Op 20 augustus was het zover. Mensen met een milieubewustzijn zetten toen op de sociale media links naar persberichten over de dag van de “globale overschrijding”. “Vanaf vandaag leven de mensen op krediet ten opzichte van de Aarde”, kon men lezen.
Deze stelling steunt op de berekening van de ecologische impact van de mensheid, namelijk, de oppervlakte die nodig is om infrastructuur in stand te houden, het voedsel te produceren en de afval die uit het energieverbruik voortkomt, te absorberen.
Dat oppervlak kan worden uitgedrukt in het aantal planeten. Men kan ook – en dit komt op hetzelfde neer – elke jaar de dag bepalen waar we de hoeveelheid grondstoffen die de aarde kan produceren en de hoeveelheid afval die in een jaar kan geabsorbeerd worden, hebben bereikt. Deze manier om het begrip voetafdruk in een duidelijk beeld om te zetten, is heel efficiënt.
“Op 20 augustus heeft de wereldbevolking de totale hoeveelheid natuurlijke hulpbronnen die de Aarde in een jaar tijd kan dragen, opgebruikt. Dit plafond werd door de mensen voor het eerst bereikt op 19 december 1987. Deze “World Overshoot Day” schuift steeds verder op naar het begin van het jaar. In 2013 viel hij twee dagen eerder dan in 2012. Wanneer je dit leest dan besef je dat “dit” niet zo verder kan, zo niet is het einde in zicht. En inderdaad, “dit” gaat niet. Klimaatsverandering, verlies van biodiversiteit, chemische vergiftiging van de planeet, …: het huidige ontwikkelingsmodel is onhoudbaar omdat de ecologische grenzen niet worden geëerbiedigd.
Het begrip “ecologische voetafdruk” heeft zeker zijn nut om deze boodschap over te brengen. Maar we moeten wel heel kritisch zijn in verband met alle pogingen om die te gebruiken als de indicator voor een politiek beleid van duurzaamheid.
Wanneer we uitsluitend dit begrip gebruiken, dan zijn de verschillen tussen de landen alleen maar te wijten aan de consumptie per inwoner. En dan hebben alleen de allerarmste landen een duurzame manier van leven. Denk even aan Haïti en je ziet onmiddellijk hoe fout een dergelijk besluit is.
Naast de consumptie, richt het idee van de voetafdruk zich ook op de bevolkingsgroei. En die is hoger in de landen van het Zuiden. Zo wordt met de voetafdruk de verantwoordelijkheid van de “ontwikkelde” landen, afgezwakt, terwijl zij toch de hoofdverantwoordelijkheid dragen voor de milieucrisis.
Kortom, de boodschap in de grote media en van het WWF is de volgende: “Bevolkingsgroei en consumptie per inwoner zijn de belangrijkste oorzaken van de verloedering van ons milieu.” En dan kan je al gauw besluiten dat de “dag van het globale overschrijden” kan verlaat worden indien mensen in het Noorden minder zouden eten en in het Zuiden minder kinderen zouden maken.
De bevolkingsaantallen spelen natuurlijk een rol in het ecologisch evenwicht, maar die veranderen niet erg snel omdat het geboortecijfer afhankelijk is van complexe sociale factoren zoals sociale zekerheid, het recht op zelfbeschikking van de vrouw, enz. Voorzichtigheid en vooral respect voor de mensen, is hier de grondregel.
Voor wat betreft die “mensen in het Noorden”, inderdaad, gemiddeld consumeren ze te veel. Maar wanneer men leest “indien iedereen zou leven als een Belg (welke Belg?), zouden er drie planeten nodig zijn”, dan beginnen we wel het vermoeden te krijgen dat die voetafdruk impliciet wordt gebruikt om de boodschap over te brengen dat we allemaal onze broekriem moeten aanspannen.
Zowel voor wat betreft het Noorden als het Zuiden, houdt die voetafdruk geen rekening met ongelijkheden en met andere sociale factoren die toch wel bepalend zijn.
Een ander heel belangrijk probleem is het feit dat die voetafdruk de fundamentele oorzaak van de milieuverloedering wegmoffelt, namelijk de klimaatsopwarming veroorzaakt door de fossiele brandstoffen.
De absorptie van afval door ons energieverbruik is verantwoordelijk voor ongeveer twee derden van de afdruk of zelfs meer in de meest vervuilende landen. Wat betekent dat dan? Dat het grootste deel van de oppervlakte die theoretisch voor het menselijk leven nodig is – dus het grootste deel van de afdruk – kan worden gecompenseerd door bomen te planten die het CO2 absorberen dat afkomstig is van het verbranden van olie, gas en steenkool.
En we zullen gewoon geen tweede of derde planeet nodig hebben indien we onmiddellijk de energietransitie doorvoeren naar een maatschappij die alleen steunt op hernieuwbare energiebronnen, wat technisch perfect mogelijk is.
En deze waarheid komt niet naar voor in het cijfer van de voetafdruk. Wij trekken hieruit toch wel heel andere besluiten dan het WWF.
In plaats van “de bevolking” of “de consumptie” als schuldigen aan te duiden, wijzen wij de echte schuldigen aan: de bedrijven die de fossiele brandstoffen controleren en deze zo lang mogelijk willen benutten omdat ze een monopolie hebben op de prijzen en dit hen enorme winsten opbrengt.
Niet de gemiddelde “Belg” of “Nederlander” moeten we aanklagen maar wel de financiële groepen die blijven investeren in fossiele brandstoffen waardoor ze een deel van die enorme winsten kunnen binnen halen.
We moeten ons niet onmachteloos voelen door de schrikbeelden van een naderend einde van de wereld maar wel mobiliseren voor een andere politiek. Alle regeringen verdedigen de privilegies van diegenen die zichzelf verrijken ten koste van het uitbuiten van arbeid en natuur.
Anders Levermann is onderzoeker bij het Potsdam Institute for Climate Impact Research, en lead author van het hoofdstuk over de stijging van de zeespiegel in het laatste IPCC rapport. Hij schat dat elke graad opwarming van de aarde, in vergelijking met de 18de eeuw, automatisch een stijging van de zeespiegel met 2,3 meter zal veroorzaken.
We zijn nu aan een temperatuurstijging van 0,8°C sedert de start van de industriële revolutie en rekening houdend met de tot nu toe geplande maatregelen, zullen we aan het eind van deze eeuw een opwarming van 3,5°C tot 4°C bereiken.
Wanneer zal de grens van ons geduld eindelijk worden bereikt?
Zie ook:
http://www.realclimate.org/
http://www.wnf.nl/voetafdruktest/
Met dank aan Marijke Colle voor de vertaling.