In het najaar van 2014 had de arbeidersbeweging het momentum van de mobilisatie aan haar kant. Met meer dan 120.000 betogers en drie gelukte stakingsdagen op rij werd overduidelijk dat een zeer groot deel van de werkende bevolking het beleid van de huidige, rechtse regering absoluut niet ziet zitten. Maar hoewel de beweging in omvang indrukwekkend was, bleef de inhoudelijke opstelling relatief zwak. Daardoor konden sommigen de indruk wekken dat de werkende bevolking niet zozeer tegen de besparingspolitiek op zich is, maar wel tegen de ongelijke verdeling van de besparingen. De vakbondsleidingen – die in essentie vooral hun plaats aan onderhandelings- en overlegtafels willen veilig stellen – begonnen dan ook te ijveren voor een “tax shift”, “zodat de sterkste schouders ook de zwaarste lasten dragen”. Vooral het ACV ijverde zeer hevig voor “een billijke bijdrage van de vermogenden”.
Christelijke zuil
Voor het ACV had dat het voordeel dat ze kon inspelen op haar politieke partner in de christelijke zuil, de CD&V. Gedurende enkele maanden werd zo de discussie gevoerd over het al dan niet wenselijk en/of haalbaar zijn van een vermogenswinstbelasting. De indruk werd ook gewekt dat de regering ‘snel’ met een voorstel tot tax shift op de proppen zou komen. Wat de vakbondsleidingen dan weer de mogelijkheid gaf alle actieplannen te herleiden tot symbolische mobilisaties, in afwachting van die veelgeroemde tax shift.
Regeerakkoord
Sindsdien wordt er echter nauwelijks nog over een wezenlijke bijdrage van de vermogenden gesproken. Dat is ook niet verwonderlijk. Het regeerakkoord van de huidige rechtse regering bevat immers een duidelijke zin: “De regering zal de uitgaven beheersen en een parafiscale en fiscale verschuiving (“tax shift”) doorvoeren om een voldoende omvangrijke lastenverlaging te kunnen financieren, waarbij de belastingdruk op arbeid, bestaande uit fiscale en parafiscale lasten, aanzienlijk wordt verminderd” (onze nadruk).
Lastenverlaging
Hier wordt dan ook een amalgaam gemaakt van belastingen enerzijds en bijdragen aan de sociale zekerheid anderzijds. Het doel van deze passus uit het regeerakkoord is overduidelijk: het doorvoeren van een omvangrijke lastenverlaging… voor de patroons in de privésector. Volgens datzelfde regeerakkoord moet het daarbij gaan om een verlaging van 33 naar 25% van de patronale lasten. Het mag duidelijk zijn dat dit ten koste zal gaan van de financiering van de sociale zekerheid! De werklozen, gepensioneerden, zieken, enz. zullen het geweten hebben. Met het rechtvaardiger maken van het belastingsysteem heeft dit hoegenaamd niets te maken.
Winnende rechterzijde
Laat ons duidelijk zijn: tot nu toe heeft de rechterzijde haar slag op alle wezenlijke terreinen thuis gehaald. Zij heeft de indexsprong onverkort doorgevoerd. Zij heeft een minimaal interprofessioneel akkoord naar beneden toe ‘aangepast’ en opgelegd (en daarmee de facto de doodsteek gegeven aan de ‘werkloosheid met bedrijfstoeslag’ of wel het brugpensioen). Zij bereidt zich voor op een aanval op de pensioenen in het algemeen en op die van de ambtenaren in het bijzonder. Wellicht zal nog voor de zomer de pensioengerechtigde leeftijd opgetrokken worden tot 67 jaar.
