Sinds enkele weken zijn de Vlaamse boegbeelden van de socialistisch overheidsvakbond ACOD op tournee door Vlaanderen. Daartoe worden in alle Vlaamse gewesten zogenaamde “intersectorale algemene vergaderingen” bijeen geroepen. Op die vergaderingen zijn militanten van alle onderdelen (sectoren) van de ACOD aanwezig, gaande van lokale besturen over overheidsbedrijven tot en met de regionale en federale ministeries en overheidsdiensten.
Voorzitter Chris Reniers en algemeen secretaris Guido Rasschaert houden hun inleidingen op deze vergaderingen zeer beknopt. Eigenlijk stellen ze slechts drie vragen: 1) hoe kunnen we de aanvallen van de rechtse regeringen counteren, 2) wat zijn onze alternatieven en 3) hoe komen we tot een progressief alternatief? Daarna geven ze het woord aan de militanten.
Beknopt
De beknoptheid van de inleiding heeft als voordeel dat de militanten zich niet geïntimideerd voelen en vrijuit hun mening geven. Nadeel is wel dat die meningen een beetje alle kanten tegelijk uitgaan. Sommige kameraden laten hun persoonlijke emoties en ervaringen meespelen. Deze kameraden drukken dikwijls vooral frustraties en indrukken uit. Andere tussenkomsten blijven gekenmerkt door de directe problemen van de eigen sector. Het is dan ook niet eenvoudig om van daaruit te komen tot een meer algemene strategie. Her en der zijn er echter ook tussenkomsten die het individuele of sectorale niveau trachten te overstijgen.
Serieus actieplan
Zo wordt er door verschillende kameraden gevraagd om een nieuw “en dit keer serieus actieplan”. Zij zetten zich daarmee af tegen de defensieve “stop-and-go” acties, zoals die met enige regelmaat werden georganiseerd in de jaren 2015-2016. Meestal refereren ze daarbij ook naar het omvattende actieplan van het najaar van 2014 (met een geslaagde nationale betoging, gevolgd door drie provinciale beurtstakingen en uitlopend op een nationale algemene 24 urenstaking). Deze kameraden wijzen er op dat we “toen het momentum in de samenleving aan onze kant hadden”.
Speerpunten
Anderen wijzen er op dat zulk serieus actieplan weliswaar nodig en nuttig is, maar dat we ook moeten weten wat we eigenlijk willen bereiken. Is het wel voldoende om keer op keer slechts te reageren op wat de regeringen allemaal lanceren? Zouden we niet beter kiezen voor een meer offensieve aanpak, waarmee we zelf opkomen voor onze eigen doelstellingen? Sommige kameraden vragen dan ook dat de ACOD haar eigen “speerpunten” meer zou naar voor schuiven. Vraag is dan natuurlijk wel wat die “eigen doelstellingen” of “speerpunten” eigenlijk in houden…
Arbeidsduurverkorting?
Hier en daar – bijvoorbeeld in het gewest Antwerpen – werden een aantal suggesties naar voor geschoven. Sommige daarvan kunnen rekenen op algemene instemming. Andere dan weer minder. Denk in dit laatste geval bijvoorbeeld aan het voorstel de eis tot veralgemeende arbeidsduurverkorting (zonder loonverlies en met compenserende aanwervingen) opnieuw op te nemen als antwoord op het meer en meer uithollen van systemen van loopbaanonderbreking en tijdskrediet. De leiding loopt er duidelijk niet warm voor en dat versterkt de twijfel over de haalbaarheid van dergelijke eis bij de basis.
Intrekken maatregelen
De eis dat een nieuwe regering (met een hopelijk andere samenstelling) alle maatregelen moet intrekken die genomen werden sinds de financiële crisis van 2007-2008 kon dan weer op meer bijval rekenen. Denk daarbij onder meer aan de geschrapte inschakelingsvergoeding voor jonge werklozen, aan de indexsprong of aan verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd.
