Het is in de pers geraakt (1): De toplui van een tiental Europese bedrijven uit de energiesector eisen de stopzetting van de subsidies… voor hernieuwbare energiebronnen. Begin oktober gaven ze hierover een persconferentie.
Het Franse GDF-Suez, de Duitse EON en RWE, de Spaanse Gas Natural Fenosa en Iberdrola, de Italiaanse ENI en Enel, het Nederlandse Gas Terra en het Zweedse Vattenfallt zijn samen goed voor ongeveer de helft van de energiecapaciteit in de Europese Unie. Gérard Mestrallet, topman van GDF-Suez verklaarde in hun naam: «We moeten het tempo waarmee Europa windmolenparken en zonnepanelen installeert, verminderen. Het huidige tempo is onhoudbaar.»
Minder hernieuwbare energie graag
De argumentatie is de volgende: Er is overcapaciteit op de markt, de terugval van de vraag sinds 2008 heeft de prijzen voor de grootverbruikers met de helft doen dalen (niet de prijs voor de consumenten!), zonneënergie en energie opgewekt door windmolens zijn competitief aan het worden… Het is dus niet nodig ze verder te subsidiëren en zo de capaciteit aan hernieuwbare energiebronnen nog te verhogen, want dat vermindert de rentabiliteit van elektrische centrales op basis van steenkool en gas, en van de kerncentrales.
Dhr. Mestrallet en zijn vrienden zwijgen zedig over het feit dat in de realiteit energie uit fossiele brandstoffen en kernenergie veel meer gesusidieerd wordt dan hernieuwbare energiebronnen . Volgens de Europese Commissie kregen hernieuwbare energiebronnen in 2011 30 miljard euro aan subsidies, die op basis van fossiele brandstoffen 26 miljard en kernenergie 35 miljard. Wat de fossiele brandstoffen betreft, dienen hier nog «externe» kosten bij in rekening te worden gebracht, die door de gemeenschap worden gedragen (vooral gezondheidskosten tengevolge van de vervuiling), wat de totale subsidies doet oplopen tot 40 miljard euro. Een totaal pakket aan subsidies dus van 66 miljard voor steenkool, petroleum en aardgas. (2)
De grote spelers van de sector van de fossiele brandstoffen klagen aan dat Europa «geen duidelijke, vooruitziende en objectieve energiepolitiek heeft, gebaseerd op een stabiele reglementering». Gérard Mestrallet stelt: «De Europese energiepolitiek leidt recht naar de afgrond», want de energievoorziening is niet meer gegarandeerd, de CO2-uitstoot neemt toe, de factuur wordt hoger. De patroon van GDF-Suez pleit dan ook voor een «radikale wijziging van de Europese energiepolitiek».
Deze argumentatie houdt geen steek: 1) hoe kan de energievoorziening in gevaar zijn wanneer er overcapaciteit is? 2) Hoe kan het laten dalen van het stroomaanbod de prijs voor de consumenten doen dalen? 3) Hoe kan het verlagen van het aanbod aan vernieuwbare energie de uitstoot van broeikasgassen verminderen?
Waarover klagen ze?
In tegenstelling tot wat het patronaat van de energiesector beweert, heeft Europa wel degelijk een «duidelijke en vooruitziende» energiepolitiek. Samengevat in het «pakket energie-kimaat» stelt die zich tegen 2020 volgende doelstellingen: 20% vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, 20% verhoging van de energetische efficiëntie en 20% hernieuwbare energiebronnen in de energetische mix (waarvan 10% agrocarburanten in het transport).
