Op 13 januari 1917 komt de Russische banneling Leon Trotski aan in New York ‘waar in de straten de esthetische theorie van het kubisme en in de harten de zedelijke filosofie van de dollar heerst.’ Het zijn Trotski’s woorden en ik haal ze uit zijn autobiografie die je hier in een ouderwetse Nederlandse vertaling van het net kunt plukken.
Verleden jaar is trouwens een boek (1) over ‘s mans New Yorkse verblijf verschenen. Trotski had, zo stelt de auteur, een voelbare invloed op het Amerikaanse politieke leven. Wat merkwaardig is, want hij woonde er nauwelijks drie maand: “Er waren grote gemeenschappen van relatief recente immigranten die nog altijd de taal van hun thuislanden spraken — bijna een half miljoen Russen, meer dan driehonderdduizend Italianen, tweehonderdduizend Ieren, veel Polen, Oekraïners enzovoort — zoveel dat men als een figuur met grote bekendheid veel beluisterd en gelezen kon worden zonder dat je het Engels machtig was. Er waren vier Russische dagbladen, zes in het Jiddisch, drie in ’t Duits”. (2)
De Rus ging zich daar meteen met de Socialistisch Partij moeien. Hij had veel waardering voor de oude Eugene Debs, lees ik in de autobiografie, maar voor de rest van de leiding was hij genadeloos: “In de VS is een brede laag van geslaagde en halfgeslaagde dokters, advocaten, tandartsen, ingenieurs, enz. die hun kostbare vrije uren verdelen tussen de concerten van Europese beroemdheden en de Amerikaanse socialistische partij. (…) Daar elk van hen bovendien in het bezit is van een auto, kiest men hen steeds in leidende comités, commissies, partijdelegaties. Deze aanmatigende heren drukken hun stempel op de geest van het Amerikaanse socialisme.”
De auteur van Trotsky in New York vertelt ons iets waarvan we in de autobiografie geen spoor vinden. Trotski heeft er deelgenomen aan een comité dat voor die Socialistische Partij een resolutie moet opstellen over de aan de gang zijnde oorlog. Hij gaat niet akkoord met het ontwerp. Samen met een mede – opposant dient hij een minderheidsrapport in: algemene staking, straatprotest, boycot van de rekrutering van soldaten… Dat minderheidsrapport haalt binnen de partij uiteindelijk 40% van de stemmen.
Ackerman: “Door de socialistische linkerzijde te radicaliseren en te stimuleren, schiep Trotski het toneel voor een splitsing die verwoestende gevolgen zou hebben (…) Tegen het einde van de jaren twintig was het gecombineerde ledenaantal van de verschillende communistische en socialistische partijen in Amerika nauwelijks tienduizend, tegenover meer dan honderdduizend op het einde van de Eerste Wereldoorlog.”
De interviewer biedt weerwerk. Hij vraagt of de neergang niet eerder te wijten is aan de toenmalige voorzitter die 70.000 van de 110.000 leden uit de partij zet. De schrijver geeft toe, maar blijft van mening dat een gematigde politiek op lange termijn het beste rendeert. Kijk maar, zegt hij, naar Bernie Sanders.
Wat er ook van zij, Trotski heeft zich daar in die korte tijd wel weten te integreren, zozeer zelfs dat de Bronx Home News kort na zijn vertrek uit New York bloklettert: “BRONX MAN LEADS RUSSIAN REVOLUTION”.
Noten:
1) Kenneth D. Ackerman. 2016. Uitg. Counterpoint, Berkeley. 384 ps. ISBN 9781619026070.
2) Alle citaten van de auteur vertaal ik uit het interview dat van hem afgenomen werd voor Jabobin Magazine. Het vraaggesprek staat op ’t internet onder de titel Trotsky’s New York. U vindt het op de site van het tijdschrift www.jacobinmag.com.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op De Laatste Vuurtorenwachter.