We zien momenteel, op verschillende niveaus, politiek en militair, een nieuwe en zoveelste poging om een einde te maken aan de volksopstand in Syrië. De gewapende strijdkrachten van het Assad-regime, die worden bijgestaan door Hezbollah en sjiitische fundamentalistische milities geleid door Iran en door de massale Russische luchtaanvallen, rukken op met de medeplichtigheid van de Westerse imperialistische mogendheden, ondanks enkele retorische veroordelingen. Tezelfdertijd wordt de Syrische oppositie gedwongen tot diplomatische onderhandelingen door diezelfde internationale strijdkrachten om haar aan de voorwaarden van het criminele regime van Assad te onderwerpen…
De militaire aanvallen van het regime en zijn aanhangers
Tijdens de laatste weken zijn de gewapende strijdkrachten van het Assad-regime, Hezbollah en de fundamentalistische sjiitische milities geleid door Iran –allemaal gesteund door massale bombardementen van de Russische luchtmacht– in opmars geweest zoals nog nooit tevoren op het platteland in het noorden van de provincie Aleppo. Bovendien hebben ze de bevrijde zones van de stad Aleppo omcirkeld, stad die sinds de herfst van 2012 verdeeld was onder het regime en verscheidene groepen van de oppositie. De opmars van de gewapende strijdkrachten van het regime, gesteund door zijn aanhangers, hebben een einde gemaakt aan het beleg van Jaysh al-Fatah, een coalitie van gewapende strijdkrachten geleid door Jabhat an-Nusra en Ahrar ash-Sham, op de sjiitische steden Nubl en Zahraa. De militaire manoeuvres van het Assad-regime en zijn aanhangers hebben ook de voedseltoevoer naar de vrije zones van de stad Aleppo afgesneden, en ze hebben de verschillende gewapende verzetstroepen die tegen het Assad-regime vochten afgezonderd op het platteland in het noorden van Aleppo.
Tienduizenden burgers zijn gevlucht voor de opmars van de strijdkrachten van het regime en haar aanhangers naar de grenspost Bab as-Salama, of ook naar de stad Afrin, die onder controle staat van koerdische strijders van de Democratische Unie Partij (gekend onder de naam PYD). De Russiche bombardementen hebben ook massale vernielingen aan de burgerlijke infrastructuren aangebracht, zoals bijvoorbeeld de vernieling van het laatste grote ziekenhuis in de bevrijde zones van het noorden van Aleppo.
Turkije heeft de grenspost Bab as-Salama gesloten gehouden tot het moment van schrijven van dit artikel, terwijl de Turkse humanitaire troepen vrachtwagens met voorzieningen hebben gestuurd voor de tienduizenden Syriërs die zich geblokkeerd zien aan de grens, maar niet genoeg volgens verschillende Syrische activisten ter plaatse.
De gewapende troepen van de oppositie die werkzaam zijn op het platteland in het noorden van Aleppo hebben de oprichting van een “eengemaakte militaire raad” bekendgemaakt om de militaire opmars te kunnen bestrijden. In de bevrijde zones van Aleppo, die nog ongeveer 350 000 inwoners tellen, heeft de lokale volksraad een crisiscentrum op poten gesteld om aan de basisbehoeftes aan voedsel en brandstof te kunnen voorzien tegen betaalbare prijzen. De raad heeft het grootste deel van zijn geldreserves uitgegeven aan brandstof om de werking van de bakkersovens, de ziekenhuizen, de civiele verdedigingstroepen en de waterpompen te kunnen ondersteunen. De lokale volksraad heeft echter zijn vrees uitgedrukt voor wanneer de beschikbare hoeveelheden ontoereikend zouden blijken…
Massale volksbetogingen hebben eveneens plaatsgevonden in de vrije wijken van Aleppo met de vraag aan de gewapende verzetstroepen in de provincie zich te verenigen rond een gemeenschappelijk vaandel van het “Leger van Aleppo” in naam van een vrij Syrië.
