Verschillende persoonlijkheden van de N-VA (Zuhal Demir en Liesbeth Homans op kop) zijn in de afgelopen weken gestart met een reeks aanvallen tegen Unia, het Interfederaal centrum voor gelijke kansen (opgericht in 2013/2014), dat zij beschouwen als “een vijandelijke entiteit die niet neutraal, noch objectief is, ze verdedigt maar één doelgroep”.
“Ofwel sta je als centrum open voor iedereen die klachten heeft over discriminatie, ofwel ben je een centrum voor klagende allochtonen” (“waarom wordt anti-blank racisme niet aangepakt?” (1)) Ze verwijten het centrum “een structuur van polarisatie te zijn in plaats te strijden voor gelijke kansen”, omdat “exclusief vacatures openstellen voor één doelgroep (allochtonen of vrouwen), dat is pure discriminatie”.
Andere partijleden beweren dan weer dat Unia “hypocriet” is, omdat “vandaag antisemitisme anders benaderd wordt dan islamofobie, en dat kan niet”, het is “een wereldvreemd centrum geworden: mensen begrijpen niet waarom zij bijvoorbeeld obsessioneel met de zwarte pietendiscussie bezig zijn terwijl de echte problemen blijven liggen”, “we hopen op een centrum waarbij een moslim wel gelijk is aan een jood en de nadruk ligt op emancipatie in plaats van het zoeken naar racisme”, maar de belangrijkste kritiek is voor de de Franstalige medewerkers die “niet begrijpen dat ze eindelijk zou moeten aansluiten bij de visie van de Vlamingen op migratie en integratie”.
Sommige professoren aan de KUL verwijten Unia dat ze verschillende tegenstrijdige rollen speelt: “Het centrum voert onderzoek, bemiddelt en is tegelijk partij in rechtszaken. Dat is geen gezonde situatie. Beter zou zijn mocht Unia bijvoorbeeld alleen tot taak hebben om te bemiddelen”.
Goed gezien van deze onderzoekers, nietwaar? De N-VA is het zodanig beu dat ze het centrum zou willen ontbinden en vervangen door een Vlaams centrum. “Omdat de zaken van binnenuit veranderen geen evidentie blijkt”, klaagt een van hun plaatsvervangend leden van de raad van bestuur van de instelling. Ondertussen heeft de Vlaamse Minister van Integratie Homans een intern onderzoek tegen Unia beloofd. Waarom zijn ze zo boos? Wat heeft die reactie veroorzaakt?
Unia en antisemitisme
In juli 2014, tijdens een betoging in Antwerpen ter ondersteuning van het Palestijns verzet, zijn er antisemitische leuzen geroepen: o.a. “Khaybar Khaybar Ya Yahud, Jaish Mohammed sa Yaoud” (Khaybar, Khaybar, o joden, het leger van Mohammed zal terugkeren.”). (2)
Het Forum der Joodse Organisaties – FJO (Antwerpen) heeft een paar dagen daarna een klacht ingediend bij Unia Dit heeft zich dan burgerlijke en “benadeelde” partij gesteld, om de klacht van de Joodse koepelorganisatie te ondersteunen.
De uitspraak van de rechtbank van Antwerpen werd uitgebracht op 21 februari jongstleden: de organisatoren van de betoging werden niet vervolgd, enkel de persoon (afkomstig uit de Gazastrook) die op het podium de antisemitische leuzen overnam van de menigte werd veroordeeld tot 6 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf en een boete van 600 € (beiden met uitstel van drie jaren).
Een interne e-mail van een medewerker van de juridische dienst van Unia belandde in de handen van Joods Actueel (krant van FJO) en de N-VA. Deze medewerker vond de beslissing “verbazend, omdat de personen die het initiatief namen de leuzen te roepen niet werden geïdentificeerd en zeer problematisch in het licht van de vaststaande rechtspraak van het Grondwettelijk Hof en de vereiste van een bijzonder opzet bij het aanzetten tot haat en geweld misdrijf”. De medewerker stelde ook: “ik vind dat dit vonnis geen steek houdt en geen correcte toepassing is van de antiracisme wet, kromspraak dus in plaats van rechtspraak”.
