Met dank aan Ida, Ashley en Gudrun.
Dit artikel begon als een reactie op de onlangs verschenen tekst Hoe strijden tegen alle vormen van onderdrukking van Erik Demeester (1). Ik ben het oneens met zijn analyse, tijd voor een gesprek. Die analyse is echter niet zo ongewoon in marxistische kringen, ik zie ze regelmatig bij verschillende mensen en organisaties. Daarom lijkt het me een goed idee er aandacht aan te besteden en vormt dit artikel ineens ook een meer algemene kritiek van dergelijke denkbeelden.
Het ontstaan van kruispuntdenken
Uit de tekst van Erik Demeester:
“Wegens de ondervertegenwoordiging van marxistische ideeën grijpen een heleboel van deze activisten naar de instrumentendoos van wat ‘identity politics’ heet. Centraal hierin staat het begrip ‘intersectionaliteit’. In het Nederlands heet dat ‘kruispuntdenken’. Het is een term uit de sociologie die is overgewaaid uit de Angelsaksische academische wereld.”
De frustratie met bepaalde postmoderne feministische denkkaders die Erik op een aantal plaatsen in zijn tekst aanhaalt begrijp ik volkomen. Maar kruispuntdenken heeft weinig te maken met de hedendaagse academische postmoderne mode – die langzaamaan over haar hoogtepunt aan het raken is.
Kruispuntdenken is gelukkig een erg bruikbare theorie en praktijk die nu eens niet bedacht is in de academische wereld. Een belangrijk moment in de ontwikkeling ervan wordt vaak gelegd bij de Combahee River Collective, een zwarte groep in de VS:
“The most general statement of our politics at the present time would be that we are actively committed to struggling against racial, sexual, heterosexual, and class oppression and see as our particular task the development of integrated analysis and practice based upon the fact that the major systems of oppression are interlocking.”
— A Black Feminist Statement From The Combahee River Collective (1977) (2)
We kunnen natuurlijk veel eerdere acties en analyses – zoals de historische speech van Sojourner Truth in 1851, Ain’t I a Woman? (3) – als kruispuntdenken gaan interpreteren achteraf, maar die discussie valt buiten deze tekst. Belangrijk is dat het statement van de Combahee River Collective niet alleen gaat over verschillende vormen van onderdrukking maar ook hoe die juist in elkaar grijpen en elkaar beïnvloeden. De term intersectionality zelf werd dan weer geclaimd door Kimberlé Crenshaw in 1989.(4)
Het is ook belangrijk om op te merken dat het hier in beide gevallen gaat om zwarte vrouwen, wiens invloed op de feministische beweging zowel verstrekkend en fundamenteel is, als zwaar onderschat wordt.
Kruispuntdenken op zich is dus helemaal niet van de postmoderne school. Hiermee vervalt een groot deel van de verdere kritieken in de tekst eigenlijk. Ik kan me voorstellen dat sommige academici – die vaak eerst aan hun carrière denken – kruispuntdenken voorstellen en gebruiken als iets postmoderns, maar dat is geen reden om het dan helemaal af te schrijven. Net als we ook marxisme niet afschrijven als enkelen het misbruiken.
Feminisme bevindt zich gelukkig zich niet alleen in universiteiten. De analyses van de jaren 1970 gaan ver vooraf aan het populair worden van postmodern feminisme en worden vandaag de dag gebruikt door een nieuwe groeiende generatie feministen en andere mensenrechtenactivisten.
Kruispuntdenken is een manier om verschillende strijden te combineren en inclusief te werken. Het helpt om te leren kijken en inzicht te verwerven in complexe processen in onze hedendaagse maatschappij. En het is eenvoudig genoeg om te kunnen uitleggen aan een breed publiek (5). Maar complex genoeg om te kunnen dienen om specifieke combinaties van onderdrukkingen in alle detail te kunnen uitwerken. Er is plaats voor alle vormen van onderdrukking en die worden ideaal gezien op gelijke voet behandeld. Geen oppression olympics waarbij we ruzie zouden moeten maken over welke vorm van onderdrukking nu de ergste is of de meest fundamentele.
Eén-systeem theorie
Ik citeer uit het stuk van Erik Demeester:
“Intersectionaliteit erkent wel klasse-onderdrukking, maar plaatst die op een gelijke voet als de andere vormen van onderdrukking. Hier ook is er vooral sprake van een ‘klasse-houding’ en niet van een klassenmaatschappij. Uit deze gedachtegang volgt de conclusie dat onderdrukking au fond het resultaat is van perceptie en individuele handelingen van de individuen die ons rechtstreeks onderdrukken.”
Het min of meer op gelijke voet plaatsen van alle vormen van onderdrukking is naar mijn mening net één van de grote voordelen van kruispuntdenken. Behalve dit verschil in visie is het citaat nogal karikaturaal omdat
(a) klasse wel degelijk en al heel lang als een vorm van onderdrukking wordt opgenomen binnen feminisme;
(b) dat het om een “klasse-houding” gaat is ronduit beledigend, alsof feministen maar wat “doen alsof”. Dit getuigt eigenlijk van weinig inzicht in en weinig respect voor feminisme;
(c) daaruit volgt helemaal niet dat kruispuntdenken dan een enge focus zou zijn op individuele handelingen – we gaan het verder nog hebben over typische beschuldigingen van individualisme en “identiteitspolitiek”.
De tekst van Erik Demeester is een goed voorbeeld van de klassieke één-systeemtheorie die veel marxisten aanhangen: er zijn misschien wel verschillende onderdrukkingen, maar die worden allemaal veroorzaakt door het kapitalisme. Om het simpel uit te drukken.
