Vijftig jaar geleden werd Kennedy vermoord. Het gerucht ging dat de Russische geheime dienst KGB daarbij betrokken was. Uit het Mitrokhin-archief blijkt dat dit niet het geval was. Uit dat archief blijkt ook dat het maar een haar heeft gescheeld of Lenin en Trotski hadden in 1918 in onderbroek door Moskou moeten lopen.
Overloper
In 1992 liep de geheim agent Vasili Mitrokhin over van Rusland naar Engeland. Hij nam 6 kisten met 20.000 geheime documenten met zich mee. Het ging merendeels om kopieën van stukken uit de geschiedenis van de geheime dienst van de Sovjet Unie, in het bijzonder de KGB en voorlopers daarvan. Mitrokhin was zelf 36 jaar in dienst van de KGB. Samen met de Engelse historicus Christopher Andrew (1) schreef hij een boek op basis van zijn documenten en bevindingen: Het Mitrokhin-archief (2).
In ruim 800 bladzijden wordt een vrijwel compleet overzicht gegeven van de organisatie, de opvattingen en de acties van dé geheime dienst van de Sovjet Unie, van 1917 tot 1989. De documenten van Mitrokhin zorgen voor de feiten – de vertelkunst en het inzicht van Andrew zorgen voor een zeer leesbaar, bij vlagen spannend boekwerk. Héél veel gebeurtenissen komen voorbij: de revolutie, de burgeroorlog, de zuiveringen, de complotten en infiltraties, de meesterspionnen, de Grote Terreur onder Stalin, de Tweede Wereldoorlog, de Hongaarse Opstand, de Praagse Lente, het Eurocommunisme, de aanslag op de Paus, het Poolse Solidarnosc en tenslotte de uiteindelijke ineenstorting van het Sovjet-rijk.
Het boek is zeer overzichtelijk en maakt een gedegen indruk. De verklarende noten (65 pagina’s!), appendixen en registers dragen daaraan bij. Het enige irritante is dat soms de schijn wordt gewekt dat het optreden van de KGB en de Sovjet Unie uniek was. Misschien was het erger. Maar van een blank blazoen van het Vrije Westen is natuurlijk geen sprake. Het imperialisme en haar geheime diensten zijn evengoed verantwoordelijk voor miljoenen slachtoffers in Zuid Oost Azië, Latijns Amerika en Afrika. Daar gaat Christopher Andrew goeddeels aan voorbij.
De moord op Kennedy
Op 22 november 1963 werd de Amerikaanse president John F. Kennedy in Dallas doodgeschoten. Het gerucht ging dat “de Russen” erbij betrokken waren. De veronderstelde schutter, Lee Harvey Oswald, had immers enige tijd in de Sovjet Unie gewoond en hij had communistische sympathieën. Uit de Mithrokhin-archieven blijkt echter dat van Russische medeplichtigheid geen sprake was. De politieke leiding van de Sovjet Unie schrok geweldig van de aanslag in Dallas. Men dacht aan een rechts complot van enkele fel anti-communistische Texaanse oliebaronnen. Moskou was bang de schuld te krijgen en dat de moord een mogelijke opmaat was naar een Amerikaanse aanval.
Uit de archieven blijkt dat de KGB wél wat later een duit in het zakje deed van de samenzweringstheorieën. Als onderdeel van de ideologische oorlogvoering tegen de CIA. Met knippen en plakken produceerde de KGB een brief van Oswald, waarin hij aan een bekende CIA-agent, Howard Hunt, in bedekte termen om nadere instructies vraagt…. Een pesterijtje waar sommige complotdenkers nu nóg hardnekkig in geloven.
De arrestatie van Trotski
De Mitrokhin-archieven bevatten flink wat informatie over de voorlopers van de KGB. We hebben het dan over de Tsjeka, de NKVD en de OGPOE. Die laatste twee waren werkzaam onder Stalin. Het mag geen verwondering wekken dat de nodige aandacht wordt besteed aan de bestrijding van Trotski en de trotskisten.
Over de arrestatie van Trotski schrijft Andrew: “In elk geval in het begin werd de OGPOE-campagne tegen Trotski en zijn aanhangers gekenmerkt door een bizarre combinatie van wreedheid en klucht. Toen Trotski weigerde zijn mening te herroepen en toe te geven aan zijn ‘misdaden tegen de Partij’ werd hij in binnenlandse ballingschap gedaan in Alma Ata, een stad in een verre uithoek van Kazachstan aan de Chinese grens. Het OGPOE-detachement dat de volgende morgen op 17 januari 1928 naar zijn flat in Moskou kwam om Trotski naar zijn plaats van ballingschap te brengen, trof hem nog in pyjama aan.
