Zoals geweten is de echte baas van schaduwpremier Bart De Wever het VOKA.
Onder de titel Zomerakkoord federale regering: belangrijke elementen voor de bedrijven geeft Tom Demeyer, woordvoerder van VOKA, volgende commentaar:
“Op 26 juli 2017 stelde de federale regering haar Zomerakkoord voor. Dit akkoord combineert de opmaak van de begroting 2018 met een heleboel sociaal-economische hervormingen, waarbij de nadruk ligt op lastenverlagingen en meer flexibiliteit. Onvermijdelijk zijn ook wel een aantal lastenverhogingen voorzien om de begrotingsinspanning sluitend te maken.
Alles samen genomen beoordeelt VOKA dit zomerakkoord als positief voor de Vlaamse ondernemingen:
– Na meer dan een jaar politiek gebakkelei wordt de broodnodige hervorming van de vennootschapsbelasting dan toch doorgevoerd, voor alle ondernemingen en dit zónder meerwaardebelasting bij aandelenverkoop door particulieren;
– In zake de arbeidsmarkt worden heel wat maatregelen doorgevoerd die lagere lasten en meer flexibiliteit voor ondernemingen realiseren; hier en daar wordt echter wel het omgekeerde gedaan voor specifieke doeleinden.
De druk van VOKA op de federale regering de voorbije maanden om niet in gekibbel en lopende zaken te verzanden, heeft dus gerendeerd. We zijn al lang aan het lobbyen voor meer fiscale en sociale hervormingen en die zullen er nu vanaf 2018 ook komen, samen met de 2e schijf van de verlaging van de werkgeversbijdragen uit de eerder afgesproken tax shift. VOKA is ervan overtuigd dat deze nieuwe golf maatregelen onze ondernemingen onder onze impuls nog meer zuurstof zal geven en zal leiden tot nog meer “jobs, jobs, jobs”.
Het Zomerakkoord is wel enkel een politiek akkoord: het bevat louter principiële, politieke beslissingen, die nog gedetailleerd technisch moeten worden uitgewerkt voor het einde van dit jaar. Daarom zijn er nog veel onbeantwoorde vragen om de precieze implicaties voor ondernemingen in te schatten. VOKA zal de uitwerking van de maatregelen uit het Zomerakkoord nauwgezet opvolgen, zodat de positieve punten ervan voor de ondernemingen ook maximaal worden waargemaakt en de negatieve, waar mogelijk, worden herroepen of afgezwakt.”
Wie zijn wij om deze heer tegen te spreken?
Zware gevolgen
Naast een belangrijke daling van de vennootschapsbelastingen zijn er een aantal maatregelen die zware gevolgen kunnen hebben.
Werkgevers zullen vanaf 2018 een fiscaal vriendelijke winstpremie aan hun werknemers kunnen betalen. Dit bestaat nu ook al, maar de bedragen worden ernstig verhoogd (naar maximum 30% van de loonmassa) en kunnen gegeven worden enkel na een communicatie van het personeel. Dit is nieuw en dreigt het collectief overleg op bedrijfsvlak volledig te ondermijnen.
Voor nieuwe contracten wordt de opzegtermijn gehalveerd tot 1 week, gedurende de eerste 3 maanden. Hiermee wordt de proefperiode opnieuw ingevoerd.
Er worden opnieuw jeugdlonen ingevoerd voor jonge werknemers tussen 18 en 21 jaar. Het nettoloon blijft, maar de loonkost voor de werkgever daalt. Betaald door de belastingen of de sociale zekerheid.
Het wordt mogelijk om onbelast en vrij van sociale zekerheidsbijdragen 500 euro per maand bij te verdienen in de non-profitsector. Wie zal de dalende belastingen en sociale zekerheidsbijdragen compenseren?
Er komt een soepelere regeling voor nacht- en zondagsarbeid in de sector van de e-commerce. Het akkoord van één vakbond is voldoende.
Verboden op uitzendarbeid zullen verdwijnen zowel in de openbare als in de privésector. Het belangrijkste verbod in de privésector is het verbod om interims in te zetten tijdens sociale conflicten of zonder akkoord van de syndicale afvaardiging.
Er komt een verruimde interpretatie van wat een passende baan is voor werkzoekenden: er zal niet enkel met het vorige beroep worden rekening gehouden, maar ook met de opgedane vaardigheden van de werkzoekende tijdens zijn vorig werk.
Dit alles kan een echte verandering betekenen in de verhoudingen in de bedrijven en de openbare diensten. Het is dan ook duidelijk dat de vakbonden van de openbare en private sector dit moeten bekijken als een echte provocatie en hiertegen op gepaste wijze moeten reageren.