Het emiraat Dubaï heeft ooit een postzegel uitgebracht ter ere van François Arouet de Voltaire (1694-1778). Het lijdt geen twijfel dat Dubaï een moslimstaat is en dat Voltaire geen moslim was. Hij was zelfs geen christen, maar een deïst. Je kan je dus afvragen waarom een moslimstaat een ongelovige eert die bovendien in 1736 een tragedie schreef met als titel Het Fanatisme of Mohamed.
Volgens sommige voltairiaanse exegeten is dit drama dat heel wat bijval kreeg en op het eerste gezicht, of toch tenminste voor de schijn, een regelrechte aanval is tegen de islam, een aanklacht, doorheen de figuur van de Profeet, tegen de intolerantie van de katholieke Kerk en de misdaden begaan in naam van Christus.
“Mijn stuk weerspiegelt, onder de naam Mohamed, de prior van de Jacobijnen die Jacques Clément de dolk aanreikt”, verklaarde Voltaire. De dominicaan Clément vermoordde in 1589 Hendrik III, dit met de goedkeuring van paus Sixtus Quintus, die de koning beschouwde als een vijand van het katholicisme sinds de moord op de hertog van Guise.
In 1748 preciseerde de “verpletteraar van de schande” in een artikel over de Koran, dat “Indien dit boek slecht is in ons tijdperk, het zeer goed was voor zijn tijgenoten en zijn religie nog beter. Men moet toegeven dat de Koran bijna heel Azië bevrijdde van de afgoderij.”
In zijn Essay over de zeden en de geest der naties (1756) drukte hij zich trouwens heel anders uit over de Profeet.
Volgens andere slechtgelovigen van vandaag zouden de monotheïstische godsdiensten een positieve invloed hebben uitgeoefend op de beschaving, vooral onder de lagere klassen die, aldus de denker Raymond Aron , behoefte hebben aan “iets waar ze niet bij kunnen. De samenlevingen hebben nood aan een spirituele macht, die de tijdelijke macht heiligt en tempert et de mensen er aan herinnert dat de hiërarchie van de bevoegdheden niets is in vergelijking met de hiërarchie van de verdienste”.
Wat er ook van zij, de vrome katholieken hebben onmiddellijk de teneur van Voltaires stuk begrepen. Het parlement van Parijs verbood de opvoering ervan. Later werd het veroordeeld door Napoleon Bonaparte. Vandaag beschouwt Tariq Ramadan een opvoering als te provocerend voor de Europese moslims.
Maar waarom, in Gods naam, heeft Dubaï die postzegel uitgebracht? In naam van een bedekte aanval tegen de christelijke intolerantie? Ik betwijfel het. Wat eens te meer aantoont dat de wegen van de Heer ondoorgrondelijk zijn.