Kerry zwijgt over bezette gebieden en groeiende nederzettingen
Haaretz (Israëlische kwaliteitskrant) probeert ons een nieuwe Avigdor Lieberman aan te smeren. In de kop van jongstleden 2 januari schrijft de krant dat de opnieuw geïnstalleerde minister van Buitenlandse Zaken zegt dat het vredesaanbod van zijn Amerikaanse collega John Kerry een kans verdient. Volgens de schrijver van het artikel, Barak Ravid, heeft Lieberman zijn lied veranderd.
Lieberman is inmiddels bereid Kerry toe te staan wat premier Benjamin Netanyahu zo lang geweigerd heeft, namelijk de gelegenheid tot onderhandelingen zoveel mogelijk stimuleren; zonder enige provocatie. Aan de Israëlische kant van de barricade, is sprake van een voorzichtig optimisme.
De inschatting van commentator Ravid is dat de Amerikanen weten dat de steun van Lieberman aan een ‘raamovereenkomst’, waaraan Kerry werkt (of in ieder geval niet van de hand wijst), de uiteindelijke goedkeuring zal krijgen van de huidige coalitie. Het lijkt erop dat Kerry er geen behoefte aan heeft Netanyahu te overtuigen en helemaal niet de Palestijnse president Mahmoud Abbas (Abu Mazen). Van nu af aan is Lieberman de nieuwe expert en dus kunnen we slechts raden wat er uit die overeenkomst gaat komen, als er ooit één komt.
Fiasco
Lezen we echter het redactioneel van Al-Quds, een krant die in Oost-Jeruzalem verschijnt, krijgen we een totaal ander beeld. Hier geen voorzichtig optimisme. Integendeel, we zien hier alle provocaties van Netanyahu, inclusief het wetsvoorstel van het lid van de Knesset Miri Regev over de annexatie van de Jordaan vallei. “Waarom maken we geen eind aan dit fiasco dat als dekmantel gebruikt wordt voor (Israëlische) plannen?”, is de vraag die de krant stelt. “Waarom blijven we aan de gang met deze voorstellen, waarvan iedereen weet dat ze waardeloos zijn, zelfs wanneer ze in de onderhandelingen bevestigd zouden worden? Waarom wachten we en tot wanneer? Hebben de leidende politici geen alternatief? In ieder geval verwacht en eist het land dat de onderhandelingen niet verlengd worden, zelfs als het stadium bereikt wordt dat terugtrekken onmogelijk is. Kerry jaagt spookbeelden na.”
Gecombineerd geven deze twee benaderingen een beter zicht op de onderhandelingen. Gezien het feit dat de besprekingen nergens op uit zullen komen, zijn de manoeuvres van Kerry bedoeld om tijd te winnen. Ook Lieberman wenst uitstel, omdat het de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken waarschijnlijk veel waard is de wereld hoge verwachtingen voor te toveren over de belangrijke stappen die Israël zet. De voortdurende bezoeken van Kerry aan de regio laten zien dat de gesprekken op een dood spoor zijn beland en dat de Verenigde Staten een volledige mislukking vrezen. Kerry zet een tijdsdruk op de onderhandelingen en wanneer de deadline nadert, zal hij er alles aandoen om een conflict te vermijden.
Economische misère
Tenslotte is het geen verrassing dat al deze pogingen om de afloop uit te stellen al twintig jaar duren en naarmate de tijd voortgaat, de kloof groeit en het succes van een werkelijke overeenkomst minder aannemelijk wordt. Gegeven de huidige patstelling in de besprekingen (die in feite nooit werkelijk van de grond kwamen) is het duidelijk dat in plaats van alle mogelijke druk op Israël uit te oefenen, Kerry bereid is tot een andere tijdelijke overeenkomst en dus ons eigenlijk terugbrengt naar het mislukte ‘Oslo proces’.
De Oslo Akkoorden (1993) waren slechts mogelijk door de kernproblemen – grenzen, nederzettingen, status van Jeruzalem en het vraagstuk van de vluchtelingen van 1948 – naar een vage toekomst te schuiven. Sindsdien is het aantal nederzettingen toegenomen en is de greep op de politiek door rechts versterkt. In plaats van discussies over fundamentele kwesties stelt Israël nieuwe en steeds strengere eisen, inclusief de eis Israël te erkennen als een Joodse staat. Bovendien eist Israël veiligheidsmaatregelen die in de praktijk de jarenlange voortzetting van de bezetting inhouden.
Het geschil over de nederzettingen staat zelfs niet op de agenda en heeft in de Knesset niet geleid tot een werkelijke discussie. Van wat nu bekend is over de onderhandelingen op weg naar een akkoord, wordt dit vraagstuk niet eens genoemd. De Palestijnen begrijpen dat hoe langer de onderhandelingen voortduren, des te meer land Israël grijpt. Het project van de nederzettingen loopt hard, deze keer met instemming van de Amerikanen die niet langer een stop als voorwaarde aan hernieuwde besprekingen verbinden.
