maar een dergelijke soevereine daad zou betekenen dat eenzijdig de beslissing wordt genomen om te stoppen met het terugbetalen van de schuld, gevolgd door een ingebrekestelling en dus geen afschaffing van de schuld zoals dat gebeurde met Duitsland na de Tweede Wereldoorlog?
Het akkoord van Londen over de Duitse schuldenlast laat zien dat Duitsland vanaf 1932 in gebreke is gebleven. Het was dus in het belang van de schuldeisers om die schuld in 1953 af te schrijven. Anderzijds, als het in gebreke blijven gebeurt omwille van goede argumenten, omwille van de verdediging van het internationaal recht en de prioritaire verplichting van een staat om de mensenrechten van al zijn inwoners te verdedigen, dan veroorzaakt het in gebreke blijven een nieuwe machtsrelatie met de schuldeisers. Ze hebben alleen maar macht zolang de schuld wordt terugbetaald.
De schuldeisers hebben een probleem wanneer je besluit dat niet meer te doen. Dat lijkt triviaal maar het is heel reëel. Als je 1000£ schulden hebt bij de bank, zo stelde John Maynard Keynes, en je kan ze niet terugbetalen, dan heb jij een probleem. Maar wanneer je voor 10 miljoen niet terugbetaalbare schulden hebt bij de bank, dan heeft die bank een probleem. Dat zou gebruikt moeten worden als argument voor het garanderen van de mensenrechten.
Ik verdedig niet het stopzetten van het betalen van de schuld in situaties waar dit niet gebeurt in naam van het internationaal recht en ter verdediging van de mensenrechten. Maar zoals ik samen met Damien Millet aantoonde in het boek AAA, zat Griekenland gevangen in de EU en de Eurozone. Ik heb aangetoond dat de Trojka tussen 2010 en 2012 voor het eerst leningen aan Griekenland gaf met de eis dat dit geld gebruikt zou worden om de Franse, Belgische, Duitse, Italiaanse en andere private banken – die eerder geld hadden geleend aan Griekenland – terug te betalen.
De leningen van de Trojka waren er dus niet op gericht om de Griekse economie en de bevolking te steunen. Het geld van de Trojka had slechts één doel: de onmiddellijke terugbetaling van de private banken die verantwoordelijk waren voor de leningen aan Griekenland vóór 2010, zonder enige controle op de mogelijkheden van Griekenland om dat geld terug te betalen. Het is erg belangrijk dat de Europese burgers dit weten en begrijpen. Er zijn zoveel leugens en beweringen verspreid die verdraaien wat er echt gebeurd is in Griekenland, de Grieken worden afgeschilderd als corrupt en lui… Dat is totaal onrechtvaardig.
Wat mensen moeten begrijpen is dat de opbouw van de EU en van de Eurozone alleen dient voor de bijzondere belangen van een kleine geprivilegieerde minderheid in de EU, namelijk de grote particuliere ondernemingen. Zij zijn geen voorstanders van een echte integratie ten gunste van de volkeren van Europa. Om echte voorstellen voor verandering te kunnen formuleren, moeten we ons bewust zijn van wat de EU en de Eurozone in werkelijkheid betekenen.
Maar zie je een mogelijkheid om de EU en de Eurozone te hervormen, gezien de manier waarop ze zijn opgebouwd en nu functioneren?
Na de overwinning van de neoliberale ideologieen met het beleid dat sinds de jaren 1980 wordt gevoerd, hebben de privébelangen, de grote bedrijven van de sterkste economieën van de EU het karakter van de EU en de Europese integratie volledig gewijzigd. Maar de bevolkingen waren zich helemaal niet bewust van deze verandering. Het werd niet uitgelegd in het officiële discours dat de leiders van de EU voorrang gaven aan het opkomen voor de belangen van een kleine minderheid.
Officieel was er sprake van het creëren van een immense zone van welvaart, met vele nieuwe banen, een ruimte van vrede en democratie. Als de landen van ex-Joegoslavië en van Oost-Europa maar zouden toetreden tot de EU en de Eurozone, dan zou dat voorspoed en vrede garanderen.
Nu zien de mensen dat dit officiële discours een leugen was en ze zijn zich meer bewust van wat er in werkelijkheid gebeurt. Dit hebben we gezien bij de laatste Europese verkiezingen waar de opkomst laag was en er een groeiende steun was voor partijen met kritiek op de EU.
