President Vladimir Poetin neemt geen risico’s. Alle mogelijke vormen van repressie, tot en met psychiatrische opsluiting, worden bovengehaald, de zenuwen staan immers gespannen in Rusland. Sociale problemen ontladen zich dagelijks in uitbarstingen, vaak van xenofobie zoals nu in een Moskouse wijk. Poetin blijft in de ogen van veel Russen wel de man die stabiliteit en grotere welvaart bracht, maar zijn beleid zorgt tevens voor schreeuwende ongelijkheid.
Rijke stad
Moskou is volgens Fortune de stad met de meeste dollarmiljardairs ter wereld. Nochtans leven zeer veel Russische miljardairs buiten Rusland: in Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk, een of ander Caribisch (fiscaal) paradijs… Volgens de investeringsbank Crédit Suisse bezit een bijzonder kleine groep meer dan een derde van alle rijkdommen van de Russische Federatie. Een groep van 110 personen bezit 315 miljard euro.
In die kleine groep zitten de oligarchen die in de jaren 1990 onder Boris Jeltsin de rijkdommen van het land op grote schaal plunderden. Ze kregen in de jaren 2000 gezelschap van nieuwkomers uit de omgeving van Poetin zelf, onder wie talrijke figuren uit het veiligheidsapparaat. Het verklaart waarom er zoveel figuren tussen zitten uit Sint-Petersburg, de machtsbasis van Poetin.
Een van de problemen is nog altijd dat veel van die oligarchen weinig in Rusland zelf investeren. De kapitaaluitvoer blijft bijzonder groot. Ze kopen liever luxebezittingen buiten eigen land en investeren in oorden die ze stabieler vinden, waar ze ontsnappen aan de willekeur van de Russische justitie. Ze sturen hun telgen ook liever naar peperdure scholen in Zwitserland, de VS en Engeland dan naar scholen in eigen land.
Daarmee houden ze zich wel ver van de Russische politiek. In 2000 had de nieuwbakken president Poetin de oligarchen uit de Jeltsinperiode bij zich geroepen om hen de les te spellen: betaal belastingen en blijf weg uit de politiek. Oligarch Michail Chodorkovsky had toch politieke ambities en zit daarom in de gevangenis.
Armoede
Aan de andere kant van de sociale schaal de armen. Officieel leeft 15% van de 143 miljoen burgers onder de armoedegrens; onderzoeken wijzen uit dat 40 % zich arm voelt. De toestand is merkbaar beter dan op het einde van de Jeltsinperiode. Maar het gevoel dat het alsmaar beter wordt uit de beginjaren van Poetin, ebt weg. De economie groeit trager, maar er verandert vooral weinig aan structurele gebreken.
De levensverwachting voor mannen ligt nog altijd op 63 jaar, dat is ongeveer 14 jaar minder dan in de landen van de EU. Hart- en vaatziekten, alcoholisme, slechte voeding, veel arbeidsongevallen… hebben daar mee te maken, maar ook de gebrekkige gezondheidsvoorzieningen. Evenzeer als in de VS geldt hier dat goede gezondheidszorg zeer duur is.
Het Kremlin ging er totnogtoe vanuit dat enkele sociale maatregelen – zoals het optrekken van de lonen voor wie in overheidsdiensten werkt – sociale wrevel kunnen dempen. En dat werkte inderdaad. Maar dit jaar zakken groei en groeiverwachtingen van de economie. Ruslands sterkte is grotendeels gebouwd op de productie en uitvoer van energie (Rusland is de grootste energieuitvoerder van de wereld ) waardoor het land geen schuldenlast heeft. Maar het gebrek aan investeringen in onder meer transport zijn een bijkomende hinder voor de diversificatie van het industrieel weefsel.
Zondebokken
Veel Russen hebben het gevoel dat ze geen deel hebben aan ’s lands grote rijkdommen. De oligarchen worden massaal gehaat, maar Poetin wist totnogtoe de indruk te wekken dat hij ze niet spaart – Chodorkovsky was daar een slachtoffer van. Maar het oligarchisch systeem is onder Poetin niet aangetast, eerder uitgebreid en gestabiliseerd.
In het “patriottisch” supernationalistisch klimaat dat Poetin in de hand werkt, schuiven alle soorten nationalisten de “tsjornoi” (zwarten), migranten uit de Kaukasusgebieden en Centraal-Azië, als zondebokken naar voor. Niet alleen de nationalisten van Poetin en de Russisch-Orthodoxe kerk doen dat, ook ‘opposanten’ als Alexei Navalny doen mee aan deze xenofobe escalatie. (Zie ook Uitpers ‘Xenofobie troef in Moskou’, 14 augustus 2013).
Dagelijks vallen er slachtoffers in pogroms tegen de ‘Tsjornoi’. Af en toe halen incidenten het nieuws, zoals de uitbarsting van 12 en 13 oktober in de wijk Birjoeljovo waar een groep Russische wijkbewoners jacht hielden op ‘tsjornoi’. Nationalistische militieleden en voetbalsupporters van elders snelden toe om de voedselmarkt van de wijk kort en klein te slaan.
Veel van die voedingsmarkten in Moskou ontstonden en groeiden snel op het einde van het Sovjetbestaan nadat toenmalig leider Mixhail Gorbatsjov (1985-1991) die markten had toegestaan. Vooral Kaukasiërs zijn erg bedrijvig op die markten. Ze werden van in het begin gebrandmerkt als schuldigen voor inflatie, drugsmokkel, onveiligheid… zoals nu ook in Birjoejlovo.
“Invasie”
Russische nationalisten van alle slag klagen de “invasie” van “zwarten” uit Centraal-Azië en de Kaukasusgebieden aan. Ze verwijten lokale overheden zich te laten omkopen door aannemers die in die migranten vooral goedkope gewillige rechtloze arbeidskrachten zien.
In een context van sociale spanningen zijn die migranten hier zoals in zoveel andere landen de gedroomde zondebokken. Er is een soort nationale alliantie tegen de migranten, want zowel de Poetin-aanhangers als de communisten, ultranationalisten als “liberalen” geven de migranten de schuld voor onveiligheid. De Russisch-Orthodoxe kerkleiding laat geen kans voorbijgaan om het xenofobe vuur aan te wakkeren. Alleen kleinere linkse groepen trachten tegen deze stroom op te roeien en de echte sociale problemen op de agenda te plaatsen. Geen toeval dat links een mikpunt is van Poetins repressie.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Uitpers.