Het «pakket energie-klimaat» heeft niet als eerste bedoeling een klimaatkatastrofe af te wenden, maar wel de Europese industrie te helpen een leiderschapspositie te veroveren op de markt van de groene technologiën. Het achterliggende idee is het volgende: De voorraden aan fossiele brandstoffen raken uitgeput, de toekomst is dus aan hernieuwbare energiebronnen (en kernenergie!), als Europa een overheersende positie kan vestigen op dit terrein heeft het een krachtpositie tegenover zijn concurrenten…
Vanuit een ecosocialistisch standpunt moeten we deze politiek bekampen. Inderdaad, deze aanpak is zowel sociaal onrechtvaardig – cadeaus aan de bedrijven, de speculanten en de rijken, prijsverhogingen voor elektriciteit, groene certificaten (of gelijkaardige systemen) betaald door de gemeenschap, prijsverhogingen voor landbouwproducten, en – ecologisch inefficiënt en zelfs schadelijk – het in de lucht opgaan van koolstof tengevolge van de aankoop van krediet voortgebracht door het Clean Development Mechanism (3), doelstellingen die totaal onvoldoende zijn op het vlak van het terugdringen van de uitstoot (die minstens met 30% en beter nog met 40% moet gebeuren tegen 2020), versnelling van de ontbossing in het Zuiden ten gevolge van het invoeren van agrocarburanten, enz.
Het minste dat men kan zeggen, is dat de grote spelers op de energiemarkt dik geprofiteerd hebben van de klimaatpolitiek van de EU. Ze kregen in de eerste plaats een hoeveelheid uitstootrechten cadeau die stevig boven hun effectieve uitstoot lag, zodat ze de overschotten konden verkopen op de koolstofmarkt. Bovendien rekenden ze de prijs van deze rechten ook nog eens door aan de consumenten, terwijl die rechten hen niets gekost hadden!
Een nieuw gegeven
Waarom rebelleren GDF, ENI, EON en de anderen vandaag dan tegen de Europese politiek, en gaan ze zelfs zover hier publiek mee uit te pakken? Omdat de kaarten intussen anders liggen. Zeker, de energiestrategie van de EU blijft valabel op lange termijn, de fossiele brandstoffen zijn immers inderdaad uitputbaar. Maar op korte termijn heeft het Amerikaanse kapitalisme de toestand in haar voordeel omgebogen.
Dankzij de ongebreidelde exploitaite van steenkool- en schaliegas (fracking), van uit Canada geïmporteerde petroleum uit teerzand, dankzij nieuwe technologieën van petroleumontginning en van het onttrekken van ethanol aan maïs, zijn de VS opnieuw een kracht geworden op het vlak van energiewinning. Hun afhankelijkheid van uit het Midden-Oosten geimporteerde petroleum is radikaal afgenomen. De VS zijn in 2010 de eerste gasproducent ter wereld geworden, voor Rusland. De VS zou tegen 2030 zelfs de grootste petroleumproducent ter wereld kunnen worden, groter dan Saoudi-Arabië!
Volgens het Internationaal Energie Agentschap zou de gasfactuur van de Amerikaanse bedrijven, bij gelijke consumptie, slechts een derde van hun Europese concurrenten bedragen. Hun elektriciteitsfactuur zou twee keer minder zijn dan in Frankrijk of Groot-Brittanië en drie keer minder dan in Japan (4).
Er kunnen zeker vragen gesteld worden bij deze cijfers: volgens een analyse van Reporterre bedraagt de daling van de gasprijs in de realiteit slechts iets in de orde van 30%. Zelfs niet genoeg om de prijsstijging van kolen te compenseren. «In het beste geval liet de exploitatie van niet-conventionele gassen toe de globale stijging van de energieprijs te beperken» (5), besluit Reporterre.
Het concurrentieel voordeel, in het bijzonder voor bepaalde industriële sectoren (chemie, petrochemie en metalurgie) is nochtans behoorlijk. Dat is de reden waarom het Europees patronaat pleit voor het afschaffen van alle beperkingen die de EU oplegt op het exploiteren van schaliegas. De Europese Raad van de Chemische Industrie in het bijzonder is erg actief rond deze kwestie (6). GDF-Suez investeert vandaag al in de prospectie naar schaliegas in Groot-Brittanië, en heeft ook haar oog al laten vallen op Polen en Duitsland. (7)
De publieke opinie wordt gemanipuleerd
Waarom geven deze grote patroons een persconferentie, als ze royaal toegang hebben tot de Commissie en de Europese regeringen? Omdat ze in een concurrentiestrijd verwikkeld zitten met de kapitalisten uit de «groene» sectoren. In deze context willen de «fossiele grote heren» de krachtsverhoudingen in hun voordeel ombuigen door de publieke opinie te manipuleren. Ze doen dat met twee beloften: een daling van de prijzen en de creatie van nieuwe jobs. Beide beloften zijn hol.
