‘De revolutie is één groot feest!’ Alzo sprak kameraad Bart ergens halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw. Nou had kameraad Bart toen al wel beter kunnen weten. Maar hij was verbonden aan de toneelgroep Proloog en dus logischerwijs behept met enige neiging tot overdrijving. En hij was op dat moment enigszins aangeschoten. Dat revoluties meestal helemaal niet zo feestelijk verlopen, zal tegenwoordig bijna niemand ontkennen. Temeer niet daar het uiteindelijke resultaat na verloop van tijd flink kan tegenvallen. De verhouding tussen de inzet en de opbrengst bij veel revoluties vormt nauwelijks een reden tot uitbundig feestgedruis. De filmserie The Hunger Games weerspiegelt dat op hoogst intelligente wijze.
Offers
In de vierde en laatste aflevering van The Hunger Games, in Mockingjay Part 2, wordt de vraag indringend gesteld: was alle inspanning voor de revolutie wel die moeite waard? Dat is geen onzinnige vraag. Pierre Rousset, één van de aanvoerders van de trotskistische Vierde Internationale, heeft die vraag óók opgeworpen. Hij stelt enigszins eufemistisch dat ‘de socialistische revoluties van de 20e eeuw inmiddels hun dynamiek hebben verloren’. Die dienen nauwelijks nog tot inspiratie. De erfenis van wat eens de grote socialistische vaderlanden waren, is niet om over naar huis te schrijven. De Sovjet Unie, de Volksrepubliek China, maar ook Vietnam zijn de weg naar het kapitalisme ingeslagen. De revolutie in Noord Korea heeft ons uiteindelijk opgezadeld met een huiveringwekkende dictatuur.
Cuba is misschien ‘minder erg’ maar toch evenmin een heel erg enthousiasmerend voorbeeld. De thematiek van de boek- en filmserie The Hunger Games komt derhalve niet uit de lucht vallen. De kwestie of het allemaal de moeite waard was, is terecht. Want bij echte omwentelingen worden net als in The Hunger Games wél de nodige offers gevergd. Revolutionaire overwinningen worden nimmer in de schoot geworpen – die komen úit de schoot, zoals Marx al aankondigde, die worden gebaard in etter en bloed… Daar moet dus wel het één en ander tegenover komen te staan.
Dillema’s
Even terug naar Mockingjay Part 1 (deel 3 van de serie). Dat speelt nadat Katniss Everdeen (Jessica Lawrence) twee Hunger Games heeft overleefd. Die games werden gehouden in de republiek Panem en zijn bedoeld als ‘brood en spelen’ om het volk van Panem rustig te houden. Ze zijn echter uitgelopen op een wekroep tot revolutie. En Katniss, als overlever en heldin van de games, wordt spreekbuis van de opstand. Haar symbool is de spotvogel of spotgaai, de mockingjay, die komt te staan tegenover de adelaar in het wapen van de republiek. De revolutie wordt authentiek uitgewerkt. Het gaat om een beweging van ‘het proletariaat’ tegen een elite van uitbuiters en onderdrukkers onder leiding van de dictator Snow (Donald Sutherland). Verlenging van de arbeidstijd met twee uur per dag en het wreed afslachten van gewonde opposanten zijn olie op het vuur van de revolutie. Dan wordt al duidelijk: die revolutie is bepaald geen feest. Zoiets vergt offers. Dat plaatst Katniss en haar medestrijders voortdurend voor dilemma’s. Als je moet kiezen tussen het belang of zelfs het leven van één geliefde (Peeta) en het lot van de opstand, wat doe je dan? En is die revolutie, met al dat onvermijdbare leed, is die revolutie alle dood en verderf wel waard? Gaan de idealen waarvoor je vecht, vrijheid en medemenselijkheid, niet teloor door de eisen die de strijd stelt? Wil je daarvoor wel als uithangbord dienen?
Verraad
Al die belangrijke kwesties komen in Mockingjay Part 2 wederom aan de orde. Er komt er zelfs nog een bij, namelijk de mogelijkheid dat de revolutie na de overwinning wordt gekaapt. In de werkelijke wereld hebben we ook kunnen zien dat er vrijwel altijd Stalins en Pol Potten in de startblokken staan om de verworvenheden teniet te doen. In Mockingjay Part 2 worden we eveneens geconfronteerd met een poging tot ‘verraad van de revolutie’.
Het is zodoende best weer een behoorlijk serieuze film. Erg mooi in beeld gebracht, met natuurlijk spectaculaire acties in desolate landschappen en vernietigde steden. En met goed acteerwerk, niet alleen van Jessica Lawrence en Donald Sutherland, maar ook van Philip Seymour Hoffman (zijn allerlaatste film!), Juliana Moore, Woody Harrelson, Josh Hutcherson, Willow Shields en Liam Hensworth.
Inspiratie
De film maakt duidelijk dat de uitkomst van een opstand nooit helemaal voorspelbaar is. Hij kan mislukken en dan is alle opoffering voor lange tijd voor niks geweest. De revolutie kan ook verraden worden. Maar zelfs als ze slaagt is het resultaat nooit helemaal zoals gepland en eenduidig positief. Een groot feestelijk gebeuren zal het zelden zijn. Is Mockingjay Part 2 dan louter ontmoediging? Dat nou ook weer niet. Er zijn omstandigheden waarin de rebellie de enige keuze is. Als uitbuiting en onderdrukking zo krachtig zijn dat ze onverdraaglijk worden dan is het redelijk en moreel juist om in opstand te komen. Dat is ook wat in de werkelijke wereld de voorbeelden van Spartacus, Spinoza, Marx, Lenin, Trotski en Luxemburg hebben geleerd. En er valt ook wel degelijk ‘wat te halen’. Zo realiseren de rebellen in Mockinjay Part 2 in ieder geval volledige gelijkstelling tussen mannen en vrouwen, en tussen mensen van allerlei kleur. In de echte wereld is ondertussen een interessante ontwikkeling gaande in Rojava, dat gebied in het noorden van Syrië dat door Koerden is bevrijd. Daar wordt momenteel geëxperimenteerd met vergaande vormen van basisdemocratie, gelijkstelling en een ‘gemeenschappelijke samenleving’. Wordt dat een nieuwe bron van revolutionaire inspiratie?
The Hunger Games – Mockingjay Part 2 waarschuwt weliswaar voor te hoge verwachtingen en teleurstellingen – de revolutie is geen feest – de film opent tevens de weg naar het inzicht dat het soms niet anders kan én dat er wat bereikt kan worden.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Grenzeloos.