Sinds de zomer protesteren Sioux stamleden in het reservaat Standing Rock tegen de bouw van een oliepijpleiding. De Dakota Access – pijpleiding moet teerzand van de Bakkenolievelden in het noordwesten van Noord – Dakota vervoeren naar Illinois, een project dat 3,8 miljard dollar kost.
De Sioux willen geen pijpleiding over hun heilige grond en zijn bang dat de pijpleiding gaat lekken. Als het water van de Missouri wordt vervuild, heeft dit gevolgen voor de 8000 stamleden en een miljoen anderen die het rivierwater gebruiken.
De demonstranten kamperen bij Cannon Ball op de oever van de Missouri om de bouw van de Dakota Access-pijpleiding tegen te houden. Sommige activisten ketenen zich vast aan het bouwmaterieel. Het kamp wordt regelmatig aangevallen door politie-eenheden, die honden en traangas inzetten.
De demonstranten kunnen echter rekenen op de steun van 185 stammen van oorspronkelijke Amerikanen, maatschappelijke organisaties en sociale bewegingen zoals Black Lives Matter. De beweging is op internet bekend onder #NoDAPL. De steun van Black Lives Matter is belangrijk, omdat deze beweging steeds sterker wordt. Vienna Rye van Million March NYC, een van de vele grassroots-groepen voor black empowerment in New York, legt haar solidariteit uit met de Sioux: “We moeten solidair zijn, omdat onze strijd verbonden is. Standing Rock is echt het toonbeeld van waarom het politieapparaat en het gevangeniswezen niet hervormd kunnen worden.”
De Verenigde Staten investeren al een paar jaar in fracking om minder afhankelijk te zijn van olieimport. Kinder Morgan, Energy East, Line 3, Northern Gateway en Keystone XL zijn allemaal bouwprojecten om oliepijpleidingen aan te leggen door de VS. In dat kader tekenden meer van vijftig opperhoofden van oorspronkelijke Amerikanenstammen uit de VS en Canada op 22 september een verdrag tegen teerzandprojecten.
Opperhoofd Stewart Phillip van de Union of British Colombia Indian Chiefs verwees daarbij naar de dreiging van klimaatverandering: ‘Inheemse volkeren zijn altijd samen opgestaan tegen nieuwe destructieve fossiele brandstofprojecten, er is geen beter voorbeeld dan Standing Rock in Noord-Dakota.’ Ondertussen heeft de grootste vakbond, de AFL-CIO, zich in een statement op 15 september uitgesproken tegen de NoDAPL – demonstranten. Richard Trumka van AFL-CIO wil de banen van de 4500 werkers aan de pijpleiding beschermen.
Dit statement heeft een discussie uitgelokt over klimaatbanen. De Labor Coalition for Community Action, die een aantal Aziatische en zwarte vakbonden vertegenwoordigt, reageerde op het statement van de AFL-CIO. Deze Labor Coalition ziet de pijpleiding als een voorbeeld van “commerciële hebzucht”: “We dagen de arbeidersbeweging uit om haar strategie aan te passen zodat inheemse en andere gemarginaliseerde bevolkingsgroepen in de arbeidersbeweging als een geheel worden betrokken.” Deze coalitie ziet het ook als taak dat “vakbonden werken aan een nieuwe economie met groene banen en duurzame werkgelegenheid voor iedereen.”
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op socialisme.nu.