Ondertussen heeft Unia gevraagd om de naam van de medewerker van de Joodse site te verwijderen, wat ze onmiddellijk gedaan hebben, maar Joods Actueel heeft wel verschillende links gelaten van zijn openbare tussenkomsten om te bewijzen dat hij namens Unia sprak en geen “back office” medewerknemer is.
Wat is Unia?
Unia is een onafhankelijke, interfederale openbare instelling gespecialiseerd in het gelijke kansenbeleid en het bevorderen van non-discriminatie. Haar opdracht, gebaseerd op de doelstellingen die in een samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid, de gewesten en de gemeenschappen werden vastgelegd, laat zich vertalen in drie grote lijnen:
-
Gelijke kansen en participatie bevorderen voor iedereen, ongeacht hun afkomst, leeftijd, handicap, seksuele geaardheid, religie of levensbeschouwing…. En dit in alle maatschappelijke domeinen (arbeidsmarkt, huisvesting, onderwijs, welzijn, vrije tijdbesteding, cultuur en burgerschap…);
-
Samenwerken met de verschillende spelers binnen de samenleving: politieke en openbare overheden, burgers, middenveld, beroepssector, sociale partners, academische wereld, internationale organisaties enzovoort;
-
De kennis van en het respect voor de grondrechten – en meer in het bijzonder de antidiscriminatiewetgeving – bevorderen, opdat die rechten in België worden toegepast en gerespecteerd.
Rassendiscriminatie en religieuze overtuigingen komen meeste voor
UNIA is wettelijk verplicht zich te bezorgen over de 17 discriminatiecriteria die in de wet van 2003/07 staan beschreven, het kan daarom geen prioriteiten stellen, maar is wel afhankelijk van de individuele klachten die de slachtoffers indienen via haar website. In werkelijkheid zijn de drie voornaamste discriminatiecriteria de zogenaamde “raciale” criteria (3) (38% van alle dossiers), handicap (22%) en geloof of levensbeschouwing (19%). Daarna gevolgd door: leeftijd (5%), seksuele geaardheid (5%), vermogen (4%) en tot slot gezondheidstoestand (4%).
UNIA maakte zijn eerste cijfers voor 2016 bekend, een jaar dat wordt gekenmerkt door een algemene stijging met 20% van het aantal nieuw geopende dossiers voor mogelijke discriminatie, haatspraak en haatdelicten.
Hoewel de volledige en definitieve cijfers pas in juni 2017 worden meegedeeld, tekent zich een eerste trend af. Er is een duidelijke toename van het aantal gevallen van discriminatie in twee domeinen: werk en onderwijs. Deze toename ziet Unia in alle domeinen en voor alle criteria, en uit de eerste analyses blijkt de stijging tegenover 2015 meer uitgesproken in twee domeinen: werk (met een stijging van 47%) en onderwijs (met een stijging van 25%). (4)
N-VA bang pluimen te verliezen bij de volgende verkiezingen
De N-VA lanceert op dit ogenblik haar campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2018, dus moeten ze hun Kamervoorzitter Siegfried Bracke (5) uit het moeras helpen en alle andere problemen die zich ophopen, verbergen. Om dit te doen, moeten ze de publieke aandacht afleiden, maar moeten ze voornamelijk de racistische kiezers van het Vlaams Belang weg zuigen door de samenleving te blijven polariseren.
Niet alleen moeten de Vlamingen opgehitst worden tegen de Franstaligen, de arbeiders tegen de werklozen, de rijken en de mensen die nauwelijks rondkomen tegen de armen, maar ook de “verdienstelijke” migranten (= de geassimileerden) moeten zich keren tegen de “niet integreerbare” migranten. Om dit te lukken moet de omvang van het racisme en de discriminatie systematisch geminimaliseerd worden.
