Al gezien? Pride? Die Engelse film over homo’s die een mijnstaking steunen? Nee? Dan als de sodemieter (!) naar de bioscoop! Pride wordt in Den Haag nog vertoond in Theater Dakota tot en met 14 januari 2015. En anders maar een dvd-tje doen. Op 21 januari van het nieuwe jaar komt die in Nederland op de markt. Gaan zien!
Echt gebeurd
Heel veel films gaan over wat wel genoemd wordt ‘de sociale kwestie’. De strijd van arbeiders voor lotsverbetering is en wordt door menig filmmaker aangegrepen voor ‘verbeelding’. Een mooi voorbeeld is ongetwijfeld Novecento. Een film van Bertolucci over de klassenstrijd in Italië vanaf 1900.
Wat minder vaak zijn films gewijd aan de emancipatie van homoseksuelen. Ze zijn er wel. Een mooi voorbeeld daarvan is Milk. Een film van Gus van Sant over homo-activisme in Amerika in de zeventiger jaren.
Zelden bevatten films een mix van zowel arbeiders- als homostrijd. De eind 2014 uitgebrachte film Pride doet dat wel. De twee emancipatiebewegingen blijken elkaar te kunnen ontmoeten. En niet alleen op celluloid, schijf of stick. De film is gebaseerd op ware gebeurtenissen.
Burgeroorlog zonder geweren
In 1984 was er in Groot Brittannië bepaald geen gebrek aan klassieke klassenstrijd. Toen de regering Thatcher aan het begin van dat jaar aankondigde 20 steenkoolmijnen te willen sluiten, brak de hel los. Zo’n 100.000 mijnwerkers gingen in maart in staking tegen het voornemen om 20.000 collega’s te ontslaan en hele dorpen hun bestaansgrond te ontnemen. Later is onthuld dat Thatcher opdracht had gegeven om in drie jaar tijd nog véél meer mijnen te sluiten en daarbij 60.000 banen te schrappen. Nog weer later is uitgekomen dat er eigenlijk geen economische of financiële redenen waren om de mijnen te sluiten en dat er goede mogelijkheden waren voor rendabele, meer mens- en milieuvriendelijke exploitatie. Maar Thatcher zag, als conservatieve liberaal, een kans om ‘de ruggengraat van de Engelse arbeidersbeweging’ – de National Union of Mineworkers (NUM), voor eens en altijd te breken. Onder leiding van Arthur Scargill verzette de NUM zich uit alle macht. Een jaar lang werd figuurlijk én letterlijk keihard gevochten in een ‘burgeroorlog zonder geweren’. Staat en kapitaal brachten al hun krachten op de been. Perscampagnes, politiegeweld, justitieel ingrijpen, alles werd uit de kast gehaald. De NUM werd van zijn fondsen beroofd en feitelijk monddood gemaakt. Liefst 11.300 stakers werden gearresteerd, waarvan uiteindelijk ruim de helft voor rechter werd gesleept. Er was wél steun vanuit de Engelse bevolking voor de stakers. Maar het was niet genoeg. De staking werd verloren. In maart 1985 werd ze afgeblazen. Nu, dertig jaar later, zijn er van de 160 Engelse steenkoolmijnen nog welgeteld 3 ‘pits’ over. In totaal gingen ongeveer 120.000 arbeidsplaatsen verloren. En Thatcher’s neoliberale beleid kon verder vrij ongestoord aan de maatschappij worden opgedrongen.
Mooie momenten
De Britse mijnstaking is nog maar net begonnen als de 23-jarige jonge communist en homo Mark Ashton in actie komt. Hij roept in het Londense homo-milieu op tot solidariteit met de mijnwerkers.
Ze hebben immers dezelfde vijanden! Ze worden allebei belaagd door de regering, de politie en de media!
Niet al zijn vrienden zijn gediend van zijn visie. Sommigen zijn juist de mijnstreken ontvlucht omdat ze daar voortdurend slachtoffer waren van ‘potenrammers’. Maar Mark krijgt een groepje medestanders bijeen en die dopen zichzelf als Lesbians and Gays Support the Miners (LGSB). Ze halen in bars, clubs en op straat geld op. De NUM staat niet bepaald te springen om deze solidariteit ‘van de verkeerde kant’. Edoch, de LGSB slaagt erin contact te maken met een stakend mijnwerkersdorp in Wales. Met behulp van enkele vooruitstrevende mijnwerkers, niet in de laatste plaats enkele mijnwerkersvrouwen, dooit het ijs. Mooie momenten zijn er als in een ontmoetingscentrum van het dorp een mijnwerkersvrouw het veelbetekenende vakbondslied Bread and Roses (Niet bij brood alleen…) begint te zingen. En later, als één van de homo’s een aanstekelijke dans ten beste geeft (zoals louter homo’s dat zouden kunnen…). Een groot succes is ook een benefietconcert in december 1984 waar onder anderen Bronski Beat optrad. Dat concert kreeg de provocerende titel ‘Pits and Perverts’.
Pride laat het allemaal zien. En passant krijgen we ook nog de ‘coming out’ van Joe, een knul uit Bromley, mee.
Pride heeft in Engeland de prijs gekregen voor ‘Beste Onafhankelijke Film’ en ook de acteerprestaties van Imelda Stanton en Andrew Scott zijn met lauwerkransen omhangen. Terwijl George McKay als Joe en Dominic West (The Wire!) als dansende homo zeker niet voor hen onderdoen.
Het slot van de film is overweldigend ontroerend. De mijnwerkers hebben dan weliswaar hun staking verloren, maar menigeen is wél wijzer geworden. En de homo-emancipatie maakt een stevige stap vooruit. Bij de aftiteling van de film worden van beide zaken treffende voorbeelden gegeven.