Hoe meer de Verenigde Staten de Israëlische rechtervleugel vleit, des te meer vertrouwen Abu Mazen en de Palestijnse Autoriteit (P.A.) van de bevolking verliezen. Al-Quds is geen oppositionele krant, hij verwoordt de positie van de P.A. en zijn beoordeling van de situatie geeft de groeiende ellende en moedeloosheid van de Palestijnen weer bij het gebrek aan voortgang van de besprekingen. Kerry wil tijd winnen, maar de Palestijnen hebben geen tijd. De rampzalige economische situatie op de Westelijke Jordaanoever telt zonder meer voor de P.A. die hardnekkig weigert de besprekingen te verlengen voor weer een raamovereenkomst; het papier niet waard waarop zij geschreven is.
De lonen in de Palestijnse gebieden volgen de toenemende kosten van het levensonderhoud niet, de prijzen – in shekels – komen overeen met de Israëlische levensstandaard, niet met de extreem lage lonen. De werkloosheid onder jongeren blijft stijgen, dat verklaart ook het toenemende geweld – als uiting van wanhoop. Bovendien bevat het bod van Kerry geen enkel voorstel dat leidt tot een directe verlichting van de huidige misère, waaronder de chronische schulden als gevolg van de uitgestelde salariëring van 150.000 werknemers van de P.A. , de voortdurende aanwezigheid van het leger en de gewelddadige intriges van de kolonisten.
De reële hoop
Israëlisch rechts weigert systematisch de kern van het conflict in discussie te brengen – bovenal de kwestie van de nederzettingen – en creëert een boosaardige stemming met mensen als Naftali Bennett, Uri Orbach en Uri Ariel, allen lid van Habayit Hayehudi. Dat is een nationalistisch religieuze, Zionistische partij die ons zegt dat de mislukking van een definitieve overeenkomst met de Palestijnen een natuurlijke situatie is, waarmee we eenvoudig moeten leren leven. Zij huldigt de mening dat het beter is de nadruk op andere vraagstuk te leggen, zoals de economische ontwikkeling van Bennett, of de huisvesting/het thuisland van Ariel en de ouderenzorg van Orbach.
Anderen menen dat bevriezing van de onderhandelingen zal leiden tot de derde Intifada en zien elke gegooide steen of steekpartij als een voorbode daarvan. Het ministerie van Defensie tracht olie op de golven te gieten door te beweren dat deze incidenten vooral pogingen zijn om een ‘bepaalde atmosfeer’ te scheppen, waarin de Palestijnse Autoriteit de hand heeft door kleine groepen aan te moedigen Israëli aan te vallen.
In werkelijkheid is er geen enkel teken van een derde Intifada, om de eenvoudige reden dat er geen politiek leiderschap is met een agenda of programma waarmee een opstand opgeroepen kan worden. De eerste Intifada werd geleid door de PLO met als doel een Palestijnse staat naast Israël te vestigen. De tweede kwam voort uit een diepe teleurstelling over de Oslo Akkoorden, geleid door Hamas met als doel de bezetting te overwinnen door gewapende strijd. Vandaag is er geen alternatieve politieke kracht die een ‘burger opstand’ kan aanvoeren tegen het corrupte leiderschap zowel in Gaza als Ramallah.
Maar het feit dat er geen derde Intifada in aantocht is, betekent niet dat de bezetting ongestoord zal voortduren. Om de illusie te verkopen dat een situatie van bezetting een normaal leven mogelijk maakt, heeft de Israëlische rechtervleugel de hulp van de Palestijnse Autoriteit nodig. Zonder die steun en zonder de fondsen van de Europese Unie en de Verenigde Staten, zal Israël nooit in staat zijn tot een “normaal” leven bij handhaving van de bezetting.
De nederzettingen kunnen zich alleen eindeloos uitbreiden zo lang de P.A. de positie inneemt Israël te ontlasten van de terugkeer tot een directe bezetting. Die P. A. levert diensten als gezondheidszorg en onderwijs waartoe anders het Israëlisch ‘burgerlijk bestuur’ verplicht zou zijn. Deze ‘normale situatie’ is mogelijk, omdat de P.A. bereid is daaraan mee te werken, al meer dan twintig jaar.
Maar iedereen die de gang van zaken in de bezette gebieden aanschouwt, weet dat de dagen van de Palestijnse Autoriteit geteld zijn. Wat Israël op dit moment meemaakt, is geen derde Intifada, maar de zeer reële mogelijkheid dat de P.A, in elkaar klapt. Deze absurde situatie, waarin de P.A. overleeft met de schamele begroting van een lokaal bestuur, terwijl de bevolking werkloos is en hongerig, kan alleen bestaan in de hoop op verandering.. Zonder die hoop verliest de Palestijnse Autoriteit haar bestaansrecht en zal ze eenvoudig teneinde komen.
Het ontbreken van een werkelijk vredesproces zal ook het einde beteken van een krankzinnige Israëlische rechtervleugel die gebaseerd is op de idee dat de rust voor altijd gehandhaafd kan blijven, wanneer het mogelijk is de rechtse politieke plannen te realiseren.
Oorspronkelijke titel When Kerry fell in love with Lieberman, 8 januari 2014. In: Challenge, a magazine covering the Israeli-Palestinian conflict, Tel Aviv. Nederlandse vertaling/bewerking: Hans Boot voor Solidariteit.