Verdween met de val van het Oostblok in 1989, 25 jaar geleden, ook het communistische idee als alternatief voor het door crises geplaagde kapitalisme? Voor een toenemend aantal academici en jongeren blijven de oorspronkelijke ideeën van de revolutionair socialist Vladimir Iljitsj Lenin (1870-1924) de moeite van het onderzoeken waard.
Wat kwam er van het leninisme terecht en wat kunnen we ervan leren? De Amerikaanse hoogleraar Geschiedenis Paul Le Blanc, tegenwoordig actief in de Amerikaanse International Socialist Organization, schreef er een lezenswaardig boek over: Unfinished Leninism. The Rise and Return of a Revolutionary Doctrine.
Le Blanc behandelt het toenemend aantal Lenin-biografieën dat verscheen en geeft daarbij een historisch overzicht over de publicaties uit de Koude Oorlog en van na de Val van de Muur. Momenteel wordt ook meer gepubliceerd over de persoon Lenin dat het karikaturale overstijgt. Ingegaan wordt bijvoorbeeld op zijn conservatieve artistieke smaak, zijn sobere levensstijl en zijn smakelijke gelach.
Een van de biografen is de Canadese academicus Lars T. Lih. Hij demonteerde in Lenin Rediscovered: What Is to Be Done? in Context de elitaire en autoritaire karikatuur van Lenins fameuze gelijknamige boek uit 1902. Lenin bleek vooral uit te zijn op de creatie van een Russische versie van de Sozialdemokratische Partei Deutschlands (SPD).
Daarbij werd Lenin geïnspireerd door zowel de revolutionair-democratische idealen van Marx en Engels, als door ‘het beste van het Tweede Internationale-marxisme’: Karl Kautsky (tot circa 1910), Trotski, Franz Mehring, Rudolf Hilferding en Rosa Luxemburg. De bolsjewieken streefden, in tegenstelling tot de mensjewieken, een meer gedisciplineerde partij na maar tegelijkertijd met een scherpe en rijke debatcultuur.
Samenwerking
Maar nog belangrijker: ze wilden geen samenwerking met de bourgeoisie, maar met de boeren om het tsarisme omver te werpen. Le Blanc bewondert het werk van Lih, maar bekritiseert zijn gebrekkige bestudering van Lenin bij de totstandkoming en ontwikkeling van de Komintern.
Mede door het recente werk van John Riddell over de rijke debatten van het derde wereldcongres in 1922 wordt duidelijk wat die breuk met de latere Kautsky en de Tweede Internationale inhoudt.
Daarnaast verzette Lenin zich op het einde van zijn leven met zijn laatste krachten tegen de oprukkende bureaucratie, Stalin en diens groot- Russisch chauvinisme. Dat past niet in de stalinistische karikatuur van het ‘leninisme’.
Le Blanc onderzoekt in zijn boek hoe een hedendaagse revolutionaire strategie eruit kan zien. Hij heeft in de Amerikaanse Socialist Workers Party (Vierde Internationale) goede en slechte voorbeelden van ‘leninisme’ meegemaakt.
Le Blancs behandeling van de Amerikaanse arbeidersbeweging roept bij de lezer meteen de vraag op hoe dat hier in Nederland zit. Hij is kritisch over de ‘turn to industry’. Ook in Nederland besloten trotskistische studenten als arbeider de bedrijven in te gaan. Maar juist op dat moment was als gevolg van de inzettende globalisering de arbeidersklasse aan het veranderen.
Antwoord
De omverwerping in 1917 van het tsarisme en het vestigen van de macht van arbeiders en boeren in Rusland was een belangrijke prestatie die een antwoord bood op de roep van het volk om vrede, land en brood.
Daarbij werden volgens Le Blanc ook fouten gemaakt, zoals het verbieden van andere partijen, ook als ze zich niet gewelddadig verzetten. Bij de introductie van het oorlogscommunisme (1918-1921) werd van de nood (interventie- en burgeroorlog) een ‘deugd’ gemaakt door autoritaire en bureaucratische maatregelen af te kondigen om de economie aan de gang te houden, resulterend in boerenopstanden en de opstand van Kronstadt in 1921.
De nieuwe volksorganen (sovjets) functioneerden allang niet meer. De dictatuur van het proletariaat was verworden tot de alleenheerschappij van de partij. De Nieuwe Economische Politiek (NEP) ging gepaard met het verder kortwieken van de partijdemocratie en versterkte de tendensen richting stalinisme. Droom en doel was de vrije ontwikkeling van allen, maar het tegendeel gebeurde.
Het boek waarschuwt activisten hoe ze het ‘leninisme’ wel en niet kunnen gebruiken. Jezelf uitroepen tot voorhoede gaat niet helpen om nieuwe bewegingen als Occupy vooruit te brengen. Le Blanc gaat uitgebreid in op het creëren van de voorwaarden voor een revolutionaire partij, die zal ontstaan vanuit verschillende organisaties en tradities en waarbij zich ook nu nog ongeorganiseerde activisten zullen aansluiten.
Hij is kritisch over verschillende organisaties die zichzelf leninistisch noemen. Zo gaat hij in op de neergang van de Amerikaanse SWP en de polemieken in en om de Britse Socialist Workers Party (SWP). In een partij hoeft geen volledige overeenstemming te zijn over alle ideeën (was Rusland een gedegenereerde arbeidersstaat of staatskapitalisme?) maar er moet een gezamenlijk programma en overeenstemmende praktijk zijn.
Le Blanc sluit af: ‘Het is onze uitdaging om in toenemende mate specifiek en praktisch te worden over het socialistische alternatief voor het kapitalisme, om organisaties en bewegingen op te bouwen die massabewustzijn en massale strijd kunnen helpen ontwikkelen die dit alternatief kunnen realiseren. Dat is het doel waarvoor we het doen – de actualiteit van de revolutie, de climax van wat zovelen van ons doen, waar zoveel van onze broeders en zusters al jaren voor strijden, het creëren van een socialistische toekomst in de eenentwintigste eeuw.’
Paul Le Blanc
Unfinished Leninism. The Rise and Return of a Revolutionary Doctrine
Haymarket / 237 pagina’s / €18.00
– See more at: http://socialisme.nu/blog/nieuws/43845/onvoltooid-leninisme/#sthash.XboGurxh.dpuf