VS-president Obama kan alvast sneller een coalitie vormen dan de Belgische politici. In enkele dagen bracht hij ‘unwilling’ regimes die elkaar bovendien naar het leven staan, samen in een coalitie tegen Daesh, de “Islamitische Staat” (IS). Daesh bombarderen samen met toestellen uit o.m. Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten en Qatar, het is een opmerkelijke prestatie. Maar desondanks is die coalitie nog niet breed genoeg om Daesh op termijn uit te schakelen. Het is echter al zo moeilijk die “coalitie” samen te houden, uitbreiding naar bij voorbeeld Iran, een onmisbare schakel, is een brug te ver.
Zeer onlangs nog bestookten toestellen van de Emiraten de door Qatar gesteunde militie van Misrata in de Libische hoofdstad Tripoli. De Emiraten en de Saoedi’s trokken in maart hun ambassadeur uit Qatar terug omdat deze gasstaat alom in conflict ligt met hun bondgenoten. Een van de redenen waarom de Turkse president Erdogan aarzelt actief aan de coalitie deel te nemen, is dat ze ongewild in de kaart speelt van de Koerdische PKK.
Gemenge gevoelens
Onder VS-druk worden alle aandacht en actie nu toegespitst op Daesh. De andere strijdtonelen illustreren nochtans hoe de “bondgenoten” tegen Daesh elders met getrokken messen tegen elkaar staan (Libië, Jemen…). En vooral, hoe ze Daesh met zeer gemengde gevoelens bekampen.
De emir van Qatar doet nu zijn best de westerse leiders ervan te overtuigen dat Qatar Daesh niet financiert. Die leiders weten immers maar al te goed dat Qatar, maar ook leidende kringen uit de Emiraten en Saoedi-Arabië de peetvaders zijn van Daesh. Voor hen was dat een instrument tegen de sjiitische vijanden – Iran, de door de sjiieten gedomineerde Iraakse regering, het regime van de Syrische president Assad, de Libanese Hezbollah.
De fundamentalistische moslimregimes zitten immers op dezelfde golflengte als Daesh: de sjiitische ketters zijn hun aartsvijanden. Voor Saoedi-Arabië en zijn vrienden is Iran de grote boeman die net als ten tijde van de sjah (tot 1978) de gendarme van de regio was. Daesh is voor die fundamentalisten zeer nuttig om de sjiitische vijanden te verslaan. Ze kunnen daarbij rekenen op de actieve medeplichtigheid van de Turkse regerende islamitische AKP. Maar nu keert het monster dat ze geschapen hebben, zich tegen hen.
Gelijkgezinden
Want inzake wereldbeschouwing – een staat gebaseerd op de sharia- verschillen de Arabische wahhabieten weinig van Daesh. Onthoofdingen? Die hebben in Saoedi-Arabië wekelijks plaats, in het openbaar. Saoedi-Arabië propageert al vijftig jaar in de ganse moslimwereld en erbuithen (bij voorbeeld in Brussel) een soennitisch salafisme waarvan Daesh een vrucht is.
Met hun project van kalifaat is Daesh echter een bedreiging geworden. Daesh gomt de staatsgrenzen weg – zoals nu al tussen Irak en Syrië – en dat is concurrentie voor de bestaande fundamentalistische regimes. Dit is een strijd onder gelijkgezinden.
Die gelijkgezindheid is er in enige mate ook tussen de Turkse AKP en Daesh. Beide zijn ze gekant tegen de ‘ketters’ – in Turkije worden de miljoenen alawieten gediscrimineerd. En beide hebben ze het aan de stok met de Koerden wier ambities op een eigen staat (of staten) botsen met die van Daesh en Ankara. Bij de AKP leeft op zijn minst begrip voor de idee van een sharia-regime, wat het makkelijk maakte voor Erdogan om de moslimextremisten van diverse slag de vrije hand te laten op Turks grondgebied – rekruteren, militaire opleiding enz.
Ontbrekende schakels
Arabieren en Amerikanen bombarderen samen de stellingen van Daesh. Maar dat volstaat natuurlijk niet op het terrein zelf. Dar ligt het zeer gevoelig. Want de bombardementen vanuit de lucht zijn, buiten de westerse, “soennitisch”, op het terrein moet het van de Koerden en van overwegend sjiitische strijdkrachten komen. En daar knelt het.
Om te beginnen het Iraakse regeringsleger. De snelle opmars van ISIL toonde enkele weken geleden al hoe zwak en onbetrouwbaar dat leger is. De Iraakse regering – voor zover die al gevormd is – moet rekenen op sjiitische milities waarvan er enkele berucht zijn voor de massale schendingen van mensenrechten in het noorden en westen van Irak. Sommige van die milities hebben eind 2011 lelijk huisgehouden in de soennitische gebieden, wat mede verklaart waarom een deel van die bevolking in ISIL een middel zag om die milities te verdrijven.