Versterk de sociale zekerheid
De stelling dat de aanvallen op de sociale zekerheid niet alleen stop gezet moeten worden, maar dat de sociale zekerheid integendeel verder uitgebouwd moet worden, kon eveneens op brede instemming rekenen. Wat overigens absoluut noodzakelijk is. Zonder een verdere uitbouw van de sociale zekerheid zal de armoede in de samenleving alleen maar verder toenemen, zal er niet tegemoet gekomen kunnen worden aan de toenemende noden in zake gezondheidszorg en zullen de uitsluitingsmechanismen alleen maar verder groeien.
Verdedig de openbare sector
Dan zijn er ook nog de voortdurende aanvallen op en verdachtmakingen van de openbare diensten en hun personeel. Moeten we deze leugens niet meer en krachtiger weerleggen? Moeten we niet beter uitleggen dat de pensioenen van de openbare sector een vorm van uitgesteld loon zijn? Moeten we het nut van openbare dienstverlening (in plaats van privatiseringen) niet beter in de verf zetten? Wordt het geen tijd om een grote campagne op te zetten ter verdediging van de openbare diensten en bedrijven?
Rechtvaardige fiscaliteit
Iedereen is het er ook over eens dat de fiscaliteit – zeg maar: de belastingen – in dit land onrechtvaardig zijn en blijven. Velen zijn dan ook gewonnen voor een jaarlijkse vermogensbelasting (naar het model van de “miljonairstaks”, zoals die wordt bepleit door de PVDA).
Crisisbelasting
Militanten van ACOD Financiën willen nog een stapje verder gaan: zij ijveren voor een uitzonderlijke crisisbelasting. Volgens deze militanten kan een eenmalige, progressieve heffing op de vermogens van de 10% rijkste Belgen al gauw zodanig veel middelen opleveren dat de overheidsschuld “in een klap” kan teruggebracht worden tot het niveau “van voor de redding der banken” in 2008. Waarmee het grootste argument voor het huidige besparingsbeleid ineens van de tafel zou worden geveegd.
Stakingsrecht
Nog andere militanten wijzen op het stakingsrecht, dat in de openbare sector bedreigd wordt door de regeringsplannen in zake “minimale dienstverlening”. Deze militanten – niet toevallig vooral afkomstig uit stakingsgevoelige sectoren als de gevangenissen en het openbaar vervoer – vroegen herhaaldelijk om een duidelijk standpunt vanwege de ACOD-leiding. Dat standpunt kwam er ook: voorzitter Chris Reniers stelde glashelder dat “elke aanval op het stakingsrecht onmiddellijk zal beantwoord worden door een algemene actie van de gehele ACOD”.
Sociale vrede?
Minder duidelijk was wel of de ACOD daarbij zal kunnen rekenen op een even principiële ondersteuning vanuit het gehele ABVV. Verschillende militanten wezen er op dat het risico reëel is dat de privécentrales van het ABVV zich door het onlangs afgesloten Interprofessioneel Akkoord (IPA) “met een kluitje in het riet zullen laten sturen”. Het vooruitzicht van (misschien) een loonsverhoging met 1,1% in (sommige sectoren van) de privésector zou volgens deze militanten kunnen leiden tot een of andere vorm van “sociale vrede”, waardoor de ACOD alleen zou komen te staan.
Ijdele hoop?
Misschien in het daarom dat de leiding van de ACOD in haar reacties op de tussenkomsten ook een slag om de arm houdt. Ze hoopt eigenlijk dat de regering (die meer en meer laat blijken onderling verdeeld te zijn) er niet meer toe zal komen om haar voorstellen in zake “minimale dienstverlening” alsnog door te drukken. Daarnaast hoopt ze dat de volgende regering (na de verkiezingen) er terug een zal zijn met socialisten. Vraag is of dit alles geen ijdele hoop zal blijken te zijn…
Communiceren?