Dit is de reden waarom Bart De Wever, voorzitter van de N-VA en burgemeester van Antwerpen zegt dat “het racisme relatief is”, “dat racisme een gevolg en geen oorzaak is van de problemen in onze samenleving”, “we te lang gewacht hebben voordat we het integratiebeleid ingevoerd hebben. Resultaat: we hebben veel passieve immigratie, wij zijn in dit opzicht, een van de slechtst presterende in Europa. We hebben in feite een vorm van apartheid gecreëerd”, “We hebben de verkeerde soort migranten massaal toegelaten en er vervolgens niet genoeg aan gedaan. We hebben geen inburgeringsbeleid gevoerd” of “we hebben veel moeilijkheden bij het organiseren van sociale mobiliteit in de Berberse gemeenschap van Antwerpen, die 80% van de Marokkaanse gemeenschap in de stad vertegenwoordigt. Berbers zijn een zeer gesloten gemeenschap met wantrouwen tegenover de overheid, en een zwak georganiseerde Islam en een groep die zeer vatbaar is voor het salafisme. We hebben iedereen nodig om een inspanning te leveren, in het bijzonder om werk te zoeken”. “Racisme wordt te makkelijk ingeroepen als een excuus voor persoonlijk falen, vooral door sommige bevolkingsgroepen, zoals de Marokkaanse gemeenschap”, enz… .
Ontkenning racisme en discrimininatie
Waarom wordt het bestaan van racisme en discriminatie door de N-VA ontkend? Voor hen (en voor het merendeel van de (neo)liberalen en de sociaaldemocraten) is het echte probleem “het gebrek aan wil en persoonlijke integratie van de migranten”. “Slachtoffers verschuilen zich achter het bestaan van discriminatie om hun persoonlijke verantwoordelijkheid voor het falen van hun leven te ontlopen”.
De N-VA is van mening dat er niet meer tegen racisme moet gestreden worden (behalve tegen het racisme dat gericht is tegen de blanke meerderheid in de samenleving van vandaag), maar men gewoon gelijke kansen moet aanbieden aan iedereen, waardoor vooral de mensen die vooruit willen zullen slagen.
Hoe kunnen we aanstoot nemen aan een zeer oude Vlaamse traditie dat zwarte piet stoute kinderen straft en de goeie oude witte sinterklaas die de brave kinderen beloont? Hoe kunnen we vertrouwen hebben in de Marokkaanse (Berberse) gemeenschap die erg wordt beïnvloed door de salafisten (zie de Brusselse bruid die haar hand niet wou geven aan schepen Courtois op haar bruiloft waarop deze illegaal haar huwelijk nietig verklaarde)?
Dit zou ook verklaren waarom de Vlaamse minister voor Inburgering en de Federale Minister van Gelijke Kansen (beiden N-VA) slechts een zeer mager resultaat kunnen voorleggen. (6) Of hadden ze misschien niet genoeg tijd gehad om hun dossiers te leren kennen en om de wetenschappelijke onderzoeken van de sociale wetenschappers van alle Belgische universiteiten en de resultaten van de Unia jaarverslagen te bestuderen?
Hebben wij het recht om het beleid en de resultaten van Unia te bekritiseren?
Zolang racisme en discriminatie bestaan, zal Unia zijn werk voort moeten zetten. Het is niet omdat wij het niet eens zijn met de media, justitie, onderwijs of andere instellingen dat die geëlimineerd moeten worden. Desondanks hebben we het recht om hun werk en vooral hun balans te bekritiseren (7). A priori, kunnen we twee grote kritieken aan het adres van Unia geven.
De eerste is dat ze nooit de racistische ideologie en de ware racistisch politieke, publieke en economische mechanismen hebben bekritiseerd, wat antiracistische organisaties het institutioneel (of staats)racisme noemen.
Het is ook geen toeval dat een paar jaar geleden het vroegere Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding het racisme uit het strafwetboek wilde smijten en het strijden tegen racisme wou integreren in de antidiscriminatiewetgeving. Terwijl de antiracistische beweging al jaren de slechte en zwakke definitie van het racisme in de wet van 1981 en het ontbreken van (zichtbare) sancties aanklagen, strijdt Unia voornamelijk tegen discriminaties.