Toen hij weigerde naar buiten te komen, brak de OGPOE de deur open. Trotski herkende tot zijn verrassing de officier die het detachement leiding gaf als een van zijn voormalige lijfwachten uit de Burgeroorlog. Overweldigd door emotie bij het zien van de ex-commissaris van Oorlog, zei de officier snikkend: ‘Schiet me neer, kameraad Trotski, schiet me neer.’ Trotski kalmeerde hem, vertelde dat het zijn plicht was bevelen op te volgen, hoe laakbaar deze ook waren, en nam een houding van passief verzet aan terwijl de OGPOE zijn pyjama uittrok, hem aankleedde en hem naar een auto droeg die klaarstond om hem naar de Trans Siberië Expres te brengen.”
De vervolging van de trotskisten
Over de vervolging van de aanhangers van Trotski schrijft Andrew op basis van de Mitrokhin-archieven: “De OGPOE-verslagen over Trotski en zijn aanhangers werden op een toon vol eigendunk en woede geschreven. Er stond in dat geen enkele contrarevolutionaire groep sinds de Oktoberrevolutie had gedurfd zich ‘net zo arrogant, zo brutaal en zo uitdagend’ te gedragen als de trotskisten. Zelfs wanneer ze voor ondervraging werden opgepakt, weigerden de aanhangers van Trotski zich door hun ondervragers te laten intimideren. De meesten weigerden op de vragen antwoord te geven. In plaats daarvan overhandigden ze onbeschaamde, geschreven protesten, zoals: “Ik beschouw de strijd waarin ik betrokken ben als een zaak van de Partij. Ik zal zelf uitleg geven aan de Centrale Commissie, niet aan de GPOE”.
Begin 1928 voerde de OGPOE haar eerste massale arrestaties uit, waarbij een paar honderd arrestanten werden opgesloten in de Boetyrka-gevangenis in Moskou. Maar de Boetyrka was nog niet gezonken tot de wrede smerigheid waar het tien jaar later, tijdens de Grote Terreur, berucht om werd, en ook kon deze de geest van de aanhangers van Trotski niet breken. In de eerste nacht in de gevangenis kwamen de trotskisten in opstand, schopten deuren kapot, braken ruiten en zongen politiek incorrecte slogans. “Zo,” rapporteerde de OGPOE verontwaardigd, ”was het gedrag van de verbitterde vijanden van de Partij en de sovjetmacht.”
Pas na de verbanning van Trotski naar Turkije, talloze martelingen en liquidaties, en uiteindelijk de moord op Trotski in 1940 in Mexico gelukte het Stalin om de oppositie geheel uit te schakelen.
Lenin en Trotski in onderbroek
De Mitrokhin-archieven onthullen een nogal pikante gebeurtenis van vlak na de Russische Revolutie, in 1918. De Russische geheime dienst, de Tsjeka, was nog maar net opgericht als “schild en zwaard” van de revolutie. Maar de tegenpartij zat ook niet stil. Er woedde een burgeroorlog van “de roden” met “de witten”. Een groep Engelse en Franse diplomaten en spionnen beraamde toen in Moskou een staatsgreep tegen de bolsjewisten. De groep stond onder leiding van de Britse geheim agent Sidney Reilly die voor de opstand de beschikking had over 1.200.000 roebels. Daarmee zou onder andere een groep Letse soldaten worden omgekocht.
De archieven vertellen: “De plannen van Reilly voor de staatsgreep varieerden. Op een gegeven moment had hij zelfs het idee om een detachement Letse troepen onder zijn leiding het toneel van het Bolsjoj Theater te laten beklimmen tijdens het congres van de Sovjets en dat hij Lenin, Trotski en andere bolsjewistische leiders gevangen zou nemen en hen ter plekke zou doodschieten. Maar Reilly voelde zich ook aangetrokken tot een alternatief plan om Lenin en Trotski niet te executeren, maar in plaats daarvan hun broek uit te trekken, hen in hun onderbroek door de straten van Moskou te laten paraderen en aldus ‘hen voor de hele wereld belachelijk te maken’.”
Het plan van Reilly ging niet door. De Tsjeka had een infiltrant in zijn club en het complot werd tijdig opgerold. Waarvan, dankzij Mitrokhin, akte!
Noten:
1) Christopher Andrew is professor moderne geschiedenis aan de Universiteit van Cambridge in Engeland.
2) Het Mitrokhin-archief – Christopher Andrew en Vasili Mitrokhin; Bruna, Utrecht 2000.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Grenzeloos.