De verkiezingen in Israël zijn uitgedraaid op een onverwachte overwinning van Netanyahu die in de laatste weken van de campagne niet aarzelde om verder op te schuiven richting extreemrechts.
Zijn Likoed-partij zou volgens de voorlopige resultaten 30 zetels bemachtigen. Meteen na zijn overwinning riep hij dan ook de andere extreemrechtse partijen zoals het openlijk racistische Joods Huis (8 zetels) en Yisrael Beiteinu (5 zetels) op om zo vlug mogelijk een regering te vormen.
Israëlische leiders gaan er prat op dat Israël de “enige democratie is in het Midden-Oosten”.
Maar daar vallen wel grote vraagtekens te plaatsen wanneer een uittredend premier openlijk een alarmerende oproep lanceert over Palestijnse Israëli’s die in ‘drommen’ (dixit Netanyahu) naar de stembus trekken. In Israël worden de nazaten van de oorspronkelijke inheemse bevolking die niet gevlucht is bij het uitroepen van de staat Israël in 1948, consequent ‘Arabieren’ genoemd, om hen te onderscheiden van de Palestijnen in de bezette gebieden, hoewel ze tot dezelfde bevolkingsgroep horen.
Zijn uittredend minister van Buitenlandse Zaken, Avigdor Lieberman, tweette vervolgens dat “als de Arabieren in drommen gaan kiezen, alleen een sterke Lieberman hen dan kan stoppen”. Dit openlijk opbod tegen de Palestijnse Israëli’s, is symptomatisch voor een land waar een racistisch discours en het indienen van discriminerende wetgeving tot de normale politieke orde van de dag zijn gaan horen.
Zo steunde een derde van de Knesset – het 120 zetels tellende Israëlische parlement – een voorstel om Israël uit te roepen tot een natiestaat voor het joodse volk, wat het de facto al is. Nieuw is dat het ingediende voorstel om een basiswet gaat, wat in een land zonder formele grondwet, een constitutioneel karakter geeft aan de degradatie van de Palestijnse Israëli’s tot tweederangsburgers. Het voorstel leidde mee tot de val van het kabinet, maar lijkt met de winst van extreemrechts meer kans te maken. Volgens dit voorstel van basiswet kunnen alleen joodse burgers beroep doen op gemeenschapsrechten, is het Hebreeuws de enige officiële taal, wordt de Hebreeuwse kalender de officiële kalender en vormen traditionele joodse wetten een belangrijke bron voor jurisdictie.
Ander teken aan de wand. De verhoging van de kiesdrempel voorafgaand aan deze verkiezingen van 2 naar 3,25 procent was duidelijk bedoeld om de “Arabische” partijen uit de Knesset te houden. De ironie van het lot wil nu dat de kiesdrempel er voor heeft gezorgd dat de Arabische partijen met een gemeenschappelijke lijst opkwamen die met 14 zetels – volgens de voorlopige uitslag – de derde partij is geworden. Dat zal weinig ter zake doen. Geen enkele partij is er happig op om met de “Arabieren” samen te werken. Sinds het ontstaan van Israël in 1948 schopte het nog maar één Israëlische Palestijn tot minister.
Geen democratie voor bezette Palestijnse gebieden
Deze ‘democratie’ is ook een bezettende macht die heerst over 4 miljoen Palestijnen die zelf niet de kans krijgen om hun eigen toekomst te bepalen. De afgelopen decennia hebben we gezien dat het hele Oslo-proces een Palestijns bestuur en parlement heeft gebaard zonder echte soevereiniteit. Als het er op aan komt telt alleen de macht en het geweld van het Israëlische leger, belanden kritische stemmen of zij die zich verzetten achter de tralies, houdt de regering de Palestijnse economie in een wurggreep en worden douane-inkomsten naar believen ingehouden. Gideon Levy, de linkse columnist van de Israëlische krant Haaretz, schreef smalend dat de democratie alleen maar geldt voor de ‘meesters’ die heersen over de toekomst van de Palestijnen.
Tijdens de campagne deed Netanyahu niet eens de moeite om de VS en de EU te paaien met een verhullend facadediscours door botweg te verklaren dat er met hem als premier gewoon geen Palestijnse staat komt. Hij zet daarmee een stap terug ten opzichte van 2009 toen hij in een speech een (aan weliswaar beperkende voorwaarden verbonden) twee-staten-oplossing verdedigde. Vraag is nu of hij daarmee zijn land in een diplomatiek isolement zal duwen.
Voor de Palestijnen in de bezette gebieden zou het sowieso weinig verschil hebben uitgemaakt of Netanyahu dan wel Herzog de verkiezingen won. De Zionistische Unie is een alliantie van de Arbeiderspartij met Hatnua (‘De Beweging’) onder leiding van Isaac Herzog en Tzipi Livni die 24 zetels in de wacht zou slepen. De Zionistische Unie staat achter het huidige Gaza-beleid, waartegen Israël een moordend embargo handhaaft. Ook vindt de partij dat bestaande grote nederzettingen verder mogen worden uitgebreid en bij Israël mogen worden aangehecht.
Het programma van de Zionistische Unie laat aan duidelijkheid niets te wensen over: “Demilitarisering van de Palestijnse staat, behoud van de nederzettingenblokken in Judea en Samaria (zionistisch taalgebruik voor de Westelijke Jordaanoever) onder Israëlische soevereiniteit; versterking van Jeruzalem en zijn statuut als eeuwige hoofdstad van de Israëlische staat… de oplossing van het Palestijnse vluchtelingenprobleem middels de oprichting van een Palestijnse staat en niet in Israël”. Wat hier een Palestijnse staat wordt genoemd zou veeleer een territoriale verzameling van enclaves zijn.
Onder de joodse partijen van het partijpolitieke landschap in Israël lijkt er met andere woorden een consensus te bestaan om de resoluties van de VN Veiligheidsraad, die de ontruiming vragen van de Palestijnse bezette gebieden en die bevestigen dat de daar gevestigde joodse nederzettingen illegaal zijn, naast zich neer te leggen. Daarmee strijken alle Israëlische hoofdrolspelers meteen ook tegen de haren van hun westerse bondgenoten in Washington en Brussel in, die vooralsnog formeel blijven stellen dat er een Palestijnse staat moet komen op basis van de grenzen van 1967. Echt nieuw is dat allemaal niet, maar nooit eerder werd dat zo openlijk gesteld.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Uitpers.