Terwijl de Palestijnen in Gaza druk bezig zijn met de wederopbouw, opende Israël de aanval op Palestijnen in Jeruzalem. Deze keer geen luchtaanvallen en artilleriebeschietingen, maar een subtielere etnische zuivering.
De Palestijnse aanwezigheid in Jeruzalem is Israël al een doorn in het oog sinds haar oprichting. In 1948 voorkwam het Arabische Legioen dat Israëlische milities Oost-Jeruzalem veroverden. Tijdens de Zesdaagse Oorlog van 1967 gebeurde dat alsnog. Sindsdien wordt geprobeerd Oost-Jeruzalem te annexeren door feiten op de grond te creëren.
Dat gebeurt aan de ene kant met nieuwe nederzettingen. Die worden gebouwd rondom Oost-Jeruzalem, en sluiten de stad af van de rest van de Westelijke Jordaanoever. Naast de bezetting wordt Oost-Jeruzalem feitelijk belegerd. Aan de andere kant probeert Israël het leven van Palestijnen in Jeruzalem onmogelijk te maken.
Noam Sheizaf van +972 magazine omschrijft de situatie als volgt: “40 procent van de inwoners woont in verarmde buurten en heeft geen politieke vertegenwoordiging. Ze krijgen geen bouwvergunningen en zelfs geen volledige gemeentelijke voorzieningen. Sommige van deze buurten zijn oostwaarts geduwd, naar een vreemd niemandsland aan de andere kant van de muur, een gebied waar noch de politie noch de gemeente durft te komen. Tegelijkertijd worden kolonisten in het hart van de Arabische buurten in Jeruzalem geplaatst. Ze worden hierin aangemoedigd door de gemeente en beschermd door de politie.”
In deze situatie is in je huis blijven wonen een daad van verzet. Zo hebben de Palestijnen vooralsnog de annexatie van Oost-Jeruzalem voorkomen. Maar Israël wil de etnische zuivering van Jeruzalem voltooien. De aanslag op een synagoge wordt nu aangegrepen om de duimschroeven verder aan te draaien.
Sheizaf zegt hierover: “Niets kan de moord op biddende mensen in een synagoge rechtvaardigen. Maar de algemene verantwoordelijkheid ligt bij de regering. De visie van Netanyahu, Bennett en Liberman – die in de praktijk wordt gebracht met de stilzwijgende steun van Livni en Lapid – is er één van burgeroorlog tussen Joden en Arabieren. Een oorlog die soms sluipend plaatsvindt en soms explodeert met geweld. Niets meer dan dat. Enkel strengere wetten tegen stenengooiers, wetten tegen “het vrijlaten van terroristen”, wetten tegen de Arabische taal, nieuwe gevangenissen om alle nieuwe arrestanten op te sluiten, geleidelijke annexatie, en verzekeren dat de Palestijnse bevolking gedegradeerd blijft tot de status van tweede-, derde-, of vierderangsburger.”
Journalist Rania Khalek schreef op Electronic Intifada: “Niettemin proberen de Palestijnen in Jeruzalem, vooral de jongeren, tegenwicht te bieden met het weinige dat ze hebben. Dat gebeurt op een manier die in de Westelijke Jordaanoever niet mogelijk is vanwege de repressieve Palestijnse Autoriteit, die Zalameh omschreef als ‘een buffer met elke vorm van verzet tegen Israël”.
“Dit is eigenlijk een strijd voor overleving”, zei Zalameh. Daaraan voegde ze toe dat, hoewel Palestijnen een morele plicht hebben om zich te verzetten, “het ook een morele plicht is voor de mensen in het buitenland die solidair zijn met de Palestijnen om hun inspanningen voor boycot, desinvestering en sancties te intensiveren om de strijd hier in Jeruzalem te steunen.”
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op socialisme.nu.