Tezelfdertijd zijn, in de loop van de laatste dagen, tienduizenden inwoners van de stad Deraa gevlucht voor de opmars van de gewapende strijdkrachten van het regime ter land en voor de luchtaanvallen van Rusland en het regime. Enkele schattingen duiden op een verplaatsing van 80 000 personen. Op 9 februari heeft de organisatie Artsen Zonder Grenzen (AZG) bovendien gesignaleerd dat een van hun ziekenhuizen in de provincie Deraa geraakt was door een Russische luchtaanval. De verkozen provinciale raad van Deraa van de lokale oppositie zei in een communiqué van 7 februari dat ze “moeilijkheden ondervinden de gevluchte personen onder te brengen” en voegden toe dat “het gebrek aan voeding en medicamenten en de sluiting van de grens met Jordanië de pijnlijke situatie van de gevluchte personen verergerd heeft”. Deze gebeurtenissen deden zich voor na de inname van de stad Ataman vorige week, 3 km ten noorden van de stad Deraa. Op die manier kreeg het regime een deel van de oude autostrade Deraa-Damascus onder zijn controle, zodat het zijn verdedigingslinies in de hoofdstad van de provincie kon uitbreiden. Daarvóór werd de strategisch gelegen stad Sheikh Miskin, die ongeveer 75 km ten zuiden van Damascus ligt en op een punt dat de provincies As-Suwayda, Quneitra en Damascus met elkaar verbindt, veroverd door de troepen van het regime die bijgestaan werden door de Iraanse en Russische aanhangers en door Hezbollah. De Russische luchtaanvallen zijn zeer beslissend geweest voor de opmars van de troepen van het Assad-regime.
In de door de oppositie gecontroleerde zones rond de stad Homs heeft de luchtmacht van het regime pamfletten uitgestrooid waarin gedreigd wordt nieuwe, zeer destructieve wapens te gaan gebruiken en verklaard wordt dat de bewoners er niet voor zouden kunnen schuilen in hun woningen. Het regime wil de sfeer van angst die tussen de bewoners heerst vergroten met constante luchtraids, waaraan ook de Russische luchtmacht meedoet. De Russische legervliegtuigen hebben trouwens gedurende twee opeenvolgende nachten (8 en 9 februari) 50 luchtraids uitgevoerd op de stad Talbisa, met als resultaat ongeveer een vijftal omgekomen burgers, een twintigtal gewonden en belangrijke vernielingen. In de provincie Idlib zijn op 9 februari minstens 15 personen gedood in Russische bombardementen die een kamp met gevluchte inwoners troffen.
Deze nieuwe militaire verwezenlijkingen door de gewapende troepen van het regime zouden onmogelijk geweest zijn zonder de massale militaire hulp van Rusland, Iran, Hezbollah en de verscheidene sjiitische fundamentalistische milities. Het Syrisch leger is inderdaad serieus verzwakt en zijn strijdkrachten zijn in belangrijke mate in aantal verminderd. Verschillende schattingen benadrukken dat het aantal soldaten van 300 000 naar 60 000 à 80 000 is gezakt. Voor de zomer van 2015 had het leger van het Assad-regime belangrijke militaire nederlagen geleden, onder meer na de val van de steden in het noord-westen van Syrië zoals Idlib en Jisr ash-Shughur, die veroverd werden door de coalitie Jaysh al-Fatah, geleid door Jabhat an-Nusra en Ahrar ash-Sham.
De deserties en het gebrek aan wil van de Syrische jeugd om te sterven voor een corrupt en autoritair regime verklaren in grote mate de onmogelijkheid van het leger van het regime om nieuwe soldaten te rekruteren. Veel jonge mannen zijn gevlucht naar Europa en buurlanden van Syrië nadat ze de oproep hadden ontvangen zich aan te sluiten bij het leger, of nadat ze het bevel gekregen hadden zich aan te melden als reservist. Tezelfdertijd heeft de zwakke staat van het regimeleger geleid tot de samenstelling van de National Defence Forces, die uit zo’n 125 000 man bestaan, voornamelijk gevormd en verloond door de Islamitische Republiek Iran.
Dat is de reden waarvoor zich verzetten tegen die buitenlandse imperialistische interventies zo belangrijk is, want zonder de militaire bijstand van zijn aanhangers zou het Assad-regime niet in staat zijn geweest zijn oorlog tegen de Syrische bevolking voort te zetten en uit te diepen.
Genève III, Munchen,…: de Syriërs op hun knieën dwingen
Genève III was opnieuw een mislukking, zoals haar twee voorgangers. De gewapende strijdkrachten van het regime en zijn aanhangers hebben hun offensieven in verschillende regio’s die gecontroleerd worden door gewapende verzetsstrijders voortgezet. Hierdoor zag de Hoge Commissie voor Onderhandelingen van de Syrische oppositie, die in december 2015 te Riyad is opgericht, zich genoodzaakt zich uit de vredesonderhandelingen terug te trekken. De speciaal afgevaardigde van de VN, Staffan de Mistura, heeft een nieuwe datum vastgelegd om overleg tussen het Syrisch regime en de oppositie in Genève aan te vatten: 25 februari.
