Toevallig kreeg ik een heruitgave van de oorspronkelijke Lambiorix in handen, het 9de avontuur van het Vlaamse heldenpaar Suske en Wiske. Het tekenverhaal verscheen in 1950 en staat vol politieke verwijzingen naar de voorbije periode, namelijk de bezetting en de bestraffing van de collaborateurs. Dat alles wordt bekeken vanuit Vlaams-nationalistische hoek, maar Willy Vandersteen, de auteur (1913-1990), blijkt geen separatist te zijn, wel een soort leopoldist.
Het verhaal: Suske en Wiske komen door toverkracht terecht bij de Eburonen, een stam van de Oude Belgen, met Lambiorix als vorst. Het land is bezet door de Romeinen (de Duitsers), Lambiorix (Leopold III) moet het land verlaten en wordt vervangen door secretarisch-generaal Lambik (de secretarissen-generaal bestuurden België onder de voogdij van het Duitse militaire bestuur, het waren collaborateurs).
Lambik “blijft bij zijn volk” en collaboreert “voor de schijn” met Arrivix, vijand van Lambiorix, “wie zal er anders voor zorgen?” (dat was een van de argumenten van de secretarissen en van de oorlogsburgemeesters in hun verdediging tegen de naoorlogse repressie). Maar er is verzet, en dat verzet wordt door Vandersteen goedgekeurd (nu de 2de wereldoorlog voorbij is). Uiteindelijk komt Lambiorix, met de hulp van onze Vlaamse helden, weer aan de macht.
Het lot van Leopold III die na de oorlog om politieke redenen en ondanks de volksraadpleging zijn plaats moest afstaan aan zijn zoon Boudewijn, raakt het gemoed van Vandersteen. Dat blijkt uit een opmerking van tante Sidonie: “Een koning heeft geen vaste positie”. Aan het einde van het verhaal staat volgende dialoog: Sidonie: “Wel verdorie! Hij is lang weg geweest maar eindelijk terug!” Lambik: ”Wat?? Volksraadpleging geweest??!!.Eindelijk terug!! Hoera Leve de koning!”
Ook de amnestiekwestie, vrijspraak voor de nazicollaborateurs, die tot vandaag de Vlaams-nationalistische gemoederen beroert, komt in bedekte termen ter sprake. Lambiorix: “Ik wil mijn overwinning niet met bloed vieren. Daarom verleen ik u allen amnestie alvorens u te veroordelen: er is al zever genoeg geweest!”
Wie na de oorlog geen bewijs van burgerdeugd kon voorleggen was er slecht af. Lambik: “Laten wij er om dobbelen!’t Is mijn bewijs van burgerdeugd!”. Arrivix: “Ik ken dat niet! Ik speel alleen voor iets dat waarde heeft!”
Als echte middenstander, zoals blijkt uit alle Suske en Wiske verhalen, foetert Vandersteen op de belastingen en de stakers. Maar enfin, in België is het nog zo slecht niet: Lambik: “Och, onder Belgskes verstaat men zich wel, he, Sire de Koning!” Wiske: “Maar ja! Als er geen konings-,school-,taal-, loon-, belastings- en repressie – devaluatie- en werkloosheidskwesties zijn dan gaat dat wel, hé!”.
De reeks Suske en Wiske verscheen in het Frans als Bob et Bobette. Hoe de Franse vertaling van Lambiorix met al die politieke toespelingen werd aangepakt, zou ik graag te weten komen. De Vlaamse versie gebruikt een taaltje dat berust op het Antwerps. Waarom niet eigenlijk.
Tegenwoordig is het een soort veredeld Vlaams, geschikt voor de markt in Nederland. Schalluleke werd Schanulleke. Geen “lullen” boven de Moerdijk! Het soort volksverbonden Vlaamse humor in de eerste albums is een cultuur-antropologische studie waard.