Het is voor iedereen duidelijk dat de ACOD, om te kunnen wegen tegenover de aanvallen vanuit de regeringen, ook actieperspectieven zal moeten ontwikkelen. Naarmate de discussie daarover vordert, komt er ook meer duidelijkheid over de opvattingen van de vakbondsleiding zelf. Ze lijkt daarbij vooral beducht te zijn voor wat “de publieke opinie” genoemd wordt. Om die “aan onze kant te krijgen”, moet er (volgens de vakbondsleiding) “vooral veel beter gecommuniceerd worden”. Probleem is wel dat “de media onze reacties dikwijls niet eens willen weergeven”…
“Niet meer zoals in 1983”
Daarnaast is het opvallend dat voorzitter Chris Reniers zich steevast geroepen voelt om afstand te nemen van een belangrijke ervaring uit het verleden: “Natuurlijk zijn en blijven wij een strijdvakbond. Maar een ding moet heel duidelijk zijn: er komen geen acties meer zoals in 1983! Toen zijn we ervoor gegaan, maar we hebben verloren en het heeft ons jaren gekost om ons ledenaantal terug op peil te brengen. Zoiets zullen we dus nooit meer doen!”.
“Op het balkon”
Het mag duidelijk zijn dat onder de militanten niemand nederlagen wenst. Even duidelijk is het daarbij nuttig om lessen te trekken uit het verleden. Maar die lessen zouden dan best wel volledig zijn. De strijd in 1983 heeft immers niet op zichzelf geleid tot een nederlaag. Het was vooral zo dat de potentiële bondgenoten van de ACOD toen allemaal “op het balkon” zijn blijven staan. De leidingen van de privécentrales van het ABVV, de leiding van het ACV en de leidingen van de sociaaldemocratische partijen (PS en SP) hoopten toen allemaal dat de ACOD voor hen de kastanjes uit het vuur zou halen. Zelf weigerden ze een vinger uit te steken. Waardoor de ACOD uiteindelijk het onderspit moest delven.
Dynamiek van zelforganisatie
Het is spijtig dat Chris Reniers deze les niet mee betrekt in haar uiteenzettingen. Daardoor wekt ze de indruk afstand te willen nemen van de indrukwekkende dynamiek van zelforganisatie die in de jaren 1980 ontstond aan de basis van de ACOD (een dynamiek die zich onder andere uitdrukte in intersectorale actiecomités, met vliegende piketten en enthousiaste stakersbijeenkomsten). Nochtans was deze dynamiek wel degelijk bijzonder positief. Een hele generatie vakbondsmilitanten heeft toen geleerd dat vakbondswerk niet alleen bestaat uit dienstbetoon, maar vooral ook uit door henzelf (!) georganiseerd verzet. Deze militanten werden niet ontmoedigd door de nederlaag; zij hebben integendeel hoop geput uit wat ze hadden meegemaakt en wilden daar op verder bouwen.
Honger
Militanten die vandaag verwijzen naar de strijd van 1983 bedoelen dan ook in de eerste plaats dat zij wensen dat zulke dynamiek van zelforganisatie terug ontketend wordt. De herhaalde pleidooien van de ACOD-voorzitter om “de statuten van de ACOD te respecteren”, om “alleen tot staking over te gaan als er een twee derde meerderheid voor bestaat in de structuren”, om “zich te houden aan protocollen die bepalen dat stakingen enkel kunnen mits een tijdige aanzegging” en dus “tegen spontane stakingen”, staan haaks op de honger van deze militanten naar zulke dynamiek en zelforganisatie.
Debat verder zetten
Het is lovenswaardig dat de ACOD-leiding in debat treedt met haar achterban. Tegelijk moeten we durven erkennen dat dit debat nog maar in de kinderschoenen staat. De vrees blijft aanwezig dat de ACOD-leiding vooral mikt op een electorale meevaller bij de volgende verkiezingen (waarbij de regeringspartijen fors zouden verliezen ten voordele van politieke “vrienden” bij de sociaaldemocratische partijen). Wat verschillende militanten vooral willen laten merken, is dat zij levensgrote vraagtekens hebben bij die strategie. Voor de toekomstige slagkracht van de arbeidersbeweging is het dan ook cruciaal dat er verder geborduurd wordt op de honger naar zelfactiviteit. Het valt dan ook te hopen dat deze “tour van Vlaanderen” het begin van het debat markeert en niet het besluit.