Het gebeurt niet alle dagen, maar het decor van Jeff Nichols’ film MUD is dat van de kleine luiden aan de oevers van de Mississippi. De zonsondergangen zijn prachtig, de wereld van de mensen afzichtelijk behalve voor wie van pittoreske armoede houdt, genre Geographical Magazine. In de bioscoop zijn we gewend aan de residentiële wijken van de kleine en middelgrote Amerikaanse burgerij, maar dit keer staan we te midden in het proletariaat.
Het centrale thema van deze met duizend middelen aangeprezen film die het trage ritme van de stroom volgt, is de liefde in de meest algemene betekenis van het woord. Je moordt uit liefde, ouders houden van hun kinderen, de kinderen houden van hun ouders maar die verliezen zelf hun liefde voor elkaar, je leert de wereld van de volwassenen kennen met je eerste liefdesverdriet . gEn had ik de liefde niet, zo ware ik niets. Zo blijven dan: geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefdeh, aldus de apostel Paulus (Korintiërs, I, 13). Een begrip zoals de liefde veralgemenen, tot het absolute verheffen, los van zijn context en van zijn diverse maatschappelijke bepalingen, is dodelijk voor het begrip, maakt het nietszeggend. Daarom stak Marx de draak met de dromers van het absolute.
In MUD doordringt de mystieke opvatting van de liefde de modder van de Mississippi.
Het thema van de liefde is natuurlijk ook een element van de romantische cultuur, van de mentaliteit die ontstaan is met en tegen de kapitalistische industrialisatie van Europa. Het gaat om een visie die volgens mij, met alle respect voor het “revolutionaire romantisme van de herbetovering” , in het algemeen conservatief is en in vele gevallen ronduit reactionair. “O !” hoor ik zuchten, “Laten we terugkeren in de schoot van Moeder Natuur, de door de menselijke hebzucht ongerepte godin ! Dat we opnieuw, in de bijbelse betekenis van het woord, onnozele, vlekkeloze, onschuldige kinderen mogen worden! “ De twee knapen in MUD zijn nog niet verminkt door het leven, misschien omdat zij opgroeien in de volle natuur”, aldus regisseur Jeff Nichols. De natuur is volgens hem “een organisme dat zich vertoont in zijn bloeiende schoonheid, een metafoor van het leven in zijn volheid”. Het kan niet romantischer. Het gaat om het heimwee naar een wereld die niet meer bestaat en een verloren kindertijd. Nichols heeft niet in de gaten dat de natuur zoals wij die vandaag kennen grotendeels gemaakt is door de mens. Uit al die geprezen bespiegelingen trekken we echter geen lering, het verwekt enkel wat emoties bij de toeschouwer.
Toch heeft de film een interessante kant, namelijk het verwerpen van het manicheïsme, van de manier om alles in zwart en wit te bekijken, op te delen in duivels en engelachtig. Jeff Nichols maakt van zijn personages mensen die leven met contradictoire gevoelens en manieren van handelen. Zo zijn namelijk echte mensen.
Ik las ergens dat de romantische kunstenaars voorstanders waren van een combinatie van het groteske, het vulgaire en het sublieme. MUD is daar een voorbeeld van : het groteske (de scholieren), het vulgaire (het meisje Juniper) en het sublieme (de Mississippi). De finale scène toont ons de geslaagde ontsnapping van Tom, die een moord “uit liefde” op zijn geweten heeft. Ik heb de betekenis daarvan niet begrepen. De daaraan voorafgaande scène heb ik wel begrepen: de afbraak van de hut en de verhuizing van Ellis naar de stad betekent het einde van de fusie met de natuur, het einde van de kinderjaren, de tocht naar de hatelijke werkelijkheid der volwassenen met hun leugens en compromissen.
Men heeft in verband met deze film verwezen naar de Amerikaanse schrijver Mark Twain en diens beroemde boek Huckleberry Finn, een, jongensavontuur dat zich afspeelt op de Mississippi. Ik miste in MUD echter de kritische ironie van die grote verteller. Ik heb me in de 2 uren en 10 minuten die de film duurt eigenlijk zitten vervelen.