Die milities kunnen rekenen op de actieve steun en bijstand van de pasdaran, de Iraanse islamitische garde die ook op het terrein actief is. VS-minister van Buitenlandse Zaken John Kerry geeft toe dat “ook Iran een rol te spelen heeft in de strijd tegen IS”. De coalitie uitbreiden tot en met Iran? Bij de Arabische leiders rijzen de haren ten berge, de relaties tussen Riad en Washington zijn al een tijdje gespannen omdat de Saoedi’s vrezen voor hun positie als bevoorrechte vrienden van de VS. De VS hebben de olie van deze regio niet langer nodig, de Arabische regimes verliezen aan strategisch belang.
Assad?
Een andere ontbrekende schakel is een betrouwbare vachtpartner in Syrië. Het “Syrische Bevrijdingsleger” is slechts een schaduw, wat rest van de zogenaamde gematigde gewapende oppositie tegen Assad. Qater en Saoedi-Arabië betwistten elkaar met veel geld het leiderschap over de politieke koepel, maar dat is nu een lege huls. IS heeft die groepen op veel plekken in het noorden en oosten platgewalst. Wat rest is verdeeld in tientallen gewapende groepen waarvan sommige kleine huurlingenlegers aan het worden zijn die fondsen vragen voor hun loyauteit.
En tenslotte Assad zelf. Hoe ze het ook draaien of keren, de VS zitten met het dilemma dat ze door IS in Syrië aan te vallen, een stapje richting Assad zetten. Ze zitten in Syrië tegen heug en meug van Washington in hetzelfde kamp. Daar de VS zich beperken tot de lucht, zal vooral Assad daar op de grond de vruchten van plukken.
Qatar
Een van de opmerkelijkste deelnemers aan de coalitie tegen Daesh is ongetwijfeld Qatar. Tot voor zeer kort putte gasstaat Qatar uit zijn immense schatkist om in de ganse Arabische wereld, en daarbuiten zoals in Frankrijk, de Moslim Broeders en hun filialen the steunen. Die schatkist staat ook ter beschikking van enkele prominente westerse figuren, zoals de Britse ex-premier Tony Blair, de Franse ex-president Nicolas Sarkozy en de Franse ex-premier Dominique de Villepin.
Even zag het ernaar uit dat Qatar de grote winnaar van de “Arabische lentes” was. Het had geld en zijn tv-zender Al Jazeera ter beschikking van de revoltes gesteld en werd daarvoor beloond. In Tunesië en Egypte kwamen de Moslim Broeders als overwinnaars uit de stembus, in Libië stonden de vrienden van Qatar sterk. Het tij keerde in Tunesië en Egypte, bij de recente crisis rond Gaza speelde Cairo als bemiddelaar Qatar naar huis. In de ogen van zijn Amerikaanse vrienden ging Qatars dubbelspel, met gulle steun aan gewapende extremistische groepen, over de schreef.
Vorig jaar schoof Tamim Ben Hamadv Al-Thani zijn vader, architect van dat dubbelspel, opzij. De nieuwe emir reist nu rond om zijn westerse vrienden van zijn goede wil te overtuigen. Naast Al Jazeera komt er een, nieuwe tv-zender, Al Arabi Al Jedid, waarvan de leiding is toevertrouwd aan een Palestijn die de salafisten geen goed hart zou toedragen. En op 13 september werd bekendgemaakt dat zeven leiders van de Egyptische Moslim Broeders het land moeten verlaten. Mogelijks worden ze in Turkije opgevangen.
Open vragen
Qatar in het gareel, dat is een opsteker voor Obama. Maar wat met Turkije dat een cruciale rol speelt in de logistieke steun aan Daesh? Wat met het onmisbare Iran? Wat met de haat tegen de sjiieten van de soennitische bondgenoten die Iran ervan beschuldigen overal waar het kan via lokale sjiieten onrust te stoken – in Bahrein, nu ook in Jemen waar de Houthi, met een eigen versie van het sjiisme, gewapenderhand sterke posities innemen.
Libië waar aan de ene kant de Emiraten, Saoedi-Arabië en Egypte aan de andere kant Qatar met zwaar geschut elkaar bestrijden en waar het land compleet verbrokkelt. Syrië waarmee een wespennest in vergelijking een oase van rust is. Irak waar de sjiitische extremisten niet bereid zijn de macht te delen met soennieten en zo Daesh in de kaart spelen. En de Koerden die alle regimes van de regio op de heupen werken nu ze onmisbaar zijn in de strijd tegen Daesh, ook en vooral de PKK. Het westen heeft in deze regio’s de voorbije jaren olie op het vuur gegoten en zal dat met een bizarre coalitie niet meer kunnen blussen.
Dit artikel verscheen eerder op Uitpers