Beste Peter Mertens,
Beste voorzitter van de PVDA,
Waarde kameraad,
België is in de ban van sociale onrust. Niet alleen cipiers en spoorwegpersoneel, maar ook federale en regionale ambtenaren, leerkrachten en kinderverzorgsters, tram- en busbestuurders, verpleegsters, brandweerlui, ja zelfs politieagenten, vinden het welletjes. Allemaal komen ze op, elk op hun eigen wijze en vanuit hun eigen achtergrond, tegen het uitzichtloze besparingsbeleid van alle (!) regeringen die dit kleine landje rijk is.
Het is voor hen allen niet makkelijk om hun strijd te voeren. Veelal worden ze ertoe verplicht te reageren op wat hen wordt aangedaan. De machthebbers – in dit geval de regeringen, gesteund door patronale belangengroepen – zijn ook slim genoeg om hen niet allemaal tegelijk aan te vallen. Integendeel, zij doen er juist alles aan om de werkende mensen te verdelen en zo mogelijk tegen elkaar op te zetten. De structuren van de vakbonden – ingewikkeld en zelf ook verdeeld langs regionalistische lijnen – werken die potentiële verdeeldheid ook niet altijd tegen (eerder integendeel).
Het is dan ook niet toevallig dat omvang, vorm en inzet van het verzet heel verscheiden vormen aannemen. Zoals je zelf schreef in een opiniestuk in Knack (1): “Natuurlijk kan niemand er onderuit dat het vuur van de sociale strijd vandaag vooral in het zuiden van het land wakkert. Daar zijn veel redenen voor, niet in het minst omdat 4 op 5 Walen niet voor een regeringspartij hebben gestemd en de malaise daar al langer heerst. Maar ook omdat de werkloosheid in verschillende Waalse steden groter is, net als de armoede, en de maatregelen extra hard aankomen. De weerbaarheid is de vorm om niet in defaitisme te vervallen, en die wordt ook aangewakkerd door de situatie in Frankrijk die in het zuiden van het land veel meer weerklank krijgt dan in het noorden.”
Op zich is dit niets nieuws. Ook in het verleden werden de strijdgolven van de werkende bevolking gekenmerkt door onderlinge verschillen en (soms) andere uitgangspunten. Dikwijls was dat niet eens een handicap. De uitdieping van de actie in de ene sector of in het ene deel van het land, zette werknemers in andere sectoren of andere delen van het land aan om dieper na te denken en om zo mogelijk ook zelf tot actie over te gaan. Dat is bijvoorbeeld wat er gebeurde in de winter van 1960, toen Antwerpse stadsambtenaren (in gemeenschappelijk front) het vuur aan de lont staken in hun verzet tegen de toenmalige Eenheidswet (waarbij ze al snel gevolgd werden door hun Franstalige collega’s). Hetzelfde deed zich voor in 1936, toen – zoals de PVDA terecht zelf schrijft (2) – de fascistische moord op Pot en Grijp in Antwerpen de aanleiding vormde voor een machtige stakingsbeweging in heel het land, die uiteindelijk zou leiden tot de invoering van het betaald verlof. Telkens werd een actie in de ene sector of in het ene landsdeel zo een katalysator voor het grotere geheel.
Vandaag zou – met de nadruk op ‘zou’ – hetzelfde mechanisme zich kunnen herhalen. De aanhoudende stakingen in de Franstalige gevangenissen, de spontane actiebereidheid bij de spoorwegen, gekoppeld aan het veralgemeend ongenoegen bij de gehele werkende bevolking in Noord en Zuid, zouden kunnen samenvloeien tot een machtige beweging tegen de besparingspolitiek. Op die manier zou de verdeeldheid – die door de massamedia (en helaas ook door sommige vakbondsverantwoordelijken) wordt aangewakkerd – kunnen verdwijnen als sneeuw voor de zon, door samen te smelten tot een eengemaakte verzetsbeweging in heel het land.
Wij moeten echter vaststellen dat de PVDA deze mening blijkbaar niet is toegedaan. Zo lezen we in jullie persbericht van 27 mei 2016 (3) dat “de beweging maar succesvol kan zijn als ze de vier sterke punten van de sociale beweging uit het najaar van 2014 opneemt: de eenheid tussen noord en zuid in het land, de eenheid tussen de openbare en private sector, de eenheid tussen ABVV en ACV, en de eenheid tussen de vakbonden en de bredere burgerbeweging. Dat is ons standpunt. Wat er vandaag aan sociale acties gebeurt, beantwoordt daar helemaal niet aan. En dat betekent dat de beweging door sommigen kan gebruikt worden om een verdere splitsing van het land in de hand te werken. Dat zou contraproductief zijn.”
