Op zondag 24 mei vonden in de Spaanse Staat verkiezingen plaats voor 9000 gemeenteraden, 13 regionale parlementen (met uitzondering van die van Andalusië, Galicië, Catalonië en Baskenland), de provincieraden van Araba, Bizkaia en Gipuzkoa, en de raden van de 7 Canarische eilanden en de Balearen.
Het belangrijkste resultaat van de verkiezingsdag: de rechtse Partido Popular (PP) verliest 2,5 miljoen stemmen in vergelijking met vorige gemeenteraadsverkiezingen, maar blijft de eerste partij in aantal stemmen. Ze verslaat de Socialistische Partij (PSOE) met slechts 400 000 stemmen voorsprong. Deze laatste verliest 775 000 stemmen, ondanks een belangrijke toename van het aantal mensen dat ging stemmen.
Tweede vaststelling: het tweepartijenstelsel waarop het politieke regime zoals het in 1978 vorm kreeg (bij de “Transitie” na het verdwijnen van het Franco-regime, nvdr.) berust, kent een belangrijke nederlaag: PP en PSOE halen samen nauwelijks 50% van de stemmen (tegenover bijna 80 % bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen).
Derde vaststelling: de doorbraak van Candidaturas de Unidad Popular (CUP), ondermeer ondersteund door Podemos. Zij behaalden uitstekende resultaten in Barcelona en Madrid, maar ook in andere plaatsen, zoals Cadix. Ook de Mareas Atlánticas in verschillende gemeenten in Galliciê deden het heel goed.
Rechts verliest de controle van de grote steden
Deze successen brengen het monopolie van conservatief rechts – CiU (conservatieve Catalaanse nationalisten) in Barcelona, PP elders – op het bestuur van de grote steden aan het wankelen.
Het vierde element zijn de goede resultaten van Podemos in de gemeenteraden en de regionale parlementen, ook al lagen de resultaten lager dan de verwachtingen van een flink deel van de linkerzijde. In het beste geval komt Podemos op de derde plaats.
Van haar kant heeft Ciudadanos, de optie voor de regeneratie van het systeem, uitgedokterd in de beheersraden van bepaalde grote bedrijven, niet het verhoopte resultaat behaald.
Ten slotte is Izquierda Unida (IU) haar institutionele aanwezigheid in alle regionale parlementen, behalve die van Asturië en Aragon kwijtgeraakt. Haar electoraat is opgeslorpt door Podemos, wat een mislukking zonder voorgaande betekent voor IU.
De macht van de PP in vraag gesteld
In termen van institutionele politieke macht is de ineenstorting van de PP belangrijker dan haar verlies in stemmen. Ze heeft geen absolute meerderheid meer in Cantabrië, Castillië-La Mancha en in de gemeenteraden van Valencia en Madrid; ze verliest de regeringen van Aragon, Estremadura en de Balearen. Momenteel blijft ze enkel aan de macht in La Rioja en Murcia, ze is niet zeker aan de macht te blijven in Castillië en Leon.
In de gemeenteraadsverkiezingen in Barcelona behaalde de linkse lijst Barcelona En Comú rond Ada Colau, trekster van de PAH (de erg actieve beweging tegen de uithuiszettingen), die gesteund werd door Podemos, 11 raadsleden, de CIU (rechtse nationalisten) 10, Cidadanos 5, en de PSC (de Catalaanse Socialistische Partij) 4 (de slechtste score uit haar geschiedenis).
In Madrid krijgt de PP met burgemeesterkandidate Esperanza Aguirre 21 gemeenteraadsleden tegenover 20 voor de linkse lijst Ahora Madrid, ook hier gesteund door Podemos, rond Manuela Carmena en 9 voor de PSOE. De PP zal niet kunnen besturen, want de optelsom van linkse verkozenen ligt hoger dan die van rechts.
In Cadix, waar Kichi González, lid van Anticapitalistas (onze Spaanse zusterorganisatie, nvdr.) de lijst trok, behaalde deze 8 raadsleden, tegenover 10 voor de PP van Teofila Martinez, die haar absolute meerderheid kwijt is. Dat betekent dat, voor de eerste keer in 20 jaar, de samengetelde linkerzijde meer gemeenteraadsleden heeft dan rechts. Ook in La Coruna en in San Juan de Compostella stellen de Mareas Atlánticas de macht van Feijó, mogelijk opvolger van Rajoy als leider van de PP, in vraag.
De mobilisatie opvoeren
Pedro Sánchez, leider van de PSOE, verklaarde dat deze resultaten «het begin van het einde betekenen voor Mariano Rajoy als eerste minister». Wat Sánchez niet zegt, is hoe het land moet veranderen. Zijn project blijft sociaalliberaal. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de socialistische pretendent voor de macht ook voor de herziening van artikel 135 van de Grondwet stemde, zodat de betaling van de schuld nu voorrang krijgt op de sociale uitgaven.
Sánchez vergist zich als hij denkt dat de oplossing ligt in een nieuwe versie van de afwisselingskoers tussen de twee dynastieke partijen. De nederlaag van de PP is de uitdrukking van het afwijzen van de politiek van sociale kaalslag en het aantasten van de rechten en de democratie, een politiek die enkel de meerderheid van de werkende klasse en de bevolking armer maakte, terwijl de elites zich verder verrijkten. Een beleid dat zo tot de meest ongelijke samenleving van de Europese Unie leidde.
Podemos en de lijsten van Unidad Popular waar ze aan deelnam hebben zich geconsolideerd als instrumenten om de wil van het volk en de werkende bevolking tot uitdrukking te brengen. De verandering baant zich een weg. De boodschap die uit het stemhokje kwam, is duidelijk: de PP moet van de macht verjaagd worden.
De democratische breuk voorbereiden
Maar de uitdaging zal zijn deze verandering uit te diepen om zo tot een democratische breuk te komen en de PSOE te verhinderen een cosmetische opsmukoperatie van het oude regime te door te voeren. Om daartoe te raken moeten Podemos en de CUP in de eerste plaats proberen te verhinderen dat de PP verder regeert, maar vooral ook oproepen tot massale mobilisaties aan de kant van de sociale bewegingen. Ze moeten ook de programmatorische en strategische reflectie uitdiepen, om zo hun doelstellingen te bepalen en de actieve deelname van de burgers in de publieke zaken te stimuleren, door nieuwe modaliteiten van deelname van het volk aan de beslissingen op gemeentelijk en regionaal niveau uit te werken.
Zoals Anticapitalistas zei in haar korte verklaring van 24 mei: «Het moment is gekomen om een breed democratisch debat te openen binnen de volksbeweging over hoe de volgende parlementsverkiezingen te winnen. We moeten doorgaan deze golf voor verandering te ontwikkelen en organiseren, met open vergaderingen in alle hoeken van de staat. De Unidad Popular, een radicale breuk met het beheren van het besparingsbeleid, een duidelijk engagement om de mensen te betrekken in alle beslissingen die ons aangaan, voorop de kwestie van de bestuursakkoorden, zijn het middel bij uitstek om te winnen». Zo ziet ook Anticapitalistas haar taken in de Spaanse Staat.
Manuel Gari is lid van Anticapitalistas, de organisatie van de 4e Internationale in de Spaanse Staat, en Podemos. Nederlandse vertaling door Thomas Weyts.