Op 15 oktober zijn in heel Latijns-Amerika activisten bijeengekomen bij Mexicaanse ambassades om de terugkeer te eisen van de 43 studenten van de Landelijke lerarenopleiding Raúl Isidro Burgos in Ayotzinapa. De studenten, die meestal aangeduid worden als ‘normalistas’, werden ontvoerd door de politie en de georganiseerde misdaad van de Mexicaanse staat Guerrero vanwege hun politieke activisme. De verdwijning van de studenten is de zoveelste episode in de lange geschiedenis van het doen verdwijnen van degenen die kritisch zijn over Latijns-Amerikaanse regeringen tijdens de Koude Oorlog en de vuile oorlogen in Latijns-Amerika.
In Guatemala Stad hebben activisten van HIJOS Guatemala, een organisatie die onder meer campagne voert voor onderzoek naar de verdwijningen gedurende de 36 jaar van binnenlands gewapend conflict, een demonstratie gehouden bij de Mexicaanse ambassade. Foto’s van de verdwenen studenten werden opgehangen, en een spandoek met de tekst “De Woede en Verontwaardiging gaat over Grenzen” werd onder het Mexicaanse wapen gehangen.
“Dit is een historisch moment voor Latijns Amerika en het is belangrijk voor de mensen die getroffen werden door de Koude Oorlog en de vuile oorlog om solidariteit te betuigen met de Normalistas in Mexico,” verklaarde Paco, een lid van HIJOS uit Guatemala. “We zijn bezig de geschiedenis te herhalen. De conservatieve krachten sluiten bondgenootschappen met de maffia’s en de kartels. Ze gebruiken de verdwijningen om hun belangen te behartigen voor vrijmaking van de markt.”
Guatemalteken weten al te goed welke terreur en angst verdwijningen kunnen veroorzaken. Volgens de Uruguayaanse journalist en auteur Eduardo Galeano, was Guatemala het “eerste Latijns-Amerikaanse laboratorium waarin de vuile oorlog uitgevoerd werd.”. Gedurende het binnenlandse gewapende conflict zijn er 40.000 mensen verdwenen door de rechtse militaire dictatuur. Bijna 20 jaar na het einde van de oorlog, vragen families nog steeds om te weten wat er met hun geliefden is gebeurd.
Steun aan de Normalistas in Guerrero is uit heel Latijns Amerika gekomen, en uit de hele wereld. Vergelijkbare demonstraties werden onder andere gehouden in Argentinië, Chili en Brazilië, allemaal landen waar critici bedreigd werden met verdwijning gedurende de vuile oorlogen van da jaren 1960 tot 1990.
“Ze zijn levend meegenomen, we willen ze levend terug”
De studenten van de Raúl Isidro Burgos Rurale lerarenopleiding van Ayotzinapa zijn het laatst gezien op 26 september in Iguala, Guerrero, toen de provinciale politie en leden van de georganiseerde misdaad uit de westelijke staat hun bussen overvielen. Drie studenten werden ter plekke gedood, samen met drie omstanders van de aanval. Berichten vanaf de onheilsplek stellen dat de 43 mensen gedwongen werden uit de bussen te komen, en in politievoertuigen gezet werden. Sindsdien zijn de studenten niet meer teruggezien.
Snel na de aanval zijn de burgemeester van Iguala Albarca Velázquez, en de politiechef ondergedoken. Beide worden ervan beschuldigd de aanval op de studenten te hebben bevolen, en banden te hebben met de georganiseerde misdaad in Guerrero.
In de zoektocht naar de vermiste studenten, hebben zoekenden de gruwelijke vondst gedaan van meer dan 19 massagraven in de deelstaat Guerrero rond Iguala, een getuigenis van het wijdverspreide gebruik van verdwijningen in de drugsoorlog in Mexico. Tot dusver zijn in geen van de graven restanten gevonden van de vermiste studenten.
De Normalistas waren in Iguala om geld in te zamelen om bij te dragen aan hun reis naar Mexico Stad om deel te nemen aan demonstraties die daar georganiseerd worden door de studenten van de Nationale Autonome Universiteit en de Nationale Polytechnische School, om de verjaardag te herdenken van 2 oktober 1968. toen het leger een bloedbad aanrichtte onder demonstrerende studenten.
Leraren uit heel Mexico hebben zich bij de studenten geschaard om de Mexicaanse regering aan te klagen en de terugkeer van de vermiste studenten te eisen. De radicale lerarenbond van Oaxaca (Sectie 22) stemde begin oktober om de studenten te ondersteunen en met hen in staking te gaan. De coalitie heeft protestacties gehouden in heel Mexico met als eis: “Ze zijn levend meegenomen, we willen ze levend terug”.
Studenten van de Nationale Autonome Universiteit van Mexico hebben, in samenwerking met andere publieke en private universiteiten en studentenorganisaties, opgeroepen tot een landelijke staking om de terugkeer van hun collega-studenten te eisen.
Op 13 oktober zijn studenten en leraren die de terugkeer van de vermiste studenten in Guerrero eisten, in botsing gekomen met politie en werd het regeringsgebouw in brand gezet. De dag erna werden studenten in de naburige staat Michoacán gearresteerd op beschuldiging dat ze probeerden bussen te kapen om de protesterende studenten in Guerrero te steunen.