Vorig jaar is Unia begonnen aan een reflectie en evaluatie van de antidiscriminatiewet van juli 2003(die positief de verdeling van de bewijslast heeft ingevoerd waardoor de verweerder moet bewijzen dat hij niet gediscrimineerd heeft). Unia concludeerde zelf dat de balans slecht is. Unia pleit vooral voor bemiddeling en tracht zo weinig mogelijk naar de rechtbank te trekken.
Dat brengt ons op de tweede negatieve kritiek op de balans van Unia in haar strijd tegen racisme. Het is natuurlijk de schuld van de wetgever dat hij het bestrijden van alle discriminaties bij Unia heeft gelegd, voor ons een poging om de strijd tegen racisme te verdoezelen (naast een bezuinigingspolitiek) tussen alle andere kwesties die desondanks ook belangrijk zijn.
Sinds de oprichting van het Koninklijk Commissariaat voor het Migrantenbeleid (1989), daarna het Centrum voor gelijkheid van kansen en de strijd tegen racisme (1993) en nu Unia (2014) is het racisme in België (en Brussel) nog nooit afgenomen, integendeel.
Hoe kunnen we het falen van bijna 36 jaar officiële en publieke strijd tegen racisme uitleggen?
Ten eerste, de strijd tegen racisme is nooit een prioriteit van de overheid, de politie, justitie en de media geweest. Maar ik denk ook dat de keuze voor bemiddeling van Unia en het beleid van de politieke wereld, die het afwisselend bij stimuleren en bezweren van racisme hield, gefaald hebben. Heel lang was dit te wijten aan het feit dat de partijen en de mannelijke/vrouwelijke politicus zelf racist waren, vandaag de dag beschouwen zij hun kiezers als racisten.
Enerzijds moet de strijd veel meer gerechtelijk worden gestreden: sterke en regelmatige veroordelingen van eigenaren en instellingen (bedrijven, scholen, politie, openbare instellingen, ontspannings- en sportclubs), en hun ondergeschikten werknemers, is een belangrijk signaal naar de samenleving toe.
Anderzijds moet de strijd ook veel meer voluntaristisch en politiek gevoerd worden: het beleid en de overheden moeten veel meer mensen van buitenlandse afkomst tewerk stellen en opnieuw meer openbare ambtenaren aanwerven om aan meerdere behoeften en eisen van de lijdende bevolking tegemoet te komen (stedelijke en ecologische investeringen, alsmede aanwervingen in alle onderbemande overheidsdiensten).
Noten:
1) “Als een blonde vrouw met blauwe ogen wordt uitgescholden voor nazihoer en klacht indient, is de kans dat zij gehoord wordt, nihil. Als een vrouw met een hoofddoek klacht indient omdat ze uitgescholden wordt, is de kans honderd procent”, zegt Liesbeth Homans waarschijnlijk over haar zelf.
2) Het is een oorlogsleuze verwijzend naar de slag bij Khaybar in 629 waarbij de plaatselijke joodse bevolking met veel bloedvergieten uit de stad werd verjaagd.
3) Nationaliteit, zogenaamde ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming.
5) Best betaalde politicus van het land (16.900 euro netto per maand), die tegelijkertijd een niet verklaarde en goed betaalde mandaat had in het privébedrijf Telenet. Ondertussen heeft hij dit mandaat opgegeven.
6) Beide zijn (zoals N-VA) tegen de gerechtelijke en burgerlijke praktijktesten die de discriminaties in bedrijven en instellingen zouden kunnen bloot leggen.
7) Kleine knipoog naar de PVDA die nooit de politiek en de balans van Unia bekritiseert. Hebben ze schrik om kritiek te geven op bondgenoten?
Hamel Puissant is antiracistisch activist en voormalig bestuurslid van de Beweging tegen racisme, antisemitisme en vreemdelingenhaat (BRAX)