De vraag blijft hoe we deze EU kunnen veranderen, dat is een erg moeilijke vraag. Maar het antwoord is in zekere zin heel eenvoudig. Van binnenuit kunnen we de EU niet veranderen, als we in haar instellingen gevangen blijven. Die instellingen steunen op een model waarin het Europees Parlement geen werkelijke macht heeft. De macht ligt bij de Eurogroep, de Europese Commissie en de machtigste landen van de EU. Als Duitsland, Frankrijk, Italië en de Benelux een gezamenlijk standpunt innemen, dan kunnen ze dit aan de andere landen opleggen. We moeten daarom Europa opnieuw oprichten.
We hebben een regering nodig die in staat is tot ongehoorzaamheid ten opzichte van de bevelen van de Commissie als het gaat om het respecteren en garanderen van de mensenrechten van een bevolking. Een democratische regering zou dus het initiatief voor verandering kunnen nemen. Zij zou kunnen stellen dat ze binnen de EU en de Eurozone wil blijven, maar dat ze de ondemocratische politiek die door de Europese Commissie wordt opgelegd, niet meer aanvaardt. Ze zou dus concreet moeten opkomen voor het eerbiedigen van haar soevereine beslissingen ten gunste van de mensenrechten van haar bevolking.
Ben je wat dit betreft teleurgesteld in de Griekse regering?
Ik heb nog steeds grote verwachtingen in wat de Griekse regering zou kunnen doen. Het verhaal gaat verder en we zullen zien wat er de komende maanden gebeurt. De kans bestaat nog steeds dat ze een harder standpunt innemen met de massale steun van de burgers overal in Europa. Maar het is duidelijk dat het niet makkelijk is. Er zal een directe confrontatie met de centra van de macht moeten komen.
Hoe destructief zijn die machtscentra binnen de EU? In februari zagen we die enorme arrogantie van de macht. Maar tegelijkertijd waarschuwen veel mensen dat een ingebrekestelling een totaal nieuwe situatie zal scheppen.
Men is bang om een soevereine beslissing te nemen. Omdat niemand weet wat dan de volgende stap is. En we kunnen alle gevolgen niet voorzien. Maar we leren uit de geschiedenis dat wanneer er bepaalde mogelijkheden ontstaan, je zekere risico’s moet nemen. Grote veranderingen en vooruitgang zijn altijd het resultaat geweest van sterke beslissingen die getuigden van zelfvertrouwen.
In 1933 bijvoorbeeld, sloot Franklin Roosevelt gedurende 10 dagen de Amerikaanse banken om hun functioneren te hervormen en de economie van de VS opnieuw aan de gang te krijgen. Hij nam dus een gedurfde beslissing en hij was zeker geen linkse politicus. Hij nam die beslissing omdat hij geconfronteerd werd met een wanhopige toestand. Wanneer je op sommige momenten in de geschiedenis niet dit soort moedige beslissingen neemt, mis je een historische kans. Er is ongetwijfeld de angst voor wat er zal gebeuren wanneer een regering de beslissing neemt om de schuldbetalingen op te schorten, maar ik ben er van overtuigd dat, als je een samenhangend plan hebt, je een dergelijke toestand aankan.
Als eerste stap zou je de controle over de banken moeten overnemen en garant moeten staan voor het daar gedeponeerde geld; vervolgens moet de kapitaalstroom gecontroleerd worden om kapitaalsvlucht tegen te gaan. Dit is mogelijk en gebeurde al eerder. Toen in maart 2013 Cyprus – als gevolg van het beleid in de EU en de Eurozone – door de crisis werd getroffen, besliste de regering, met de steun van de landen van de Eurozone, om de bewegingen van het kapitaal te controleren. Een dergelijke controle op het kapitaal bestaat in IJsland sinds 2008 en het wordt als een succesverhaal beschouwd.
Er zijn dus voorbeelden in de 20ste eeuw en uit de laatste tien jaar van krachtige regeringsmaatregelen, zowel in Europa als in de VS. Kijken we nog verder, dan zien we nog meer voorbeelden. Ik was adviseur van de regering van Ecuador in 2007 en 2008, toen die besliste een audit te organiseren en de betaling van de schuld op te schorten. Dit werd een echt succes. Nu is de economische situatie goed, de werkloosheid is laag en de levensomstandigheden van de bevolking zijn verbeterd. Ze zijn de confrontatie met schuldeisers terecht aangegaan.