Wij moeten dan ook vaststellen dat jij en je partij vandaag eenheid en convergentie vooropstellen als een voorwaarde om de beweging verder uit te diepen. Wij vinden dit heel spijtig, want in de praktijk dreigt dit de huidige stakers en actievoerders te ontmoedigen en daardoor defaitisme in de hand te werken. De massa van de werkende bevolking is nu eenmaal geen leger dat aangevuurd kan worden met bevelen van bovenaf, die alleen voor ingewijde officieren begrijpelijk zijn. De massa van de werkende bevolking draagt integendeel een enorm reservoir aan opgestapelde energie en creativiteit in zich. Naar onze mening komt het er vandaag op aan deze energie en creativiteit vrije baan en perspectief te geven.
Wij denken dat de eenheid in de strijd zich anders kan ontwikkelen dan van bovenaf. Zij kan zich ontwikkelen door te vertrekken vanuit de samenvloeiing van enerzijds de zich ontwikkelende verzetsbewegingen met anderzijds vakbondssectoren die duidelijk maken deze verzetsbewegingen te willen ondersteunen. Het gaat om een andere weg, dewelke ordewoorden vereist die erop gericht zijn de controle over de beweging in handen te leggen van… de beweging zelf.
Succes is uiteraard niet gegarandeerd. Toch is het belangrijk dit te proberen en wel om twee redenen. Ten eerste omdat het dringend is: de regering wil deze zomer nog overgaan tot nieuwe, drastische besparingsmaatregelen en zij wil de Wet Peeters nog voor de parlementaire vakantie doen goedkeuren. We kunnen het ons dus niet veroorloven te wachten tot september. De tweede reden is dat het meer en meer duidelijk wordt dat de overlegstrategie van de vakbondsleidingen in panne ligt, zodat de nood aan een alternatieve strategie steeds groter wordt.
In plaats van het lot van de acties te laten afhangen van zogenaamd ‘sociaal overleg’ omtrent punten en komma’s, zouden we kunnen ijveren om overal algemene militantenvergaderingen bijeen te laten roepen. Militantenvergaderingen waar de kameraden in strijd kunnen komen uitleggen wat ze aan het doen zijn, waarom, met welk doel en met welke middelen.
In plaats van ons neer te leggen bij de aanpak van niet weinig vakbondsverantwoordelijken om de inzet van de beweging te herleiden naar ‘dossiers’ waarrond – in het beste geval! – compromissen gevonden kunnen worden met de politieke overheden, zouden we kunnen streven naar het verbinden van het ongenoegen met elkaar, door offensieve eisen naar voor te schuiven.
In plaats van de huidige stakers en actievoerders – die zich vanuit hun enorme frustratie en machteloosheid soms gedwongen zien over te gaan tot ‘geweld’ en tot zogenaamde ‘debordementen’ – aan hun lot over te laten, zouden we er ook voor kunnen kiezen deze ‘daders’ te verdedigen tegen hun belagers (zonder daarom hun daden te verrechtvaardigen), zoals we dat eerder terecht ook al deden voor de kameraden van de Forges de Clabecq.
In plaats van de huidige stakers en actievoerders op te roepen om geduld te oefenen (tot de eenheid op min of meer magische wijze tot stand zou komen), zouden we de afwachtende delen van onze klasse kunnen informeren en sensibiliseren om de beweging zo snel mogelijk te vervoegen. Wij denken dat we zo niet zozeer de belangen van het land, dan wel die van de werkende klasse in haar geheel veel beter kunnen dienen. Was het niet een zekere Karl Marx die ooit schreef dat wij “geen belangen (hebben) die gescheiden zijn van de belangen van het gehele proletariaat” (4)?
Wij weten dat de massamedia (en sommige sociaaldemocratische verantwoordelijken) de PVDA vandaag ten onrechte verwijten de val van de regering Michel na te streven (dat is wel het streven van de SAP – ondertussen bijgetreden door de Franstalige bediendebond CNE en door de Interrégionale Walonne van de CGSP – maar dus niet dat van jullie, waarvan akte). Wij kennen de leden en militanten van de PVDA niettemin als overtuigde en solidaire activisten in het sociale verzet. Wij denken dan ook dat de PVDA een heel belangrijke bijdrage zou kunnen leveren aan het laten samenvloeien van de huidige stakingen en andere verzetsbewegingen. Wij hopen dan ook dat de PVDA daar – samen met anderen – werk van wil maken.
De leden en militanten van de SAP – binnen en buiten de vakbonden – zijn alvast bereid hiertoe hun kameraadschappelijk steentje bij te dragen. Uiteraard met volstrekt respect voor de onafhankelijkheid en de interne democratie van de vakbonden. Laat ons dan ook de handen in elkaar slaan voor de eenheid en het laten samenvloeien van de huidige verzetsbewegingen!
Noten:
2) http://solidair.org/artikels/1936-werkend-belgie-op-de-bres-voor-vrije-tijd
4) Karl Marx en Friedrich Engels, ‘Het Communistisch Manifest’ (https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1848/manifest/manif2.htm)