Ondanks zijn autoritaire optreden, de oorlog tegen de Koerden, beschuldigingen van corruptie, zijn hardhandige aanpak van de oppositie en zijn aanvallen op de persvrijheid, heeft Erdogan en zijn AK Partij de verkiezingen gewonnen met een absolute meerderheid. Vijf maanden geleden leek het er nog op dat het rijk van Erdogan aan het afbrokkelen was. Moeten we nu concluderen dat de kiezer heeft beslist? Ja, zij het met een grote maar …. want de democratische spelregels werden niet al te nauw genomen.
Erdogan heeft zijn slag thuisgehaald door op nieuwe verkiezingen aan te sturen na de nederlaag van 7 juni die hij nu heeft omgebogen tot een verkiezingsoverwinning waarbij hij 49,48% van de stemmen binnenhaalde. In de verkiezingen van juni haalde de AKP een score van ‘slechts’ 40,7 %, te weinig om alleen te heersen. Er ontstond een politieke impasse omdat coalitiegesprekken niets opleverden. De andere partijen wilden o.m. niet weten van de machtsuitbreidingsplannen die Erdogan op het oog heeft met het presidentieel systeem. Maar het paste ook in de strategie van de Turkse president om de coalitiegesprekken te laten mislukken in een berekende gok om de AKP beter te laten scoren. En daar is hij glansrijk in geslaagd door de context daarvoor te creëren.
Pers aan banden gelegd
Hoewel Erdogan als president grondwettelijk verplicht is zich neutraal op te stellen, mengde hij zich actief in de kiesstrijd. Erdogan is er de man niet naar om zich strikt aan dergelijke wettelijke bepalingen te houden. Hij is een machtspoliticus bij uitstek die heel ver gaat om zijn doel te verwezenlijken. Geregeld werd de pers de mond gesnoerd of liet hij kritische boodschappen van de sociale media weren. Het Turkse ‘Vrijheid voor Journalisten Platform’ stelde in de aanloop naar de vorige verkiezingen al een groeiende repressie vast tegen journalisten. Een dertigtal journalisten en uitgevers vlogen achter de tralies. Enkele dagen voor deze kiesronde, bestormde de politie de hoofdzetel van een belangrijke oppositionele mediagroep op beschuldiging van ‘financiering door een terreurorganisatie’ en van het verspreiden van ’terroristische propaganda’. De hoofdredacteur van de Engelstalige Turkse krant ‘Today’s Zaman’ werd eerder in oktober gearresteerd omdat hij zich op Twitter kritisch had uitgelaten over Erdogan.
Dat gaat blijkbaar gemakkelijk in Turkije. Volgens een net gepubliceerd rapport werden in 2014 maar liefst 392 journalisten vervolgd wegens het ‘beledigen’ van de president. Datzelfde rapport stelt dat Turkije ook het land is met het grootst aantal aanvragen om inhoud op Twitter te blokkeren. In 2014 ging het om aanvragen voor 663 blokkeringen, in de eerste helft van 2015 werd dit al ruimschoots overschreden met 718 keren. Op de index van de persvrijheid van Reporters zonder Grenzen, scoort Turkije bedroevend laag met plaats 149 op de 180. Turkije is nooit een modelland geweest voor de persvrijheid, maar de jongste maanden lijkt het terug bergaf te gaan. Door de pers aan banden te leggen en er zelf voor te zorgen prominent in beeld te komen, zijn eerlijke democratische verkiezingen niet mogelijk.
Repressie tegen pro-Koerdische HDP
De pro-Koerdische Democratische Volkspartij HDP heeft opnieuw de kiesdrempel (van 10%) gehaald, maar met 10,75% toch een paar percent moeten inleveren t.o.v. de verkiezingen van 7 juni. HDP heeft in zeer moeilijke omstandigheden campagne moeten voeren. Om de kiezers te overtuigen liet Erdogan al in april het vredesproces met de PKK vallen en probeerde zo ook HDP te raken die hij vooral de jongste maanden meer en meer als de politieke vleugel van een terreurorganisatie (de PKK) probeerde te bestempelen. Na de aanslag in Suruç, die 33 doden maakte op 20 juli, lanceerde Erdogan een militaire campagne tegen de Islamitische Staat en tegen de PKK, die in de feiten vooral een oorlog werd tegen deze laatste. Hij deed een oproep tot Turkse eenheid tegen het ’terroristische gevaar’, waardoor hij er in geslaagd is kiezers af te snoepen van de extreemrechtse partij MHP (Partij van de Nationalistische Actie), die zich zelf heel vijandig opstelt ten aanzien van alles wat Koerdisch is.
De HDP, die zich tijdens de vorige verkiezingen met succes wist te profileren als een progressieve, democratische en vrouwvriendelijke partij en dus ook heel wat niet-Koerdische stemmen wist te lokken, werd door Erdogan teruggebracht tot een louter pro-Koerdische partij. De jongste maanden kreeg HDP ook te maken met repressie en geweld. Honderden HDP-leden werden gearresteerd en tientallen kantoren aangevallen. Verkiezingsmeetings en bijeenkomsten met HDP-leden werden meermaals het doelwit van aanslagen met als dieptepunt de bloedige aanslag in Ankara, waarbij meer dan 100 mensen het leven verloren. De partij besloot daarop om geen kiesbijeenkomsten meer te houden. “We voerden geen campagne. We probeerden enkel om onze mensen te behoeden voor slachtpartijen”, aldus HDP-co-voorzitter Selhattin Demirtas in reactie op het kiesresultaat van zijn partij. In het zuidoosten laaide het geweld ook fel op waardoor in een aantal locaties zoals de stad Cizre normale kiesverrichtingen niet mogelijk waren.
De AKP roept nu op om de kiesuitslag te aanvaarden en om de eenheid van het land te bewaren. Maar het gaat dan wel over dezelfde partij die het land de afgelopen maanden verdeelde tussen Turkse en Koerdische nationalisten, tussen seculieren en religieuzen, tussen soennieten en alevieten.
Ludo De Brabander is woordvoerder van Vrede VZW. Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Uitpers.