Een van de doelstellingen van mijn werk is dergelijke succesvolle voorbeelden van ongehoorzaamheid, van alternatieven en van weerstand een brede bekendheid te geven. Ze tonen aan dat er alternatieven mogelijk zijn en dat ze bestaan. De mensen die beweren dat er geen alternatief is, vergissen zich. Je moet alleen genoeg moed hebben en in staat zijn ze toe te passen.
Keren we even terug naar je redenering over het afschaffen van de schulden op basis van de grondwet en de mensenrechten: toch hebben grondwettelijke hoven herhaaldelijk de bezuinigingspolitiek en een Europees fiscaal beleid verdedigd
in naam van de verdediging op lange termijn van de mensenrechten. In hun redenering is de goede werking van de financiële markten de voorwaarde voor het vervullen van de verplichtingen van de staat in het kader van mensenrechten. Hoe antwoord je hierop?
In veel landen wordt het grondwettelijk hof gecontroleerd door conservatieve krachten. Het grondwettelijk hof kan op die manier redenen en argumenten aanbieden aan de uitvoerende macht terwijl ook het parlement gecontroleerd wordt door de uitvoerende macht van de regering. Dit is ook het geval in de EU waar de Commissie de controle uitoefent over het Europees Parlement en de lidstaten.
Kijken we opnieuw terug naar de New Deal in de jaren 1930, dan zien we dat meerdere besluiten van Franklin Roosevelt, eerst als ongrondwettig werden beschouwd door het Hooggerechtshof van de VS. Toen Roosevelt het minimumloon doordrukte, steunend op federale wetgeving, werd zijn beslissing teniet gedaan door het Hooggerechtshof. Maar Roosevelt hield de strijd tegen het Hof meerdere jaren vol. En uiteindelijk kon hij de New Deal doordrukken dankzij de steun van de bevolking.
Dit bewijst dat Hogere en Grondwettelijke Gerechtshoven vaak de Grondwet interpreteren en daarbij bepaalde wetten aanvaarden en bevestigen die in tegenspraak zijn met de geest en de letter van de grondwet. Zij leggen hun besluiten voor en passen hun oordelen aan, aan wat de uitvoerende macht hen vraagt. Daarom is deelname en mobilisatie van de burgers nodig om druk uit te oefenen en een democratisch gekozen regering te ondersteunen. Dat kan het verschil maken en zo bijdragen aan de noodzakelijke verandering.
Als we naar IJsland kijken, dan is dat exact wat daar gebeurd is tussen 2008 en 2012. De bevolking was gemobiliseerd, ze kwam de straat op en oefende een enorme druk uit op de instellingen. Dat was de enig mogelijke weg. Nu is IJsland het enige land dat na de financiële crisis privébankiers in de gevangenis heeft gezet. Geen enkel ander Europees land heeft dit aangedurfd. En het was het resultaat van de mobilisatie van de bevolking. Een combinatie van massale mobilisaties en een democratisch verkozen regering die de toestand wil veranderen en hierbij de steun nodig heeft van de bevolking, is van doorslaggevend belang. De burgers moeten actief blijven en echt verandering willen. zo niet dan zullen de conservatieve instellingen en machten hetzelfde conservatieve neoliberale en ondemocratisch beleid blijven voeren.
Groeit volgens jou deze politieke steun en de mobilisatie of zien we een normalisering en een vraag naar stabiliteit door de bevolking?
Ik denk dat er nog steeds een goede mobilisatie is. Vooral wanneer we kijken naar het groeiende besef bij de bevolking over wat er gebeurt. Over sommige acties van de Griekse regering was ik teleurgesteld. Maar dat was niet zo bij de meerderheid van de bevolking. Zij geloven dat Alexis Tsipras en zijn regering erin geslaagd zijn een wapenstilstand af te dwingen van de Eurogroep. Het Griekse volk ziet dit als een eerste overwinning. Wat er de komende maanden gaat gebeuren staat niet vast. We zullen zien wat er in Griekenland, in Spanje gebeurt… Er is meer en meer steun voor een fundamentele verandering. Het zal tijd vragen, jaren, maar ondanks de moeilijkheden blijf ik vertrouwen hebben. De mogelijkheid voor positieve veranderingen is nog steeds aanwezig.
Noten: