In januari 2014 was het twintig jaar geleden dat de Zapatista’s de opstand in Chiapas begonnen. Wat was het belang van deze opstand en van de Zapatista’s? Welke invloed ging ervan uit? En wat is de politieke nalatenschap van de Zapatista’s en welke rol spelen zij in het huidige Mexico?
Twintig jaar geleden, in de ochtend van 1 januari 1994, begon de opstand in Chiapas, de meest zuidelijke staat van Mexico. De opstand werd geleid door een toen onbekende groepering, het Zapatista Nationale Bevrijdings Leger (EZLN) met de mysterieuze subcommandante Marcos als woordvoerder. Ongeveer 3.000 slecht bewapende guerrilla strijders, de meeste van hen Maya’s, verlieten het oerwoud en namen een zestal dorpen en voor korte tijd de stad San Cristóbal de Las Casas in. Het EZLN had deze datum gekozen omdat op 1 januari het North American Free Trade Agreement (NAFTA), een internationaal handelsverdrag tussen Canada, Mexico en de Verenigde Staten, inging. Het EZLN riep op tot het schrappen van NAFTA, de val van de Mexicaanse regering en het bijeenroepen van een vergadering voor een nieuwe Mexicaanse grondwet. Enkele guerrilla strijders zeiden tegen journalisten dat hun doel socialisme was.
De opstand in Chiapas had een enorme invloed, niet alleen in Mexico maar wereldwijd. Het EZLN leidde de eerste linkse gewapende opstand sinds de val van het Oostblok en de implosie van de Sovjet-Unie slechts enkele jaren eerder en in tegenspraak tot de claims over ‘het einde van de geschiedenis’ leek de Lacandón jungle van Chiapas een nieuwe linkse beweging voortgebracht te hebben. De opstand toonde ook aan dat het niet allemaal koek en ei was in Mexico. De net afgetreden Mexicaanse president, Carlos Salinas, beweerde dat door toetreding tot de GATT, de voorloper van de Wereld Handels Organisatie, in 1980 en tot NAFTA en door de privatisering van honderden overheidsbedrijven Mexico zich aan het ontwikkelen was van een Derde Wereld land tot een welvarende, modern kapitalistische samenleving. De opstand en de manifesten van het EZLN vestigden de aandacht op de armoede op het Mexicaanse platteland en in het bijzonder op de achterstelling van de inheemse bevolking.
President Ernesto Zedillo was slechts een maand eerder aangetreden en stuurde onmiddellijk het leger en de luchtmacht om de opstand de kop in te drukken. In heel Mexico verzamelden mensen zich op de zócalos, de openbare pleinen, om te protesteren en te eisen dat Zedillo de militaire aanval zou staken. Binnen twaalf dagen werd de aanval gestopt en het EZLN stemde in met een staakt-het-vuren wat het begin zou zijn van een twintig jaar durende patstelling in Chiapas.
Enkele maanden later hielden de Zapatista’s een consulta, een soort rondvraag of referendum, om te vragen welke rol zij zouden moeten spelen in de Mexicaanse samenleving. Honderdduizenden mensen namen deel en de meerderheid stemde ervoor dat het EZLN de wapens zou neerleggen en deel zou nemen aan het maatschappelijke en politieke leven in Mexico. De protesten tegen Zedillo’s inzet van het leger en de uitslag van de consulta duidden erop dat de meerderheid van de Mexicanen de gewapende strijd afwees, van welke kant dan ook. Tijdens de Mexicaanse revolutie van 1910-1920 was een miljoen mensen omgekomen en nog een miljoen waren geëmigreerd uit een land dat toen een totale bevolking had van 13 miljoen. De herinnering aan revolutionair en contrarevolutionair geweld leek voort te leven in de samenleving en blijkbaar wilden slechts weinigen deze ervaring herhalen.
Een gewapende revolutie stond niet op de agenda in Mexico. De Zapatista’s weigerden afstand te doen van hun wapens maar de laatste twintig jaar hebben ze deze niet gebruikt. Het EZLN heeft voor andere methodes gekozen.
Wie waren de Zapatista’s?
De Zapatista’s werden in 1983 gevormd door een groep linkse activisten in het noorden van Mexico. Mexicaans links had een lange traditie van gewapende opstand, een traditie die in sommige opzichten terug ging tot verzet tegen de Europese verovering maar waarin de nationalistische erfenis van de Mexicaanse Revolutie het meest prominent was. Daarnaast was er de invloed van de Cubaanse revolutie van 1959 en Ernesto ‘Che Guevara’s theorie van de foco (verspreid door de Franse intellectueel Régis Debray) die zulke rampzalige gevolgen had in heel Latijns-Amerika’.
Gedurende de jaren zeventig en tachtig waren er kleine guerrillaorganisaties actief op het platteland en in de steden van Mexico. Enkele daarvan noemden zichzelf “marxistisch-leninistisch” en vaak combineerden zij een linkse interpretatie van het Mexicaanse nationalisme met de Cubaanse foco theorie of met maoïstische ideeën over een langdurige volksoorlog. Honderden jonge mannen en vrouwen die zich bij dergelijke organisaties hadden aangesloten, werden vermoord of “verdwenen” tijdens de vuile oorlog van de jaren zeventig. De oorsprong van de Zapatista’s ligt in deze kringen.
De oorspronkelijke naam was de Nationale Bevrijdings Krachten (FNL in de Spaanse initialen, een naam die internationaal populair was geworden binnen links na de Algerijnse revolutie waarin de opstandelingen dezelfde initialen gebruikten). Nadat de organisatie naar Chiapas verhuisde werd “Zapatista” toegevoegd, een verwijzing naar Emiliano Zapata, de leider van de revolutionaire boerenbeweging tijdens de Mexicaanse Revolutie.
In de jaren tachtig besloot de organisatie haar werkterrein te verleggen naar het zuidelijke Chiapas, een staat met een grote inheemse gemeenschap bestaande uit verschillende Maya groepen. Zoals in de rest van Mexico controleerde de Institutioneel Revolutionaire Partij (PRI) toentertijd niet alleen het bestuur op alle niveaus, maar ook de organisaties van arbeiders, boeren en inheemse gemeenschappen. Er was echter het begin van een sociaal alternatief. Sinds 1959 was Samuel Ruíz bisschop van Chiapas. Hij had deelgenomen aan het tweede Vaticaans concilie (1962-1965) en de Latijns-Amerikaanse conferentie van bisschoppen van Medellín (1968) en was betrokken bij en identificeerde zich met de bevrijdings-theologie, het idee dat de kerk aan de kant van de armen moest staan.
Onder leiding van Ruíz richtte de katholieke kerk in Chiapas zich niet alleen op het zielenheil van de inheemse bevolking maar ook op het verbeteren van hun materiële omstandigheden en hun sociale en politieke positie. De religieuze leiders verspreiden niet alleen het Heilige Woord maar waren ook leiders van de opkomende sociale bewegingen. De Zapatista’s werden actief in dit milieu en, met stilzwijgende steun van Ruíz, werkten ze vaak nauw samen met de kerk en inheemse leiders. Ruíz verklaarde dat hij achter de doelen van het EZLN stond en dat hij hun strategie van gewapende opstand niet steunde – maar hij werkte het EZLN niet tegen bij hun pogingen om de organisatie op te bouwen. Gedurende bijna een heel decennium bouwden de Zapatista’s aan hun organisatie in Chiapas, rekruteerden zij inheemse en mestizo activisten en bereidden zij een gewapende opstand voor.
Wat geloofden de Zapatista’s?
Wat was het doel van de Zapatista’s toen ze op 1 januari 1994 hun opstand begonnen? Blijkbaar geloofden de Zapatista’s dat als zij in het zuiden een vonk lieten ontspringen het hele land zou ontvlammen. Of ze bekend waren met de term of niet, dit idee lijkt veel op de anarchistische theorie van de ‘propaganda van de daad’ uit de negentiende eeuw. Het vertoont ook veel overeenkomst met de foco-theorie waarbij toegewijde, gewapende guerrilla’s van uit de bergen een revolutie in de valleien doen ontvlammen. Het idee is dat het volk, uitgebuit en onderdrukt, slechts wacht op een heroïsch voorbeeld om hen de weg te tonen en dat als zij op deze wijze geïnspireerd worden, zij zich in beweging zullen zetten om het kapitalisme omver te werpen.
Maar zoals bleek in de vroege maanden van 1994 was het Mexicaanse volk niet bereid om de Zapatista’s te volgen of in opstand te komen. Miljoenen hadden sympathie voor de inheemse bevolking die leed onder armoede en onderdrukking maar het idee van een gewapende opstand wezen ze af. Hierin was Mexico niet anders dan andere landen waar sociale veranderingen niet het resultaat zijn van de heroïsche acties van een kleine groep maar van jarenlange organisatie en politieke agitatie en talrijke kleinere acties aan de basis.
In augustus 1994 organiseerden de Zapatista’s een bijeenkomst in hun bolwerk in de jungle waarvoor zij zo’n 2.000 Mexicaanse intellectuelen, schrijvers, artiesten, academici en activisten uitnodigden. Onder de gasten waren ook enkele officiële vertegenwoordigers uit de Verenigde Staten, waaronder ik. Vanuit San Cristóbal trokken we met bussen gedoneerd door de overheid naar de conferentie waar het podium verlicht werd door stadionlampen die ook geleverd moeten zijn door de overheid en het federale energiebedrijf. Marcos hield een toespraak terwijl hij voor een enorme Mexicaanse vlag van misschien wel 12 bij 24 meter stond. Zapatista strijders, enkele met laarzen, maar de meesten op sandalen of op blote voeten, paradeerden voor het podium. De meesten van hen droegen houten geweren, geen echte vuurwapens. De retoriek van Marcos en de enorme vlag gaven de indruk dat de Zapatista’s radicale nationalisten waren en voorstanders van inheemse rechten. Er was de oproep om een nieuwe grondwet te schrijven, maar er was geen sprake van socialisme. Dit was niet zozeer een conferentie als wel een reeks van speeches waarna een stortregen van Bijbelse proporties de lampen doofde en onze tenten wegspoelde. De opvattingen van het EZLN waren nog in ontwikkeling.
Het falen van de poging van het EZLN om een revolutie te ontketenen en de belegering door het Mexicaanse leger van het gebied waarin ze actief waren dwong hen terug te vallen op de inheemse bevolking en andere arme mensen aldaar. De Zapatista’s deden nu meer openlijk wat ze jarenlang clandestien gedaan hadden; het organiseren van hun inheemse en mestizo aanhang in een soort bevrijde zone _ die echter afgewisseld werd met gemeenschappen die het EZLN niet steunden en _ die omcirkeld was door het leger dat hen af en toe lastig viel.
Gedurende de jaren negentig en in het eerste decennium van de nieuwe eeuw organiseerde het EZLN opmerkelijke demonstraties van inheemse vrouwen die, gekleed in hun traditionele jurken, de soldaten letterlijk hun dorpen uit duwden. Het EZLN organiseerde een conferentie van inheemse groeperingen in Chiapas en inspireerde een bijeenkomst van inheemse bewegingen die zou leiden tot de oprichting van het Nationale Inheemse Congres. Na maandenlange onderhandelingen tekenden het EZLN en president Ernesto Zedillo de akkoorden San Andrés die de Maya’s in Chiapas autonomie, erkenning en rechten gaven. Het Mexicaanse congres wees de akkoorden echter af en de regering Zedillo hield zich er niet aan. De Zapatista’s verklaarden dat ze daarom geen verdere onderhandelingen zouden houden en trokken zich verder terug in de bergen.
Volgens de Zapatista’s en hun supporters hadden zij nieuwe, democratische organisatievormen gecreëerd in de dorpen waarbinnen vrouwen een gelijkwaardige rol speelden. Marcos en andere leiders van het EZLN betoogden dat zij de samenleving van onderop aan het veranderen waren, dorp voor dorp. De overheidsinstellingen, creaties van de PRI, negerend, creëerde het EZLN eigen scholen en lokale overheden als alternatief voor de regeringsinstellingen ook al hadden zij weinig materiële middelen, Marcos en de Zapatista’s begonnen een nieuwe retoriek te gebruiken en een nieuwe ideologie te propageren; ‘mandar obedeciendo,’ leiden door volgen. De implicatie was dat de bevolking besliste en de leiders slechts hun wensen uitdrukten en uitvoerden. Hier, zo werd gesuggereerd, was het socialisme van onderop waar zoveel van ons in geloofden en naar streefden.
In de late jaren negentig populariseerde en ontwikkelde de socioloog John Holloway de ideeën van de Zapatista’s. Zijn boek Zapatista! Reinventing Revolution in Mexico werd een bestseller in linkse kringen. Hij betoogde dat, mede onder invloed van inheemse opvattingen, het EZLN het marxistische idee van een proletariaat dat probeert de staatsmacht te veroveren, had opgegeven. In plaats daarvan kwam een nieuwe revolutionaire theorie en praktijk die meer overeenkwam met het anarchisme; iedereen uit welke sociale klasse dan ook kan de revolutie beginnen door waardigheid op te eisen en te beginnen met het opbouwen van een bevrijde gemeenschap. De Zapatista’s schenen in de afgelegen gemeenschappen van Chiapas een dergelijk collectief alternatief voor het kapitalisme op te bouwen.
Het was voor buitenstaanders echter zeer moeilijk om te volgen en te begrijpen wat er in deze dorpen, waar gewapende guerrilla’s actief waren onder de lokale bevolking, werkelijk gebeurde. Het EZLN bleef een gewapende organisatie te midden van de inheemse bevolking en dit wierp vragen op als hoe democratisch de beweging werkelijk was, hoe beslissingen genomen werden en wie nu eigenlijk de leiding had. De antwoorden van de Zapatista’s en hun supporters op deze vragen moesten grotendeels in goed vertrouwen worden aangenomen omdat het voor de meesten van ons fysiek, intellectueel en psychologisch onmogelijk was om de wereld van inheemse politiek in Chiapas binnen te gaan.
De Zapatista’s, zoals geïnterpreteerd door Holloway en anderen, hadden grote invloed op de andersglobaliseringsbeweging die opkwam in de jaren negentig en uitliep op de ‘Battle of Seattle’, de protesten van arbeiders- en milieuorganisaties tegen de WTO in 1999. Overal droegen jongeren de maskers en rode bandanas van de Zapatista’s en vaak identificeerden zij zich met anarchisme. Elke grote stad en veel campussen in de Verenigde Staten hadden steungroepen voor de Zapatista’s.
Vooral Mexicaans-Amerikaanse jongeren in het zuidwesten werden geïnspireerd door de Zapatista’s. De romantiek van gemaskerde mannen en vrouwen en gewapende strijd, gecombineerd met het utopische idee van een directe toegang tot een egalitaire toekomst, oefende een decennium lang grote aantrekkingskracht uit en inspireerde een groot aantal jongeren om politiek actief te worden. En toen kwam dit plotseling ten einde, samen met de andersglobaliseringsbeweging, met de terroristische aanvallen van 11 september 2001, de oorlog tegen Irak en de daarmee gepaarde gaande ruk naar rechts. De regering voerde controle en repressie op tot nieuwe hoogtes en Amerikaans patriottisme bereikte een hoogtepunt. Andere gewapende strijders stonden nu in het middelpunt van de belangstelling.
De Zapatista’s en de beweging
Gedurende de eerste jaren na de opstand hadden de Zapatista’s een enorm moreel krediet in Mexico. Een groot deel van de samenleving bewonderde hun moed en hoe zij opkwamen met en voor de inheemse bevolking. Het talent van subcommandante Marcos als spreker en schrijver en zijn humor en intelligentie maakten grote indruk. Van de rijke wijken in Mexico Stad tot de arme grenssteden namen jongeren invloeden van de Zapatista’s over en schilderden ze radicale graffiti op de muren. De Zapatista’s probeerden op dit morele krediet te kapitaliseren door zichzelf te positioneren als een speler in de Mexicaanse samenleving.
Die jaren woonde ik in Mexico en in Mexico Stad en Tijuana woonde ik bijeenkomsten bij van het Zapatista Front voor Nationale Bevrijding (FZLN) dat in 1997 opgericht werd als een landelijke organisatie. De Zapatista’s leken echter weinig interesse te hebben in een werkelijk verenigd front, in een coalitie met verschillende linkse organisaties en bewegingen. Leiders van het EZLN hadden moeite met het geven en nemen dat gepaard gaat met sluiten van coalities in een land met tientallen sociale bewegingen, vakbonden en linkse politieke partijen. Omdat het EZLN erop stond dat zij het front zouden domineren groeide het ook niet en het had geen impact op de Mexicaanse samenleving in zijn geheel.
Gedurende dezelfde periode probeerde het EZLN ook met hulp van linkse activisten in de vakbewegingen een Zapatista arbeidersorganisatie op te zetten. De vakbondsactivisten die ik kende en waar ik mee sprak vertelden me dat het EZLN niet alleen tegenstander was van deelname aan de bestaande vakbewegingen omdat deze bureaucratisch waren maar ook omdat deze verkiezingen hielden. Het EZLN geloofde niet in verkiezingen en stemmen. De onwil om samen te werken met vakbonden en met ervaren vakbondsactivisten aan de basis en in hun structuren en organisaties leidde er toe dat de Zapatista arbeidersorganisatie nooit van de grond kwam. De poging van de Zapatista’s om een landelijke politieke kracht te worden werd een complete mislukking en opnieuw trokken zij zich terug in het onherbergzame gebied van Chiapas.
Daar hadden de Zapatista’s meer succes. In Chiapas en enkele andere gebieden organiseerden zij autonome gemeentes onder de naam Caracoles y Juntas de Buen Gobierno. Bijna al deze gemeentes waren in Chiapas maar de Zapatista’s inspireerden ook enkele gemeenschappen daarbuiten en het Realidad Tijuana plan van 2003 stelde voor om de verspreide bevrijde gemeentes te verenigen in een opkomende, vrije ‘natie binnen de natie’. Op landelijk niveau was het plan geen succes maar de Zapatista’s hielden vol in hun eigen autonome gemeenschappen in Chiapas.
Het EZLN en de verkiezingen
In de aanloop naar de verkiezingen van 2000 verklaarde het EZLN geen van de twee rechtse partijen, de Nationale Actie Partij (PAN) en de PRI te steunen – net zomin als de linkse Partij van de Democratische Revolutie (PRD) van Cuauhtémoc Cárdenas. Cárdenas was eerder presidentskandidaat geweest in 1988 en 1994 en bleef zeer populair binnen links. Veel mensen hadden gehoopt dat de Zapatista’s hem zouden steunden, ook al waren revolutionair linkse organisaties verdeeld over de vraag of ze hem, of een onafhankelijke socialistische kandidaat, moesten steunen. Het EZLN wees echter verkiezingen in het algemeen af en Marcos deed alle politieke partijen af als corrupt en ongeloofwaardig.
Maar voor de Zapatista’s zouden de verkiezing niet irrelevant blijken. Vicente Fox van de PAN won deze met een grote meerderheid en beëindigde daarmee de meer dan zeven decennia oude greep van de PRI op de regering. De Zapatista’s besloten gebruik te maken van wat een nieuwe politieke opening leek. Ze reisden af naar Mexico Stad en hielden een historische toespraak voor het Mexicaanse congres om het te vragen de principes van de San Andrés akkoorden te eerbiedigen. Fox toonde enige sympathie voor het EZLN maar het congres gaf geen krimp.
De Andere Campagne
Tijdens de volgende presidentiële verkiezingen, in 2006, kozen Marcos en het EZLN voor een andere aanpak. Opnieuw hoopte de meerderheid van Mexicaans links dat het EZLN de linkse kandidaat zou steunen, Andrés Manuel López Obrador van de PRD. In sterke bewoordingen keerde hij zich tegen NAFTA, neoliberalisme en de corruptie van de PRI en de PAN. Het EZLN bleef zich echter tegen alle bestaande partijen en tegen verkiezingen keren.
Marcos maakte de organisatie van la Otra Campaña (de andere campagne) bekend. In tegenstelling tot andere partijen zou het EZLN geen kandidaten naar voren schuiven of andere partijen steunen maar het land rondreizen om zich uit te spreken tegen de Mexicaanse regering en tegen het kapitalisme.
Verschillende linkse groeperingen sloten zich aan bij de Andere Campagne van het EZLN, van de trotskistische Revolutionaire Arbeiders Partij (PRT) tot bewonderaars van de Albanees Enver Hoxha en van de Communistische Partij Marxistisch-Leninistisch (CPML). De Campagne vond plaats tijdens een periode van dramatische sociale conflicten, in de eerste plaats de onrust in San Salvador Atenco. De politie verjoeg daar bloemenverkopers en andere straathandelaren en het Volks Front voor de Verdediging van het Land vroeg het EZLN om steun. Marcos en het EZLN mobiliseerden duizenden supporters. Tijdens de Andere Campagne spraken Marcos en andere tijdens redelijk succesvolle bijeenkomsten en manifestaties. Soms voor een publiek van duizenden bekritiseerden zij het kapitalisme. De gigantische portretten van Stalin van de CPML die overal met hen mee gingen deden sommigen twijfelen aan wat dit nou allemaal betekende.
Ondertussen zweepte PRD-kandidaat López Obrador met zijn populistische toespraken menigtes op die opliepen tot een miljoen voornamelijk arbeiders en arme mensen. Toen het duidelijk werd dat president Fox en de regeringspartij PAN de kieswet aan hun laars lapte en de enorme fraude voorbereidden die plaatsvond op verkiezingsdag ontstond er een enorme protestbeweging om eerlijke verkiezingen te eisen. Tienduizenden, misschien wel honderdduizenden, namen deel aan de protesten in Mexico Stad, blokkeerden de boulevards en bezetten pleinen.
Een aantal van de revolutionair linkse groepen die betrokken waren bij de Andere Campagne sloten zich bij de protesten aan. Dat was een kwestie van principe: ook al hadden zij geen sympathie voor de partijen en kandidaten die deelnamen aan de verkiezingen toch vonden zij dat mensen het recht hadden om te stemmen en dat hun stemmen geteld moesten worden. Marcos en het EZLN wezen verkiezingen echter geheel af en weigerden deel te nemen aan de protesten. Ze trokken zich terug in Chiapas. Deze afwijzende houding deed enorme schade aan hun reputatie binnen (radicaal) links. Het EZLN raakte veel van het morele krediet dat ze sinds 1994 verworven hadden kwijt.
