1 mei, Dag van de Arbeid. Terwijl ik op zoek ga naar een passend onderwerp, passeert een merkwaardig beeld mijn geestesoog. Ik zie een jongeman, een twintiger. In Amsterdam fietst hij naar de gemeenteraad waarin hij als provo verkozen werd. Het beeld is zwart-wit, het komt uit een tijd zonder kleurentelevisie. De jongeman heet Roel van Duyn.
Dat beeld maakt deel uit van mijn imaginair prentenkabinet 1969. Daarin bevindt zich nog zo’n beeld. Weer een jongeman, ook een twintiger. Alain Krivine zegt op de Franse televisie dat hij president wil worden. De veranderingen die hij nastreeft zijn ongehoord.
Mijn gedachten reizen verder, ze trekken het Kanaal over, en opeens bevind ik me in het Britse parlement. Ik zie een meisje in een minirok. Ze kan nauwelijks ouder zijn dan ik. Schuchter stapt ze de zaal binnen. Ik hoor een stem die zegt dat het Bernadette Devlin betreft, 21, het jongste parlementslid ooit, een Ierse activiste.
In mijn collectie van 1969 bevinden zich nog soortgelijke beelden. Samen hebben ze me in dat jaar naar dezelfde conclusie geleid. ‘Florent’, zei ik tegen mezelf — ik heette toen Florent — ‘het wordt hoog tijd dat je iets over de wereld leert, want jij weet werkelijk van toeten noch blazen.’
Iets over de wereld leren heb ik eerst met die Devlin gedaan. In 1970 wordt haar autobiografische The Price of My Soul in ’t Nederlands vertaald. De prijs van mijn ziel is mijn eerste politieke boek geworden. Er zijn er massa’s gevolgd, maar je weet hoe ’t gaat: je eerste vergeet je nooit.
Dit is wat ik me ervan herinner: Bernadette komt uit een katholiek nest, maar ze is tegelijk een linkse socialiste; ze leeft in een nationalistisch milieu, maar roept tegelijk de Engelse arbeiders op om zich samen met haar tegen het ‘Britse imperialisme’ te keren. In Derry kijkt ze de dood in d’ ogen, maar ze plooit niet.
Enkele jaren later ben ik zelf politiek actief geworden, maar ik blijf m’n eerste trouw. Telkens ik Bernadettes naam hoor vallen spits ik de oren. Groot is mijn vreugde wanneer ik verneem dat haar People’s Democracy in ’t midden van de jaren zeventig toetreedt tot de Vierde Internationale, waarvan ook mijn partijtje deel uitmaakt. Bernadette Devlin is mijn kameraad geworden; wie had dat in 1969 kunnen denken?!
Die People’s Democracy bestaat al lang niet meer. En terwijl ik nog steeds op zoek ben naar een passend onderwerp voor 1 mei, vraag ik me af of Bernadette Devlin vandaag nog politiek actief is.
Ik google haar naam en zie meteen dat de Ieren haar niet vergeten zijn. In een recent interview met de Irish Times wordt ze mooi ‘an elder statesman of anti-establishment politics’ genoemd. Ik zie dat ook een regisseur zich afvraagt waar Devlin inmiddels uithangt. Hij maakt er een film van: Bernadette: Notes on a Political Journey (2011).
Maar is ze vandáág nog actief? Ik google verder. Youtube toont me hoe ze het woord neemt op een vergadering waar het bombardement op Guernica — nu 80 jaar geleden — herdacht wordt. Het filmpje dateert van 23 april, recenter kan haast niet. Dit lijkt me wel iets om zo’n 1 mei stukje mee af te ronden: Bernadette Devlin heeft niet afgehaakt.
Flor Vandekerckhove