Leraren in de Mexicaanse deelstaat Oaxaca bezetten op dinsdag 8 oktober tolhuizen op de snelweg tussen de hoofdstad en Puebla. Deze actie vormde deel van een protestdag tegen neoliberale hervormingen in het onderwijs.
Sinds april protesteren leraren in Mexico, en hun beweging groeit. Op dit moment doen 200.000 van de 1,2 miljoen leraren mee. Het is daarmee de grootste en meest strijdbare protestbeweging in het onderwijs in de geschiedenis van dit Midden-Amerikaanse land.
President Enrique Peña Nieto kondigde eerder dit jaar hervormingen aan binnen het onderwijs. Een gestandaardiseerde toets zou moeten worden ingevoerd. Maar leraren zien deze invoering als opmaat voor privatisering van het onderwijs. De toetsen dienen als een stok om mee te slaan: als er slecht gescoord wordt, is dat automatisch de schuld van de leerkracht. Daarmee vrezen leraren dat duizenden banen op de tocht komen te staan.
Studentenbeweging
In reactie op Peña Nieto’s onderwijsplannen bestormden in april honderden leraren de kantoren van vier politieke partijen – waaronder die van de regeringspartij PRI – en het ministerie van Onderwijs. Eerder die maand waren er al in deelstaat Guerrero twee massale demonstraties die tussen de 50.000 en 120.000 demonstranten trokken.
Vrijwel meteen konden de leraren rekenen op de steun van de studentenbeweging Yosoy123, die in mei vorig jaar ontstond. De studentenbeweging is geïnspireerd door de Arabische Lente en de Occupy-beweging. Yosoy123 hekelt in een solidariteitsbrief de focus in zo’n standaardtoets op feitjeskennis. ‘In dit model wordt onderwijs niet gezien als basisrecht van het volk, maar gereduceerd tot een winstgevende dienst waartoe alleen zij die het kunnen betalen, toegang hebben.’
Volgens statistieken van de Mexicaanse regering zelf, leeft meer dan 45 procent van de bevolking in armoede. Een Mexicaan verdient gemiddeld 183 Amerikaanse dollar per maand. Ondertussen telt Mexico 2540 multimiljonairs die 43 procent van de rijkdom van het land in handen hebben.
Staatsgeweld
Na de zomervakantie ging het protest in volle gang door. Tienduizenden docenten namen deel aan demonstraties in heel het land, waarbij overheidsgebouwen, tolhuisjes op de snelweg en pleinen in steden werden bezet. In Mexico-stad zetten duizenden leerkrachten tentenkampen op. Op het moment dat de docenten op 13 september het Zócalo, een belangrijk historisch plein in het centrum van Mexico-stad bezetten, besloot de staat grof geweld in te zetten. Enkele dagen daarvoor had de president zijn handtekening al gezet onder de nieuwe onderwijswet.
De oproerpolitie sloot na de bezetting het plein af met grote betonblokken en vuurde traangas af. De leraren verdedigden zichzelf met stalen roosters en kunststof verkeerspalen. De docenten konden niet op tegen het staatsgeweld en trokken zich terug in hun kampement. Vervolgens organiseerden ze een aantal dagen van discussie (een ‘tegen-topʼ van leraren). Daar werd democratische besloten twee dagen te staken op 19 en 20 september als reactie op het hardhandig optreden van de ME.
Vakbonden
Linkse en centrumpartijen in Mexico steunen Peña Nieto’s onderwijshervorming. Ook de traditionele lerarenbond (SNTE) doet niet zoveel voor de demonstrerende leden. De voorzitter, Juan Diaz de la Torre, heeft zelfs de minister van Onderwijs verzocht om leraren die meer dan drie dagen niet voor de klas hebben gestaan, te ontslaan.
De leraren uit deelstaat Oaxaca leraren worden geleid door een fractie binnen de vakbond, de CNTE. Deze fractie eist dat de Mexicaanse regering de onderwijswet ongedaan maakt. De CNTE eist gesprekken met de Minister van Onderwijs. Maar die zegt alleen te willen onderhandelen met SNTE.
Het lijkt erop dat met hun acties, de leraren een zekere morele steun krijgen vanuit de bevolking. Veel ouders en leerlingen snappen waarom de leerkrachten tegen de onderwijshervormingen vechten. Het is op dit moment niet duidelijk of de lerarenbeweging in staat zal zijn om vol te houden. Vaker hebben regeringen de uitputtingstactiek gebruikt.
Leraren uit de VS hebben begin oktober een solidariteitsverklaring ondertekend. Het zou goed zijn als lerarenorganisaties internationaal dit voorbeeld zouden volgen, ook bij ons. Al deze bewegingen proberen het hoofd te bieden tegen dezelfde tegenstander: neoliberaal onderwijs.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op socialisme.nu