Eind december, meer bepaald op de laatste dag van 2014, is in het Belgisch Staatsblad een KB verschenen over de nieuwe regels rond werklozen en brugpensioenen. Zij zijn het resultaat van de eerste onderhandelingen die na de uiterst geslaagde mobilisaties en stakingen zijn gevoerd rond deze punten.
De cruciale vraag is dus: zijn er arbeiders of bedienden die vroeger niet in brugpensioen konden gaan onder de regels van het regeerakkoord die het nu wel kunnen? Kunnen oudere werklozen die na een lange loopbaan vrijstelling konden krijgen van activering deze behouden? Het antwoord is tweemaal neen.
Hierop is een uitzondering: de drastische stap voor brugpensioenen in geval van herstructurering of sluiting wordt gefaseerd in de tijd. Weliswaar als hierover akkoorden worden afgesloten. Veel erger is nog dat in hetzelfde KB het statuut van het brugpensioen wordt afgeschaft. En dit met het unaniem advies van het beheerscomite van de RVA, dat paritair is samengesteld.Er zijn drie essentiele verschillen tussen het statuut van een werkloze en een bruggepensioneerde: een bruggepensioneerde wordt niet ingeschreven als werkzoekende, hij heeft geen dopkaart en hij is niet beschikbaar op de arbeidsmarkt en wordt hierop niet gecontroleerd. Deze drie zaken zijn alle drie veranderd en dit zowel voor de bestaande bruggepensioneerden als voor de nieuwe.
De bestaande en de nieuwe bruggepensioneerden zullen beschikbaar moeten blijven op de arbeidsmarkt tot hun pensioenleeftijd, met als enige uitzondering bestaande bruggepensioneerden die ten laatste in december 2014 een uitkering kregen en minstens 60 jaar zijn
Hetzelfde geldt voor oudere werklozen die vroeger na een leeftijd van 50 jaar en een loopbaan van 38 jaar vrijstelling konden aanvragen.
Hierover kan nog onderhandeld worden, maar dit zijn de eerste KB’s die verschenen zijn. De eerste resultaten van de onderhandelingen zijn in ieder geval erg teleurstellend. En dit ondanks de sterke mobilisaties op de vloer.