Intussentijd komen de verschillende internationale en andere imperialistische mogendheden in Munchen, Duitsland, samen als de Internationale Steungroep voor Syrië, vanaf 11 februari 2016, in een poging om de “vredesinspanningen” weer op gang te brengen. Teneinde een ineenstorting te voorkomen van de diplomatieke inspanningen ter voortzetting van de “vredesonderhandelingen”, heeft Amerikaans Staatssecretaris John Kerry druk uitgeoefend om een staakt-het-vuren in te zetten en een betere toevoer van humanitaire hulp mogelijk te maken vóór de bijeenkomst, maar zonder enig succes. Ondanks het formeel akkoord van de Russische verantwoordelijken met de diplomatieke inspanningen van Kerry, heeft Rusland zijn luchtaanvallen in het noorden van Syrië (Aleppo) en het zuiden (Deraa) voortgezet, en is gepasseerd langs de regio van Homs, zoals we hierboven gezien hebben. Verschillende bronnen hebben gemeld dat Rusland 1 maart zou hebben voorgesteld voor een staakt-het-vuren in Syrië.
De verantwoordelijken van het Assad-regime hebben van hun kant uit duidelijk laten weten dat ze niet bereid zijn hun militaire acties stop te zetten. De Syrische minister van Buitenlandse Zaken Walid al-Muallem heeft vorige week verklaard dat er “geen staakt-het-vuren zou zijn totdat de Turkse grens beveiligd is”, hiermee verwijzend naar Bab as-Salama. Bouthaina Shaaban, eerste raadgeefster van de dictator Assad, verklaarde op 9 februari dat er “geen respijt zou zijn in de operaties van het leger, dat plande de stad Aleppo terug in te nemen van de verschillende gewapende verzetstroepen en de Syrisch-Turkse grens veilig te stellen”.
De vertegenwoordigers van de Hoge Commissie voor Onderhandelingen van de Syrische oppositie hebben verklaard dat ook zij aan de onderhandelingen in Duitsland –vanaf donderdag 11 februari– zullen deelnemen om te proberen de vredesonderhandelingen weer op gang te brengen. De Hoge Commissie voor Onderhandelingen heeft nochtans Amerikaans president Barack Obama opgeroepen zich meer in te zetten om de Russische bombardementen in Syrië te stoppen en om wapens te leveren aan de gewapende groepen van de oppositie van het Vrij Syrisch Leger. Zo zouden ze in staat moeten zijn zich te verdedigen tegen de opmars van de gewapende strijdkrachten van het regime en zijn aanhangers en de Russische bombardementen.
Het leveren van wapens los van enige politieke voorwaarde door de Westerse of andere staten aan de democratische secties van het Vrij Syrisch Leger zodat het het Assad-regime en zijn aanhangers en de islamitische fundamentalistische troepen kan bestrijden is een van de voornaamste eisen geweest van bepaalde democratische en progressieve secties van de voorstanders van de Syrische revolutie. Tot de dag van vandaag echter zonder succes.
Meer dan ooit kunnen we zien dat er geen enkele druk op het Assad-regime noch de wil om het regime te veranderen aan de orde van de dag is van de verschillende internationale imperialistische mogendheden in Syrië. Integendeel –zoals we al zeer vaak gezegd hebben.
Conclusie
De doeleinden van de militaire interventie en de massale Russische bombardementen zijn sinds 30 september 2015 duidelijk: de politieke en militaire macht van het Assad-regime redden en verstevigen. Russisch president Vladimir Poetin heeft het op 28 september gezegd, voor het begin van de operaties: “Er is geen andere manier om een einde te stellen aan het Syrische conflict dan de instellingen van de huidige wettige regering te versterken in hun gevecht tegen het terrorisme”.
Met andere woorden, elke vorm van verzet –democratisch of reactionair– tegen het regime van Assad platdrukken in het kader van de zogenaamde “strijd tegen het terrorisme”. Alle autoritaire regimes hebben dezelfde soort propaganda gebruikt om de volksbewegingen en/of het verzet tegen hun gezag te onderdrukken.
