Het is al weer weken geleden dat er op 5 september een staakt-het-vuren werd getekend in Minsk. En hoewel beide partijen – aan de ene kant Oekraïne en aan de andere kant de niet-erkende ‘volksrepublieken’ – bijna dagelijkse schendingen van de wapenstilstand door de andere partij aanklagen, kunnen we nu al zeggen dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat het akkoord de komende weken officieel verbroken zal worden. Het staakt-het-vuren, de ‘Wapenstilstand van Minsk’, maakt het bevriezen van het conflict op een beslissend moment mogelijk.
Het ‘Akkoord van Minsk’ is niet in staat gebleken precieze antwoorden te geven op de vragen die door het conflict in het oosten van Oekraïne worden opgeroepen, zelfs niet op de belangrijkste vraag: wie zijn de echte deelnemers aan het conflict en wat zijn hun echte doelstellingen. Op de agenda van de onderhandelingen in Minsk stond de discussie over het plan voorgesteld door Vladimir Poetin zelf maar Rusland blijft ontkennen dat het een rol speelt als een van de belanghebbenden in het conflict. Ondanks een groeiend aantal feiten die de directe aanwezigheid van Russische troepen op het grondgebied van Oekraïne bewijzen, blijft de strategie van het Kremlin ongewijzigd: het speelt de rol van een bezorgde ‘derde partij’ die bereid is het lot van de staat Oekraïne met zijn ‘westerse partners’ te bezegelen. Het bloedvergieten in de Donbass heeft al meer dan 5.000 burgers het leven gekost. En dit moet onvermijdelijk gezien worden tegen de achtergrond voor het vinden van een akkoord dat de plaats van Rusland in de post-Sovjet ruimte en ook in het systeem van de internationale relaties met het Westen definieert.
Voor er geen weg terug meer is
Het akkoord dat in Minsk werd ondertekend, spreekt zich niet uit over de status van de ‘volksrepublieken’ of over hun grenzen (die ofwel overeenkomen met de administratieve grenzen van de oblasts van Loegansk en Donetsk ofwel met een veel kleiner deel van die gebieden dat effectief onder de controle is van de pro-Russische groepen). Maar toch legt deze overeenkomst het meest belangrijke vast: het einde van de militaire operaties met als perspectief het oplossen van het conflict. De nederlagen van de ‘antiterroristische operaties’ door het leger, de groeiende afkeer van de maatschappij ten opzichte van deze oorlog (volgens recente peilingen is meer dan de helft van de Oekraïners voorstander van het onmiddellijk en onvoorwaardelijk stopzetten van de militaire operaties) en de ineenstorting van de nationale economie dwingen de Oekraïense autoriteiten tot de ondertekening van de wapenstilstand. De balans van de NAVO top in Wales, waar letterlijk alle militaire hulp aan de Oekraïne werd geweigerd, was ook een belangrijk argument: de 16 miljoen euro die gul werden beloofd om aan de behoeften van Oekraïne te voldoen, volstaan nauwelijks om drie tanks te kopen…
Het is voor Rusland bovendien bijna onmogelijk zijn volle deelname in het conflict te verbergen: tijdens de laatste week van augustus begonnen de media van de Russische oppositie bewijzen te publiceren van geheime begrafenissen van parachutisten die gedood waren in actie en de onafhankelijke ‘Comités van Moeders van Soldaten” brachten berichten over honderden soldaten die tijdens hun legerdienst gedood of gewond waren geraakt op Oekraïens grondgebied.
Tenslotte heeft de economische en sociale ramp die Donetsk, Loegansk en andere steden in het gebied treft, een zodanige schaal bereikt dat er een gevaar bestaat van het bereiken van een onomkeerbare toestand. De meeste van de honderdduizenden vluchtelingen die zich ofwel in Rusland ofwel in de centrale of westerse gedeelten van de Oekraïne hebben gevestigd, hopen zo vlug mogelijk naar huis te kunnen terugkeren. Zo niet, dan zal de staat hen moeten voorzien van een baan en een woning terwijl het demografisch verlies in de oostelijke Oekraïne moeilijk gecompenseerd zal kunnen worden. Het perspectief van de vorming van een niet- erkende staat met een geruïneerde economie met een opstapeling van grote hoeveelheden ongecontroleerde wapens, wordt nog meer door Rusland dan door het Westen gevreesd.
Een “bevroren” conflict … maar wat nu?
Het valt moeilijk voor te stellen dat deze gebieden zullen terugkeren naar een verenigd Oekraïne onder een of ander “speciaal statuut” na deze korte maar heftige oorlog (en ondanks de Russische militaire betrokkenheid was er toch ook een duidelijk element aanwezig van confrontatie tussen de burgers onderling). Het bombarderen met artillerie van burgers in wijken, de ontvoeringen en standrechtelijke executies aan beide zijden, gingen gepaard met een zeer sterke stroom van agressieve propaganda. De Oekraïense en Russische televisiezenders (deze laatste werden voornamelijk bekeken in de niet-erkende gebieden van de ‘volksrepublieken’) leverden enorme inspanningen om de andere partij te ontmenselijken door het beeld van de absolute vijand op te bouwen waarmee het onmogelijk is een akkoord te bereiken en die men alleen maar kan vernietigen.
De ‘Wapenstilstand van Minsk’ heeft dus het conflict op een beslissend moment bevroren, namelijk op het ogenblik dat de gebeurtenissen die veroorzaakt en gecontroleerd werden door de verschillende elites (in Moskou, Kiev en Washington), zich waarschijnlijk verder zullen ontplooien volgens hun eigen wrede logica. Op een moment waarop de voornaamste fout van diegenen die de schuld dragen voor deze tragedie, niet meer ligt in het feit dat ze dit zijn begonnen, maar in het feit dat ze niet langer meer in staat zijn dit te stoppen.
Ilya Budraitskis is lid van de leiding van ‘Vpered (‘Voorwaards’),de Russische afdeling van de Vierde Internationale. Dit artikel is uit het Engels vertaald van International Viewpoint.
Dit artikel verscheen eerder op grenzeloos.org