Patronale woordvoerders
De discussie die momenteel gevoerd wordt binnen het rechtse kamp draait echter om de invulling van de tax shift. De voorzitter van de Vlaamse patronale vereniging Voka, Michel Delbaere, heeft blijkbaar het regeerakkoord niet goed gelezen en is van mening dat die tax shift eigenlijk niet meer nodig is. Hij pleit wel voor “structurele maatregelen zoals vereenvoudigingen in de sociale zekerheid en het arbeidsrecht”. Precies wat ook het regeerakkoord aankondigt… Andere patronale woordvoerders (Karel van Eetvelt van Unizo en Pieter Timmermans van het VBO) zijn dan ook fervent voorstander van de tax shift, zoals die omschreven wordt in het regeerakkoord. Zij rekenen op een lastenverlaging van 2,5 tot 3 miljard euro. Omdat beiden maar al te goed weten dat zo’n immens cadeau de werkgevers niet zonder discussie gegund zal worden, bepleiten ze beiden ook een (symbolische) speculatietaks. Dat kan dan de indruk wekken dat ‘iedereen’ een steentje bijdraagt…
Aanval op sociale zekerheid
De tax shift is dan ook verworden tot niets meer dan een voorwendsel voor een zeer grote aanval tegen de sociale zekerheid. N-VA-voorzitter laat daar niet de minste twijfel over bestaan: in de sociale zekerheid is er “nog altijd te veel inefficiëntie in het systeem. Dat betekent dus onvermijdelijk dat we nog verder moeten besparen op de uitgaven van de overheid”, bovenal in de sociale zekerheid.
Middenklasse?
Als klap op de vuurpijl verklaarde N-VA-voorzitter Bart De Wever ook nog dat hij “nog nooit” een voorstel inzake invoering van een vermogensbelasting heeft gezien “dat de middenklasse niet zou raken”. De Wever is duidelijk geen lezer van de krant De Morgen. Was hij dat wel, dan had hij kennis kunnen nemen van het voorstel van honderden fiscale ambtenaren, die op 28 mei 2015 pleiten voor “een uitzonderlijke, substantiële en progressieve belasting op de 10% rijkste Belgen (met vrijstelling voor de eigen woning ter waarde van een half miljoen euro)”. Met dergelijke maatregel zou de Belgische overheidsschuld in een klap met 20% kunnen dalen, waardoor de “noodzaak” aan besparingen ineens zou wegvallen en er tegelijk ruimte zou vrijkomen voor maatschappelijk “noodzakelijke investeringen in huisvesting, onderwijs, kinderopvang, mobiliteit en pensioenen “zonder miljoenen menen op te zadelen met de lasten”.
Kwalitatieve verslechtering
Gezien het feit dat de arbeidersbeweging en de linkerzijde sinds het aantreden van deze regering – ondanks massaal maatschappelijk verzet! – nog geen enkele overwinning geboekt heeft, mag het duidelijk zijn dat we de slag om rechtvaardige fiscaliteit enerzijds en behoudt van de sociale zekerheid anderzijds niet mogen verliezen. Temeer omdat het terrein van de sociale zekerheid fundamenteel is voor de arbeidersbeweging. Het is immers onze sociale zekerheid! Lukt de regering er toch in dit monument van de solidariteit fundamenteel te verzwakken, dan zou dat een kwalitatieve verslechtering uitlokken in de krachtsverhoudingen tussen de sociale klassen.
Kiezen voor strijd
We kunnen het ons niet permitteren om dit gevecht te verliezen. We moeten het dus winnen! Maar om dat te doen moeten we lessen trekken uit veertig jaar sociale weerstand tegen de soberheid en vooral uit de sociale mobilisatie van het najaar van 2014. In al die jaren zijn we via onderhandelingen en overleg steeds maar verder afgedaald op de ladder van de soberheid. Langzaam maar zeker werd onze krachtsverhouding ontmanteld. Willen we deze opnieuw kunnen opbouwen, dan zullen we opnieuw moeten kiezen voor strijd.
Nieuw actieplan
Dit betekent vandaag dat het absoluut noodzakelijk is om via het herstelde gemeenschappelijk vakbondsfront de bevolking in de diepte te sensibiliseren rond hun sociale zekerheid! Het is op zich een goede zaak dat de vakbonden een nieuwe nationale betoging plannen op 7 oktober. Maar dat is niet voldoende. Er moet een nieuw, ernstig nationaal actieplan komen, met duidelijke eisen, die niet in stukjes gehakt mogen worden.
Politiek
Dat betekent ook dat we geen angst mogen hebben voor politieke eisen. We moeten duidelijk maken dat we deze regering zo snel mogelijk weg willen. We moeten ook duidelijkheid eisen van de politieke partijen die beweren dat ze aan de kant van de vakbonden staan: Zijn jullie onverkort voor onze eisen? Zijn jullie net als wij voor het behoud van de sociale zekerheid? Willen jullie net als wij dat de soberheid stopt? Willen jullie net als wij dat de schuldigen voor de crisis zelf opdraaien voor de kosten ervan?