Sinds de verdwijning heeft de federale politie zo’n 50 mensen gearresteerd, waaronder 14 politie-agenten omdat ze kennelijk verbonden zouden zijn aan de aanval. Toch zal geen enkele inspanning van de Mexicaanse president Enrique Peña Nieto de verdenkingen van de activisten kunnen uitwissen dat hij gedeeltelijk verantwoordelijk is voor de verdwijningen.
Voor veel activisten in Mexico vertoont de verdwijning van de studenten uit Iguala griezelige overeenkomsten met het staatsgeweld dat eerder in de jaren van vuile oorlog in Guerrero uitgevoerd werd tegen guerrilla-leden en boeren die gearresteerd werden en verdwenen, zoals ook de dictaturen in Midden en Zuid-Amerika deden in de jaren 1970 en 1980. Op dezelfde manier als de verdwijningen tijdens de vuile oorlog, zijn de aanvallen op de studenten bedoeld om hun beweging de kop in te drukken en te intimideren. De studenten en leraren reageren onmiddellijk met het aanklagen van de onveiligheid en angst die veroorzaakt is door het neoliberale beleid van de Mexicaanse regering dat geleid heeft tot de nauwe banden tussen de misdaadkartels en de staat. Verder heeft Peña Nieto, zoals critici stellen, meer aandacht gehad voor het vervolmaken van de neoliberale hervormingen, dan voor het bestrijden van corruptie binnen de Mexicaanse staat, de corruptie die ervoor zorgt dat 43 studenten straffeloos kunnen verdwijnen.
De solidariteit uit Latijns Amerika is betekenisvol. Vandaag de dag beklijft de herinnering aan degenen die zonder spoor verdwenen zijn gedurende de vuile oorlogen nog steeds. het doen “verdwijnen” van dissidenten was de favoriete techniek die gebruikt werd om angst aan te jagen onder degenen die de rechtse dictaturen uitdaagden geurende de vuile oorlogen in Zuid Amerika. Operatie Condor was in Chili, Argentinië, Uruguay en Brazilië verantwoordelijk voor de verdwijning van tienduizenden linkse activisten en critici van de conservatieve regeringen die navolger waren van Milton Friedman’s blauwdruk voor neoliberale hervormingen. In veel gevallen kregen degenen die de verdwijningen uitvoerden onderricht van de CIA.
Galeano omschrijft de angst die veroorzaakt werd door de verdwijningen in zijn baanbrekende boek Dagen en Nachten van Liefde en Oorlog waarin hij zijn ervaringen beschrijft tijdens de ballingschap van de vuile oorlog in zijn vaderland Uruguay..
“De techniek van de ‘verdwijningen’: Er zijn geen gevangenen die opgeëist kunnen worden, of martelaars die beweend kunnen worden. De aarde verslindt de menden en de regering wast z’n handen,” schreef hij over de verdwijningen in Latijns Amerika.
De verdwijning van de studenten in Mexico volgt dezelfde formule: een staatsmacht die criminele of paramilitaire elementen gebruikt om de repressie uit te voeren. Dit is niet iets dat activisten in Latijns Amerika ontgaat: de herinnering aan de terreur is 20 of 30 jaar later nog levendig, net als de herinnering aan degenen die nooit terug werden gevonden.
Verder weerspiegelt het paramilitaire geweld – zoals dat door de kartels wordt uitgevoerd – het geweld van de neoliberale hervorming van de economieën van Brazilië, Chili en Argentinië, waar het staatsapparaat gebruikt werd om terreur te zaaien in de harten van de critici van de dictaturen.
Mexico zette zijn grote stap naar neoliberale hervormingen van de economie in de jaren 1980. Het ondertekenen van het North American Free Trade Agreement (NAFTA) in 1994 versnelde die hervormingen, en de openstelling van de economie en het uitverkopen van publieke instellingen.
Peña Nieto heeft de vervolmaking van de neoliberale agenda gecoördineerd door de privatisering van de olie-industrie, de “hervorming” van de telecommunicatie-industrie, het neerslaan van de leraren-vakbonden en de uiteindelijke hervorming van het Mexicaanse onderwijssysteem.
Het recente geweld is een terugkeer naar deze duistere periode in de Latijns-Amerikaanse geschiedenis. Met name omdat Mexico een neoliberaal ontwikkelingsbeleid volgt dat volgens activisten “de sociale structuur van het land verscheurt.”
In een interview van augustus 2014, verhaalde een onderwijzer die verbonden is aan Sectie 22 van de Lerarenbond in Oaxaca, een radicale vakbond die leidinggevend was in het het verzet van de leraren tegen de grondwetshervormingen van Peña Nieto, van zijn vrees dat Mexico “terugkeerde naar het tijdperk van staatsrepressie.” De verdwijning van de 43 studenten in Guerrero is die terugkeer.
Originele versie Copyright Truthout.org . vertaling door globalinfo.nl, foto Sapdiel Gómez Gutiérrez/flickr