In 2015 tellen we in Duitsland al meer stakingsdagen dan in gans het jaar 2014. Geen enkele van de in gang gezette conflicten is afgerond. Wat de spoorwegarbeiders betreft is het waar dat de EVB van de DGB, de grootste vakbond voor het personeel van de Deutsche Bahn AG in zijn geheel, een akkoord ondertekend heeft die niet meer waard is dan het voorstel van vertrek van de afgevaardigden van het patronaat. En die vooral niets oplevert voor de werknemers op het vlak van arbeidstijden, iets wat nochtans zeer belangrijk is. Maar de GDL wacht op de voorstellen van de bemiddelaars, en indien deze niet passend zijn zal een stemming van haar leden plaatsvinden (“Urabstimmung”), en de stakingsbeweging zou zeer waarschijnlijk kunnen herbeginnen.
En indien de GDL een beter resultaat zou bereiken dan de EVB, dan zou deze op basis van het huidig reglement worden toegekend aan het geheel van het personeel van de Deutsche Bahn AG. Hierdoor en omdat de regeringsaanval, die als bedoeling heeft het stakingsrecht aan te tasten onder de noemer “Tarifeinheitsgesetz” (die de rechten intrekt van strijdvakbonden die in een minderheid zitten in de betreffende bedrijven om aan het collectief overleg deel te nemen), de achtergrond vormt van het conflict, kan men zich moeilijk inbeelden dat de GDL zou capituleren zonder enige andere vorm van proces.
Wat de postbeambten betreft, die georganiseerd zijn in de grote vakbond Ver.di, werd de staking voorgoed in gang gezet na waarschuwingsstakingen en een eerste staking van de paketbedelers. En naast de algemene looneisen is het vooral de solidaire eis voor gelijke arbeidscontracten voor de paketbedelers die formeel voor “buitenlandse firma’s” werken, die het hoofdkenmerk van het conflict vormt. Ook daar is een gemakkelijk compromis moeilijk denkbaar. Want de directie van de geprivatiseerde post (de Duitse staat bezit slechts 20% van de aandelen) heeft verzekerd nog meerdere miljarden extra winst te maken en verdedigt de lagere verloning van het personeel in onderaanneming als zijnde onvermijdelijk om zich te kunnen verdedigen in het kader van de “globale concurrentie”. Het is een feit dat indien de werknemers deze logica zouden aanvaarden, morgen andere sectoren van de postbeambten er het slachtoffer van zouden zijn.
Voor de vormingswerkers en andere werknemers in de sector van het sociaal werk werd het werk, na 4 weken staking voor de begonnen bemiddelingsperiode (“Schlichtung”), hervat. Maar dit zou zeker van voorlopige aard kunnen zijn. Want het patronaat – de vereniging van gemeenten – haalt het argument aan van de lege overheidskassen, het resultaat van de budgetaire soberheidsmaatregelen van verschillende jaren. Maar de vormingswerksters vragen een gans andere waardering van hun werk, wat zou neerkomen op een loonstijging van gemiddeld 10%. Wat hun verloning zou gelijkstellen met dat van werknemers met gelijkaardige kwalificaties in de overheidsdiensten.
Er zijn andere stakingen in andere sectoren en men kan zich afvragen waarom een gedeelte van de Duitse werknemers zich in beweging zet om overwinningen met behulp van strijd te behalen door te breken met een passiviteit die al veel te lang geduurd heeft. Eerst en vooral is er de algemene politieke situatie, de grote coalitie met de SPD als junior partner, die praktisch niets behaald heeft in het belang van de werknemers. Wat het minimumloon betreft werd snel heel duidelijk dat deze zodanig veel “uitzonderingen” kent dat dit slechts het lot van een zeer kleine laag werknemers verbetert. De teleurstelling is dus groot. En nieuwe barsten zijn zich aan het vormen tussen de SPD en de syndicale leidingen, zelfs diegenen die weinig strijdvaardig zijn.
Anderzijds – en dit zit waarschijnlijk veel dieper – is er een sinds lang ingehouden woede en een gevoel van wrok bij een gedeelte van de werknemers. Vooral binnen de sector van de diensten en vooral binnen een brede laag die het slachtoffer is van de neoliberale politiek van privatiseringen, dat hun algemene situatie, hun arbeidsvoorwaarden en hun perspectieven die steeds meer precair zijn slechts heeft verergerd. Het gaat dus om een zware tendens in de samenleving, waar de sociale conflicten verergeren als reactie op een voortdurend patronaal- en regeringsoffensief, die frontaal de aanval inzet tegen wat overschiet van de werknemersrechten. En dit met een vastberadenheid en een woestheid die tot nu toe zijn gelijke niet gekend had in de reacties hiertegen door de werknemers.
We zijn nog ver verwijderd van het uur van de balansen. De strijd is aan de gang. En er is ook een stijgende tendens van verzetsprotesten. 25.000 mensen hadden betoogd tegen de inauguratie van de Europese Centrale Bank in Frankfurt op een werkdag, waarop de normale werknemers niet konden deelnemen. 40.000 hebben in Beieren hun woede geuit tegen de top van de G7. En voor 20 juni kondigt ATTAC Duitsland aan dat er 100.000 mensen zullen betogen in Berlijn tegen de wijze waarop de ex-trojka het Griekse volk en de vluchtelingen behandelt – zelfs al is dit te optimistisch, we kunnen ons zeker verwachten aan een massabetoging.
En men moet ook in het achterhoofd houden dat de centrale van de DGB opgeroepen had zich aan te sluiten bij de manifestaties in Frankfurt en Beieren, en dat ze nu voor massa-betogingen oproept in vier Duitse steden (Keulen, Hannover, Dresden en Neurenberg) voor de opwaardering van de pedagogische beroepen (“Aufwerten jetzt!”).
Bronnen:
http://www.sozonline.de/2015/06/deutschland-streikland/
http://www.sozialismus.de/kommentare_analysen/detail/artikel/das-grundrecht-auf-streik/
http://www.sozonline.de/2015/06/keiner-schiebt-uns-weg-denn-unsere-arbeit-die-ist-richtig-gut/
http://www.sozonline.de/2015/06/lokfuehrerstreik-und-tarifeinheitsgesetz/
http://www.sozonline.de/2015/06/deutschen-postdhl-gesetzwidriges-verhalten/
Manuel Kellner is lid van de leiding van de ISL, één van de twee publieke fracties is van de afdeling van de IVe Internationale in Duitsland, en lid van de redactie van de Sozialistische Zeitung (SoZ), een publicatie die nauw aanleunt bij het ISL. Hij was van mei 2010 tot mei 2012 wetenschappelijk medewerker van Michael Aggelidis, kameraad van de ISL, die in deze periode lid was van de fractie van Die Linke in het parlement van Noordrijn-Westfalen van Duitsland.