Dat heeft verschrikkelijke gevolgen voor de burgers. Op 20 januari 2016 heeft het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten aangekondigd dat sinds 30 september 2015 in de Russische luchtaanvallen 1 015 burgers omgekomen zijn, waaronder meer dan 200 kinderen, terwijl honderdduizenden burgers hun huis hebben moeten onvluchten. Daarbij komen nog de verwoesting van ganse wijken, ziekenhuizen, scholen, bakkers enz. …
Kenden de Verenigde Staten de doeleinden van Rusland niet? Het is moeilijk voorstelbaar dat dat het geval was, integendeel, ze hebben waarschijnlijk de Russische militaire interventie gezien als een kans om druk uit te oefenen op de Syrische oppositie om haar te dwingen tot onderhandelingen met het Assad-regime, zoals trouwens de laatste weken is vastgesteld. Amerikaans Staatssecretaris John Kerry heeft tijdens de sponsorvergadering in Londen effectief aan Syrische humanitaire medewerkers gezegd dat hij “Syrië steunde”, dat “het Syrisch verzet uitgeroeid zal worden” en dat de Syrische bevolking zich moest verwachten aan drie maanden van bombardementen. Kerry heeft voor het overige de Syrische oppositie ervan beschuldigd de onderhandelingen van Genève III te verlaten en zo de weg open te laten voor een gemeenschappelijk offensief van het Syrische regime en Rusland op Aleppo. De politieke houding van de Verenigde Staten moet echter niet beschouwd worden als een verrassing of een verraad van Washington zoals sommigen het voorgesteld hebben. Dat zou betekenen dat de Amerikaanse regering zelfs maar heel even de politieke wil heeft gehad het regime in Syrië te veranderen, wat nooit het geval is geweest zoals ik al heb aangetoond in verscheidene artikels.
Ondanks hun onderlinge rivaliteit hebben de imperialistische en “onder-imperialistische” (of: regionaal-imperialistische) staatsinterventies nu een gemeenschappelijk doel: de revolutionaire volksbeweging in Syrië, die begonnen is in maart 2011, uit de weg ruimen, het regime van Damascus stabiliseren met momenteel als leider (voor minstens een korte en gemiddelde termijn) de criminele dictator, en Islamitische Staat overwinnen. Bijvoorbeeld, de Saoedische minister van Buitenlandse Zaken Adel al-Jubeir heeft op 8 februari verklaard dat Riyad overwoog speciale Saoedische troepen te sturen naar Syrië in het kader van een coalitie geleid door de Verenigde Staten tegen IS. De Verenigde Arabische Emiraten en Bahrein hebben zich eveneens aangesloten en hebben hun wil uitgedrukt troepen te sturen die deel moeten uitmaken van de Amerikaanse coalitie tegen IS en haar moeten ondersteunen, terwijl Koeweit de alliantie tegen IS wel ondersteunt maar geen troepen zal sturen. Tezelfdertijd heeft de koning van Bahrein, Hamad bin Isa al-Khalifa, Russisch president Poetin ontvangen en hem een Damaceens zwaard geschonken, dat hij het zwaard van de overwinning genoemd heeft, wat wilt zeggen dat de overwinning door zijn bondgenoot gehaald zal worden… De raadgever van de Russische president heeft op zijn beurt aangekondigd dat koning Salman van Saoedi-Arabië een bezoek aan Rusland gepland heeft midden maart.
We moeten inderdaad niet denken dat de imperialistische rivaliteiten, op wereldschaal tussen de Verenigde Staten, China en Rusland, of regionaal tussen verschillende regionale imperialismes, onmogelijk zijn te overwinnen nu hun belangen op het spel staan en er in feite zeer veel wederzijdse onafhankelijkheid is. Al die regimes worden geleid door de burgerij en zijn vijanden van volksrevoluties. Ze zijn enkel geïnteresseerd in een stabiele politieke context die hen toelaat hun politiek en economisch kapitaal op te bouwen in weerwil van de volksklassen.
Het heeft geen belang dat de personen die aangehouden worden door het Syrische regime gedood worden op een bijna industriële en systematische schaal, waardoor we kunnen spreken van een staatspolitiek van “uitroeiing” van de burgerbevolking, een misdaad tegen de mensheid volgens de onderzoekers van de Verenigde Naties.
Geen enkele regionale of internationale macht staat aan de kant van de Syrische revolutie zoals we al menig maal hebben aangetoond.
