Thailand is vergeleken bij een jaar geleden rustig. Eind 2013 stond het land op zijn kop, de “gelen” en “roden” vochten hun geschil op straat uit (Zie uitpers 5 december 2013: Kleurenstrijd herneemt in Thailand). Niettemin zal het leger niet ingrijpen, zei generaal Prayuth Chan-ocha toen. Maar in mei van dit jaar konden de generaals blijkbaar niet anders dan toch maar de macht te nemen. Sindsdien wordt elke vorm van protest hardhandig onderdrukt, de “neutrale” generaals passen het devies van de “gele” leiders toe: “We kunnen het volk niet zomaar laten beslissen”. Dat volk stemde immers steevast “rood”, verkeerd.
De Thaise democratie heeft volgens de traditionele elite één groot probleem: de kiezers. Die zijn immers niet volgzaam tegenover de elite. In 2001 kozen ze voor de rijke zakenman Thaksin Shinwatra die fortuin had gemaakt in de telecommunicatie. Corrupt, eigenbelang voorop, zeker.
Maar hij had ook een programma voor de ontwikkeling van het platteland dat de klassieke elites (hof, zakenlui-generaals) tot dan toe schromelijk hadden verwaarloosd, bijna alle openbare investeringen waren voor Bangkok. Thaksin voerde dat programma bovendien ook uit, wat hem zeer populair maakte buiten de hoofdstad, maar gehaat bij de koninklijke elite en haar omgeving. Zij voelden zich in hun privileges bedreigd.
Thaksin
Thaksins beleid en polulariteit waren de elite van grootgrondbezitters en gevestigde zakenlui een doorn in het oog. In 2006 greep het leger, met de zegen van koning Boemibol(foto), voor de zoveelste keer in om daar een einde aan te maken. Thaksin werd veroordeeld wegens corruptie en zit sindsdien in het buitenland. Maar als protest tegen de coup groeide vooral op het platteland, later ook in Bangkok, de beweging van de “rode hemden”.
In 2011 won Thaksin met glans de verkiezingen, niet in eigen persoon maar via zijn zuster Yingluck Shinwatra die daarop premier werd en het beleid verder zette. Vorig jaar kwamen de “gelen” massaal tegen haar op straat (geel, de kleur van deze oerconservatieve monarchie), niet om democratie the eisen (zoals de naam van de belangrijkste partij, de Democratische, zou doen vermoeden), maar integendeel, om de afschaffing van de democratie te eisen.
Op 28 februari zei Prayuth nog dat een staatsgreep onwettig zou zijn. Een coup is uitgesloten, zei hij enkele dagen later. Een militaire machtsgreep zou de toestand alleen maar erger maken, luidde het in april. Toen hij op 19 mei de krijgswet afkondigde, zei hij dat dit geen aanloop tot een staatsgreep was. Op 22 mei nam hij de macht, sloot vooral “rode” leiders op en zei dat een “Nationale Raad voor Vrede en Orde” het land zou regeren – in afwachting. Ons doel, het land weer gelukkig maken, zei de junta in juni. En wie weet er beter dan leger en rijken hoe geluk te maken.
Er kwam ook een “parlement”, een voorafspiegeling van de democratie die hof en generaals willen: 115 van de 200 leden zijn militairen, de andere 85 gele vrienden. Er zullen nog wel verkiezingen komen, maar in een nieuw parlement zullen een pak zetels voorbehouden zijn voor vertegenwoordigers van ’s lands elite die weet wat goed is voor het land.
Daarmee passen ze het concept toe van Suthep Thaugsuban, ooit leider van de “Democratische Partij” die vorig jaar opkwam voor een nationale assemblee met vertegenwoordigers van de grote belangengroepen. Thaugsabun, gewezen vice-premier, wordt verantwoordelijk geacht voor het neerslaan van een “rood protest” waarbij 92 doden vielen.
Majesteitsschennis
Sinds de coup regeren generaals en hof met ijzeren hand, de krijgswet blijft van kracht, elk protest wordt hard aangepakt. Ze maken daarbij gebruik van de zeer gevreesde wet op majesteitsschennis. Die is zeer ruim, elke onrechtstreekse kritiek of wat daar maar op lijkt, kan gebruikt worden om iemand te veroordelen van drie tot vijftien jaar.
Koning Boemibol en zijn hof zijn volledig taboe. Er worden jaarlijks fortuinen uitgegeven voor een cultus die niet moet onderdoen voor die van de Kims in Noord-Korea. De “roden” hebben echter dat taboe durven doorbreken. De mythe dat 100 % van de Thailandse bevolking zo van de vorst houdt, mag volgens de wet niet eens gepeild worden. De voorbije weken zijn tal van mensen tot lange opsluithing veroordeeld wegens kritiek op het koningshuis. Wie in het publiek of op Facebook drie vingers durft omhoog steken (symbool van protest tegen de dictatuur) riskeert opsluiting. Boeken die ook maar van ver kritisch zouden kunnen zijn, worden verboden en verbrand.
Zuivering
Maar de grote zuivering die de generaals de jongste tijd doorvoeren in de politie, zorgt voor problemen rond het taboe. De hoofdbeklaagde in een omvangrijk corruptieschandaal is luitenant-genergaal Pongpat Chayapan die samen met twee andere hoofdbeklaagden voor 200 miljoen euro smeerggeld zou hebben opgestreken en witgewassen.
Pongpat is nu toch wel de oom van de vrouw van kroonprins Vajiralongkorn, prinses Srirasm, normaal toekomstige koningin. De kroonprins heeft de regering bevolen de prinses en haar familie alle koninklijke titels te ontnemen. Pongpat en co corrupt? Ongetwijfeld, maar het heeft meer weg van een afrekening met een instelling, de politie, die voor hof en leger te laks was bij het onderdrukken van de rode protesten. Processen wegens corruptie zijn meestal afrekeningen, want de aanklagers hebben vaak boter op het hoofd.
Het rommelt dus in het koninklijk huis. De kronnprins, van wie men fluisterend durft toegeven dat hij niet populair is, zou eerder toenadering hebben gezocht tot Thaksin, het idool van de “roden”. Thaksin is toch ook iemand van de elite. Al kijkt de gevestigde elite neer op die ‘parvenu’, zijn populariteit – die telkens weer uit de stembus blijkt – kan nuttig zijn om het systeen te beschermen tegen volkswoede.
Reisadvies
Sinds de staatsgreep van 22 mei 2014 wordt Thailand de facto bestuurd door het leger. “De krijgswet is in voege en betogingen zijn verboden. Desondanks vonden reeds protestacties plaats en blijft het risico op geweld bestaan. Het is noodzakelijk weg te blijven van betogingen. “Het is aangeraden om het nieuws te volgen en de instructies van de lokale autoriteiten na te leven”, aldus het reisadvies van het Belgische ministerie van Buitenlandse Zaken. Maar geen vrees, er heerst orde, de toeristen merken niets van het ongenoegen onder de bevolking, krachtens de krijgswet zijn alle democratische rechten, vrijheden en instellingen verdwenen, de media zijn gemuilband. Zelfs vergaderingen over onderwerpen als landhervorming, bescherming van de wouden, energiebeleid, belastingstelsel en dergelijke, zijn verboden.
De krijgswet zal gelden zolang als nodig, zei generaal-premier Prayuth op 21 november: “Vraag me nu niet om democratie en verkiezingen, daar is de tijd niet rijp voor.” We horen evenwel niets over mogelijke sancties tegen deze monarcho-militaire dictatuur. Business as usual.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Uitpers.