Wat de gasprijzen betreft, is het belangrijk te onderlijnen dat de daling van de prijs ervan in de VS enkel de bedrijven ten goede kwam. De particuliere consumenten betalen nog steeds evenveel, en worden nog steeds geconfronteerd met alle nadelige gevolgen op het vlak van verontreiniging van het water en de lucht en de vernietiging van landschappen.
Vermits de tewerkstelling toenam aan de andere kant van de oceaan ten gevolge van het heraantrekken van de economie, probeert het «fossiele patronaat» de vakbonden mee te krijgen in haar project: «de afwezigheid van een goede energiepolitiek verhindert de Europese industrie haar potentieel te realiseren als bron van groei en tewerkstelling».
En de vakbonden?
Trappen de vakbonden in deze val? Het valt helaas niet uit te sluiten. Waar de Poolse vakbonden zich verzetten tegen schaliegas (om ambiguë redenen), hebben de Franse vakbonden CFDT, CFTC en CFE-CGC een gezamenlijke positie ingenomen met de patroonsorganisatie MEDEF (tegenhanger van het VBO in België) waarbij ze stellen dat het nadenken over de energiepolitiek «schaliegas niet zou mogen uitsluiten» (8)…
Een echte overstap op hernieuwbare energiebronnen zou oneindig meer banen creëren dan de kapitalistische relance die eventueel (en het is verre van zeker!) zou kunnen voortkomen uit de nieuwe energiepolitiek zoals hij geeist wordt door de patroons van het «fossiel-industrieel complex». Maar zulke echte overgang naar een nieuw energiesysteem veronderstelt een plan dat een reeks antikapitalistische structuurhervormingen omvat: onteigening van de energiesector en de financiële sector, afschaffen van overbodige en schadelijke producten met reconversie van de loontrekkenden uit zulke sectoren, een openbaar plan van isolatie van woningen, een organische landbouw gesteund op de boeren zelf in plaats van de huidige agrobusiness, het ontwikkelen van het openbaar vervoer, een radikale arbeidsduurvermindering zonder loonverlies, enz.
Echter, ondank al hun geloofsbelijdenissen ten voordele van de duurzame ontwikkeling en de «rechtvaardige transitie», aanvaarden de vakbondsleidingen, zowat overal in Europa, in de praktijk om over de energiepolitiek te praten binnen het kader van het debat over de verbetering van de competitiviteit van de economie… Om het klaar en duidelijk te zeggen: op deze weg voortgaan, komt er op neer dat de vakbondsleidingen zich medeplichtig maken aan het kapitalistisch systeem, op het moment dat dit de planeet met een klimaatcrisis van zeer grote omvang bedreigt, met verschrikkelijke sociale gevolgen.
Noten:
1) La Libre Belgique, 11 oktober 2013
2) Inter Environnement Wallonie wijst er op dat deze cijfers oorspronkelijk te vinden waren in een rapport van de Europese Commissie en in de gepubliceerde versie verdwenen waren. http://www.iewonline.be/spip.php?article6015
3) Het “Clean Development Mechanism”, “CDM” of “mechanisme voor schone ontwikkeling” is een van de instrumenten die werden ingevoerd met het protocol van Kyoto.De “schone investeringen“ in het Zuiden geven recht op koolstofkredieten die kunnen worden uitgewisseld op en equivalent zijn aan uitstootrechten op de Europese markt. Er wordt geschat dat meer dan de helft van deze kredieten niet overeenkomen met echte verminderingen van de uitstoot.
4) Le Monde, 16 mei 2013
5) http://www.reporterre.net/spip.php?article4549
6) http://www.allize-plasturgie.org/article/economie/news-economiques/le-cefic-encourage-leurope-a-extraire-le-gaz-de-schiste
7) L’Echo, 22/10/2013
8) Le Monde, 29 mei 2013
Nederlandse vertaling door Thomas Weyts.