Hierbij handelt de VN als een instelling ten dienste van deze verscheidene imperialistische mogendheden. De Russische revolutionair Leon Trotski beschreef de voorganger van de VN, de Volkenbond, op de volgende manier: “De Bond is in haar verdediging van het status quo geen organisatie van de “vrede” maar van het geweld van de imperialistische minderheid op de grote meerderheid van de mensheid”. Dit is vandaag perfect van toepassing op de Verenigde Naties en op het zogenaamde “vredesonderhandelingen”-plan van De Mistura “voor Syrië”, zoals de vorige onderhandelingen. We hebben dat ook kunnen vaststellen toen de VN zijn mond hield over de blokkade van het Assad-regime en Hezbollah op de stad Madaya, die begonnen was eind juni/begin juli 2015, waarbij ze de voornaamste aspecten van de blokkade maandenlang verzweeg. Of nog, toen Carla Del Ponte, huidig lid van de onderzoekscommissie Syrië van de VN, verklaarde dat de Russische interventie in Syrië over het algemeen positief was geweest omdat hiermee terroristische groeperingen zoals IS en Al-Qaida waren aangevallen, terwijl ze toevoegde dat er nochtans wel een klein probleem was: het onderscheid maken tussen de Russische luchtaanvallen op burgers en op terroristische groeperingen…
De rol van de progressieve en democratische activisten is zich verzetten tegen alle imperialistische projecten die azen op het einde van de Syrische volksopstand en ze veroordelen, de voortdurende oorlog van het criminele regime van Assad tegen de Syrische bevolking veroordelen en de hulp van buitenlandse strijdkrachten van Rusland, Iran, Hezbollah en andere sjiitische fundamentalistische milities in deze moordcampagne. De interventie van deze mogendheden en buitenlandse troepen heeft het aantal burgerslachtoffers aanzienlijk verhoogd en het lijden in het land vergroot. Tegelijkertijd moeten we ons ook verzetten tegen de interventies van de Golfstaten en Turkije, in het verleden en vandaag, die als doel hadden hun eigen egoïstische politieke belangen te behartigen en niet die van het Syrische volk, en de aard van de revolutie te veranderen in een confessionele oorlog of de confessionele vijandigheden aan te wakkeren, een gelijkaardig gedrag dus als dat van het Assad-regime en zijn aanhangers.
We moeten ons vandaag stellen achter cruciale eisen van het Syrische volk: de vrede, het einde van de oorlog, het einde van de bombardementen, het einde van de blokkades, de bevrijding van de politiek gevangenen, en de terugkeer van de vluchtelingen en de intern verplaatste bevolking. Tezelfdertijd moeten we de initiële doeleinden van de revolutie in onze strijd en politieke horizont houden: de vrijheid, de sociale justitie, de gelijkheid, en de afkeur van confessionalisme en racisme.
We kunnen nog voorbeelden vinden van kleine beetjes hoop in Syrië die deze initiële doeleinden aanhangen. De stad Zamalka, in de provincie Damascus, heeft nieuwe ervaringen gehad met lokale democratie bij de verkiezing door de bevolking van een nieuwe lokale volksraad. De volksorganisatie The Day After (TDA) heeft in de loop van de laatste weken een campagne gelanceerd voor de ontwikkeling van de capaciteiten van de vrouwen in de stad Doema, waarbij het accent wordt gelegd op medewerking en leiderschap van de vrouwen in de Syrische samenleving en de uitdagingen waarmee ze geconfronteerd worden, met inbegrip van de gevolgen van de staat van beleg en van de oorlog op hun leven en hun werkcapaciteit. Een andere campagne van de organisatie TDA, genaamd “zijn beklag doen om zijn rechten niet te verliezen”, is gevoerd in de stad Deraa, waarin de activisten van TDA “klachtenbussen in de straat” gezet hebben om de burgers aan te sporen hun eventuele zorgen over de gewapende groepen in hun regio’s uit te drukken, en hen aan te zetten tot maatregelen en initiatieven om de interacties tussen de burgers en de leden van de gewapende groepen te verbeteren en te versterken. De campagne was vroeger al gelanceerd geweest in Idlib en Doema. Samenkomsten zijn georganiseerd in Doema, Kafranbel en Saraqeb in solidariteit met de Koerdische bevolking, met slogans zoals “Van Doema naar Amouda, vrede (groet) en respect” en “De Koerden maken deel uit van de Syrische revolutie” om de burgerlijke volksbeweging nieuw leven in te blazen. De jongerenbeweging van Saraqeb in het district Idlib had een campagne gelanceerd met de naam “Dit is uw mening” om het respect voor de vrijheid van meningsuiting de bevorderen, maar heeft ze moeten stilleggen na bedreigingen van de lokale gewapende groeperingen.
We moeten de verscheidene democratische en progressieve groepen en bewegingen in Syrië ondersteunen die de kleine beetjes hoop en het volksverzet, gewapend en burgerlijk, uitmaken. Zij verzetten zich tegen alle vormen van contrarevolutie, het regime van Assad en zijn aanhangers, en de islamistische fundamentalistische groeperingen.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Syria Freedom Forever. Nederlandse vertaling: Rohan Raes.