Op het einde van de rit zijn de vakbondsacties in gemeenschappelijk front tegen het besparingsoffensief van de rechtse regeringen uitgelopen op drie keer niks voor de gewone mensen. Vandaag staat het personeel van de openbare diensten alleen in hun strijd. Een gelegenheid om samen echte overwinningen te behalen, werd verkwanseld.
Het is echt niet nodig nog meer verdeeldheid te zaaien door op zoek te gaan naar zondebokken. De kern van het probleem is de vakbondsstrategie van steeds maar overleg te willen. Het is deze aanpak die de vakbeweging in een doodlopend straatje heeft gebracht.
Een kort overzicht van de zeven etappes sinds september 2014 toont dit goed aan:
Eerste etappe: Het gemeenschappelijk vakbondsfront mobiliseert massaal haar militanten voor een actieplan rond vier eisen. Minder dan zes maanden na de verkiezingen toont de arbeidersbeweging haar tanden. De manifestatie van november en de stakingsdagen worden een groot succes.
Tweede etappe: Op 17 december kondigen de vakbondsleidingen een wapenstilstand af tot begin januari 2015, «om het overleg een kans te geven». Binnen de Groep van Tien (met patronaat en vakbonden) wordt een mini-akkoord gesloten.
Derde etappe: de wapenstilstand wordt verlengd tot eind januari. De privé-sectoren mogen onderhandelen over minimale loonsverhogingen in 2016, de openbare diensten zijn zoals steeds de pineut en staan met lege handen. Het ACV en ACLVB aanvaarden dit akkoord, het ABVV verwerpt het. Het VBO heeft het over «het beste interprofessioneel akkoord in 20 jaar».
Vierde etappe: de regering houdt vast aan de indexsprong. ACV en ABVV kondigen een nieuw actieplan aan. De ACOD gaat over tot een actieplan in de openbare diensten.
Vijfde etappe: De groep van Tien komt tot een overeenkomst over de brugpensioenen: de verplichte beschikbaarheid van ouderen wordt wat afgezwakt, de maatregelen zouden ook niet met terugwerkende kracht van toepassing worden. Niet echt een alternatief voor wat de regering wil opleggen, maar de bonden eisen dat de regering het akkoord zonder wijzigingen aanvaardt.
Zesde etappe: De regering trekt zich geen zier aan van het advies van de bonden. Toekomstige vervroegd gepensioneerden moeten beschikbaar blijven voor de arbeidsmarkt en «geactiveerd» worden.
Zevende etappe: De succesvolle Grote Parade van Hart boven Hart en een reeks provinciale vakbondsbetogingen en -acties. In Brussel (30 maart) en Wallonië (1 april) krijgen ze, in gemeenschappelijk front, veel volk op straat. In Vlaanderen zijn de betogingen, dikwijls door het ABVV alleen georganiseerd, eerder symbolisch. Het ACV houdt het op heel wat plaatsen bij symbolische acties. In elk geval wordt er opnieuw een wapenstilstand afgekondigd: afspraak na pasen voor het «vervolg van het actieplan»… Nog iemand vijgen?
Welk vervolg? De leiding van het ACV legt zich de facto neer bij de al genomen maatregelen en bereidt de volgende ronde aanvallen voor – rond de fiscaliteit- en stelt dat er «andere actiemiddelen zijn dan stakingen». Marc Goblet intussen lijkt te kiezen voor een terugplooi op Wallonië en de Socialistische Gemeenschappelijke Actie (SGA) met de PS van Di Rupo.
Dat is geen actieplan meer maar een landing. Bovendien een landing in verdeelde slagorde: bij de CSC (het ACV in Franstalig België) zorgt de vermeende politieke recuperatie door de PS en de SGA voor wrevel, bij het ABVV zorgt de demobilisatie door het ACV voor boze reacties.
In feite verdeelden beide vakbondsleidingen, elk op hun manier, de achterban en verkwanselden ze de krachtsverhoudingen die door het actieplan werden opgebouwd. Zo laten ze de rechtse regeringen toe al hun plannen er met slechts zeer minimale aanpassingen door te drukken.
Om uit die impasse te raken is het hoog tijd dat de syndicale linkerzijde, van beide vakbonden, haar inspanningen coördoneert en een alternatieve strategie uitwerkt: een strijdbaar en democratisch syndicalisme, op basis van een antikapitalistisch programma, dat geen schrik heeft om de rechtse regeringen ten val te willen brengen. Een aanpak zoals bijvoorbeeld het ABVV van Charleroi al geruime tijd verdedigt.
Het schamele resultaat van de beweging tegen Michel I tot nu toe mag niet leiden tot ontmoediging en terugplooi. Het komt er in tegendeel op aan om te steunen op de balans van de acties tot nu toe en de gevechten die in verschillende sectoren nog aan de gang zijn, om een debat ten gronde af te dwingen over de strategie van onze vakbonden. Zulk debat kan uiteindelijk best beslecht worden op buitengewone vakbondscongressen, zoals er ook in het verleden al werden georganiseerd.
Het gaat hier niet over een debat «vakbondsbasis» tegen «vakbondsleiding», maar over een debat tussen de syndicale linkerzijde en rechterzijde. Het komt er op aan om zoveel mogelijk vakbondsmilitanten en -afgevaardigden bij deze discussie te betrekken doorheen interprofessionele militantenvergaderingen met beslissingsrecht, comitévergaderingen met ruime deelname van delegees, open vergaderingen op bedrijfsniveau en uitwisselingen in gemeenschappelijk front.
De weg die wij vandaag voorstellen, is niet de makkelijkste, maar we denken dat er geen echt alternatief is. De vakbeweging is in crisis, en de enige manier om uit deze crisis te raken is met de vakbondsmilitanten zelf.
Neen aan het besparingsbeleid, Michel I buiten!
Allemaal samen, ABVV en ACV, Vlamingen en Walen, Belgen en migranten!
Sociaal verzet en een antikapitalistisch alternatief!