De Europese sociaaldemocratie worstelt met een zware crisis, een existentiële zelfs. Enkele vooraanstaande leiders van die sociaaldemocratie vinden dat het tijd is voor iets anders, dat de bestaande sociaaldemocratische partijen maar best verdwijnen om op te gaan is iets breder, iets dat nog wat rechtser staat dan hun neoliberaal beleid. De Franse premier Manuel Valls en zijn Italiaanse collega Matteo Renzi nemen daarin het voortouw.
Bij Valls is het zeker geen ingeving van het moment. De Franse premier heeft al jaren geleden pleidooien geschreven voor een volledig nieuw politiek project waarin de PS moet opgaan. De PS is een product van een afgesloten periode, aldus Valls. De partij werd in 1971 opgericht op de puinen van de oude SFIO (Section Française de l’Internationale Ouvrière) die zwaar gecompromitteerd was geraakt door haar rol in de Algerijnse oorlog. Ze kwam aan de macht in 1981, voerde even een links beleid en ging dan de neoliberale toer op telkens ze regeerde.
Valls
De PS begroef indertijd de SFIO en koos voor een links front met de toen nog invloedrijke communistische PCF. In 1981 werd PS-kandidaat François Mitterrand president en zou dat tot 1995 blijven. Hij nam de PCF in 1981 in de regering met de berekening dat die partij zo veel van haar pluimen zou verliezen. En zo geschiedde, de PS kreeg de onbetwiste hegemonie over links.
Met steeds minder concurrentie ter linkerzijde, is de PS de voorbije jaren steeds verder naar rechts opgeschoven, vooral sinds François Hollande in 2012 tot president werd verkozen. Van zijn nochtans al zeer bescheiden beloften voor meer sociale rechtvaardigheid is niets in huis gekomen, de sociale ongelijkheden zijn alleen maar toegenomen. Met zijn ‘pacte de responsabilité’ ging hij begin vorig jaar nog een stapje verder, de regering werd pompulair bij de patronale bond Medef. Premier Valls en zeker door zijn superminister van Economie Emmanuel Macron doen supercadeaus aan de ondernemers, terwijl daar geen enkele arbeidsplaats tegenover staat. Macron kan onomwonden verklaren dat hij politiek en economisch een liberaal is, geen socialist in de buurt die hem op de vingers tikt. Rechts is gefrustreerd dat “links” haar programma uitvoert.
Nieuw tijdperk
Na het succes van het Front National op 6 december trok Valls daar de conclusie uit dat er een nieuw tijdperk is aangebroken en dat dit tijdperk een nieuwe politieke constellatie vergt. Een constellatie in het verlengde van wat de regering doet: een neoliberaal beleid.
Er is een probleem: de PS zelf. Enkele maanden geleden stak een fronde de kop op, rond 40 parlementsleden weigerden blindelings vertrouwen in de regering Valls. Maar de frondeurs zijn stilgevallen, ze wachten betere tijden af die er wellicht niet zullen komen. Valls acht de tijd nu rijp om zijn project voor de liquidatie van de PS op tafel te gooien, wie niet meewil met de “modernisering” moet aan de zijlijn blijven.
Vandaar zijn aandringen na 6 december om voor de tweede ronde de lijsten van de PS terug te trekken in de regio’s waar het FN kans maakte om in de tweede ronde te winnen. In twee regio’s die een PS-bastion waren, het noorden van Pierre Mauroy (eerste premier van Mitterrand) en het zuidoosten met Marseille, lang de stad van SFIO-kopman Gaston Defferre, zit nu geen enkele socialist meer in de regionale raad. Voor Valls was dat een tactische zet om bondgenoten the werven die willen meestappen in een nieuwe formatie, een “gemeenschappelijk huis” van links en centrum, van alle progressieve krachten die zich afzetten tegen radicaal rechts van ex-president Sarkozy en tegen uiterst-rechts.
Dus zeker niet met links van de PS. Die linkerzijde, het Front de Gauche met de PCF en de PG (Parti de Gauche) van Jean-Luc Mélenchon, en de meerderheid van de groene EELV, is zeer verzwakt uit de kiesstrijd gekomen. Waar het kon, waren ze voor de tweede ronde wel op één lijst gaan staan met de PS, maar met dien verstande dat ze na een zege niet zouden meebesturen. Valls rekent erop dat die verzwakte linkerzijde toch niet anders zal kunnen dan een “centrumhuis” te steunen om zelf niet helemaal te verdwijnen, bij voorbeeld uit de gemeentebesturen.
Italiaanse PD
Valls’ collega Renzi heeft een gelijkaardig project voor ogen. Alhoewel, hij heeft het makkelijker, de Democratische Partij (PD) die hij leidt, is nu al een feitelijke centrumpartij met alleen maar verre linkse wortels.
Zoals Valls voert Renzi maatregelen door die een rechtse regering niet aandurfde, zoals de wijziging van de arbeidswet om de arbeidszekerheid nog verder te ondergraven. Renzi voert onafgebroken chantage tegenover de linkervleugel in de PD die maar telkens weer zwicht. In zijn regering zit de rechtse NCD, terwijl een deel van rechts, frondeurs van Forza Italia, ook meer en meer bij Renzi aanleunen. Allemaal kandidaten voor een bredere formatie.
Renzi heeft immers een politiek project voor ogen waarbij de meerderheid van de PD en een deel van rechts samengaan. Dat wordt stilaan zelfs electoraal nodig. Want vorig jaar haalde Renzi’s PD bij de Europarlementsverkiezingen nog wel 41 %, maar bij de regionale en lokale verkiezingen dit jaar vielen de resultaten erg tegen.
Renzi riskeert zelfs dat zijn PD bij algemene verkiezingen het onderspit delft tegen M5S, de partij waarvan ik eerder een snel einde voorspelde, maar die nu volop profiteert van het groeiend ongenoegen over Renzi’s beleid. Vandaar Renzi’s drang om de PD te laten samengaan met een deel van rechts. Als enkele linksen in de PD daar geen vrede mee nemen, moeten ze maar in de marginaliteit verdwijnen…
Verdwijningen
Zal de sociaaldemocratie in de vorm waarin we ze nu nog kennen, binnenkort in enkele belangrijke landen geschiedenis zijn? Als het aan haar leiders ligt: inderdaad. Zij stellen het voor als een kwestie van overleven. Ze kunnen natuurlijk verwijzen naar zusterpartijen die al met verdwijning bedreigd zijn, zoals de Griekse en Poolse partijen, zoals binnenkort misschien ook de Nederlandse.
De sociaaldemocratische partijen van Europa verkeren inderdaad in een ernstige crisis (zie ook Uitpers 26 februari 2015: de Europese sociaaldemocratie in gevarenzone). Een sociaaldemocratie die een neoliberaal beleid voert kan al zo goed in een rechtse formatie opgaan, het schept enige duidelijkheid. Ze kan ook, zoals in het Verenigd Koninkrijk, kiezen voor een Corbyn en duidelijk stellen dat ze een alternatief biedt tegenover het neoliberale beleid. De weg van Valls-Renzi, of die van Corbyn, die van de liquidatie of van de herbevestiging van een linkse identiteit.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Uitpers.