Vragen voor links en de Zapatista’s
Gedurende de laatste twee decennia hadden de Zapatista’s veel invloed op Mexico en op de linkse beweging in Mexico en internationaal. Toen links stervende leek te zijn, wekten zij het tot leven. De onderdrukte inheemse bevolking werd geïnspireerd om in opstand te komen. Hun voorbeeld wekte het enthousiasme van activisten in beide Amerika’s en Europa. Tijdens hun internationale bijeenkomsten in Chiapas kon je tientallen activisten uit evenzoveel landen spreken die daar kwamen om hun ideeën en ervaringen uit te wisselen. Terugkijkend is het verbazingwekkend dat deze ontmoetingen niet leidden tot een internationale organisatie, tot een ‘nieuwe internationale’.
Ondanks alles wat plaatsvond tijdens hun twintig jaar lange bestaan, blijven de Zapatista’s een lokale sociale beweging in Chiapas en de kopstukken van een bepaalde politieke stroming gekenmerkt door lokale organisatie, steun voor de inheemse bevolking en de weigering deel te nemen aan verkiezingen.
De geschiedenis van de Zapatista’s werpt belangrijke vragen op voor links. Ongetwijfeld dienen in het kapitalisme en zogenaamd liberale democratieën verkiezingen vooral om het systeem gaande te houden en met regelmaat nieuwe vertegenwoordigers van de belangen van het kapitaal aan de macht te helpen. Maar het is ook zo dat verkiezingsdeelname door werkelijk onafhankelijke partijen voor links een kans zijn hun ideeën te verspreiden en dat gekozen posities gebruikt kunnen worden om bij te dragen aan sociale bewegingen.
De Zapatista’s hadden gelijk toen ze stelden dat de PRD en de PRD-kandidaten Cuauhtémoc Cárdenas en López Obrador vertegenwoordigers waren van populistische en sociaaldemocratische vormen van kapitalistische politiek. De PRI, de PAN en de PRD hebben inderdaad allemaal getoond zeer corrupt te zijn. Maar wat als de Zapatista’s hun enorme krediet in de eerste jaren na 1994 gebruikt hadden om bij te dragen aan een landelijke sociale beweging in plaats van deze te willen controleren? Wat als zij meegebouwd hadden aan een werkelijk onafhankelijke, landelijke politieke partij? Hoeveel groter had de invloed van de Zapatista’s wel niet kunnen zijn de laatste twee decennia – ook in aanmerking genomen dat mede onder invloed van het NAFTA verdrag waartegen zij zich verzetten het kapitaal in Mexico zoveel sterker is geworden ten opzichte van de verzwakte positie van de werkende bevolking.
Voor mij blijven de Zapatista’s moeilijk te doorgronden. Ik blijf met vragen zitten: bestaat er in de binnenste kringen van het EZLN nog een harde kern die trouw is gebleven aan de guerrilla- opvattingen van de jaren 70 en 80? Of zijn de Zapatista’s onder inheemse invloed en als gevolg van hun eigen ervaringen inderdaad een soort anarchisten geworden? Wat is de werkelijke betekenis van de Caracoles y Juntas de Buen Gobierno? Kunnen de Zapatista’s hun sektarisme te boven komen en een daadwerkelijke organiserende en ideologische invloed worden in de Mexicaanse samenleving – of blijven ze zich isoleren van andere delen van radicaal links?
Na twintig jaar zijn de Zapatista’s nog steeds een uitdaging, voor de regering en de gevestigde politieke partijen en voor de partijen van revolutionair links. Onder president Enrique Peña Nieto is Mexico verder geïntegreerd in de Amerikaanse en internationale economie. Zijn structurele hervormingen zullen nieuwe problemen opwerpen en zeer waarschijnlijk nieuwe bewegingen doen ontstaan. In de toekomst moet blijken of de Zapatista’s, hun ideeën en ervaringen, relevant zullen zijn voor een nieuwe generatie.
Dit artikel verscheen eerder op International Viewpoint. Nederlandse vertaling door redactie Grenzeloos.