Stel dat we toch zouden proberen om alle vormen van onderdrukking in één systeem en één analyse te stoppen, dan is de vraag of kapitalisme wel het beste uitgangspunt daarvoor zou zijn. Zowel patriarchaat als white supremacy bestaan al veel langer en men kan vlot argumenteren dat deze duizenden jaren geleden al als blauwdruk hebben gediend voor andere vormen van onderdrukking, of een systeem van hiërarchie en dominantie hebben gestart waarin dan de andere onderdrukkingen een plek vonden. Goed, we kunnen alles beginnen verklaren in termen van “de geschiedenis van alle samenlevingen tot nu toe is de geschiedenis van de klassenstrijd” maar dat geldt net zo goed voor de andere visies.
Je zou kunnen zeggen “maar het is zo duidelijk dat de bewegingen, wetten etc van het hedendaags kapitalisme duidelijk zo belangrijk zijn vandaag”. En ik wil dat belang niet ontkennen maar het gaat hier duidelijk over ideologie. Met een andere bril, de white supremacy bril of de patriarchaat bril, zie je dan weer andere processen even duidelijk en even fundamenteel.
Wat is er nu “echt”? Kapitalisme of patriarchaat of white supremacy? Zijn het twee systemen of meerdere, of een synthese van deze allemaal? Het blijft gaan over theoretische denkkaders om een wereld te proberen begrijpen om die te veranderen. Ik vind het intellectueel interessant om te kijken hoe ver je één paradigma kan drijven, maar in de praktijk werkt het belemmerend als dat het enige perspectief blijft.
Erik Demeester schrijft verder:
“Wij denken dat om onderdrukking te begrijpen en succesvol te bestrijden, ‘klasse’ een sleutelbegrip is. Dit is niet zomaar een onderdrukkingsvorm als een andere. Het is de onderdrukking die alle andere vormen bepaalt en vormgeeft. De klassenmaatschappij waarin we leven, het kapitalisme, is de belangrijkste motor van de onderdrukking en sociale opdeling. De arbeidersklasse, de onderdrukte klasse bij uitstek is daarom ook de sociale groep die het meest belang heeft en ook de macht heeft om een einde te maken aan alle onderdrukkingen. De arbeidersklasse is immers niet alleen onderdrukt maar ook uitgebuit op de werkvloer door de kapitalisten.”
Ik ben akkoord dat klasse niet zomaar een onderdrukking is als een andere. Maar dat geldt ook voor racisme en seksisme. Waarom zou klasse dé ene onderdrukkingsvorm zijn die de andere vormgeeft, waarom is het niet omgekeerd? Ik besef dat dit bijna heiligschennis is binnen linkse kringen maar als men het verhaal net zo goed kan omkeren… De onderdrukking van vrouwen en people of colour bestaat al veel langer dan het kapitalisme. Mij kan het eigenlijk weinig schelen wat er eerst kwam maar als je toch op zoek bent, zijn er meer historisch correcte opties.
Het lijkt meer op een keuze: je kiest ervoor om op een bepaalde manier te kijken naar de maatschappij en wat dat oplevert. En dat levert veel op, marxisme heeft heel wat bereikt en interessante analyses opgeleverd maar toch komt het problematisch over. Omdat het hier niet gaat om pakweg een perspectiefwissel: een aantal jaar werken aan analyses uit dit perspectief, een aantal jaar aan analyses uit een “patriarchaat eerst” perspectief, kijken wat beide opleveren en of ze combineerbaar zijn… nee het lijkt te gaan om een permanente keuze: dit is de échte onderdrukking. De rest is secundair.
Maar om de arbeidersklasse nu de onderdrukte klasse bij uitstek te noemen… Waarom zijn bijvoorbeeld vrouwen niet de onderdrukte klasse bij uitstek? Miljarden vrouwen levend in al duizenden jaren patriarchaat? Of zwarte mensen? Die zijn blijkbaar niet bij uitstek de onderdrukte klasse. Waarom? En waarom moeten we kiezen wie “de ergste onderdrukte” is? Helpt dat, moeten we dat duidelijk maken zodat iedereen zijn plaats kent? Of hoe moeten we deze passage anders lezen?
En stel dat we het toch zo zouden bekijken, dat het kapitalistische systeem al die vormen van onderdrukking in zich geïntegreerd heeft. Ze zijn ervoor ontstaan, maar we kunnen wel argumenteren dat ze erin opgenomen zijn. Daaruit volgt nog niet, dat met de afschaffing van het kapitalisme aan alle vormen van onderdrukking een einde zou komen. Dat is ook een andere typische aanname van marxisten die andere vormen van onderdrukking reduceert tot louter een instrument van de kapitalisten. Hoe dan ook zorgt dit opnieuw voor een hiërarchie van onderdrukkingen wat in de praktijk problematisch is.
Juist daarom is kruispuntdenken zo nuttig, het kan werken met onderdrukkingen die zo verweven zijn, dat ze ons dagelijks leven en de omgang met elkaar bepalen en verpesten. Kruispuntdenken kan deze analyse verfijnen en het bewustzijn daarrond ontwikkelen.
Synthese
Stel dat we analyses zouden produceren over alle vormen van onderdrukking met een breedte en diepte vergelijkbaar met wat er al over marxisme en kapitalisme is geschreven en we zouden al die analyses ook nog eens proberen naast elkaar zetten en indien mogelijk een synthese maken.
Dat is eigenlijk een proces dat nu aan de gang is en fantastisch interessante analyses oplevert. Er al enorm veel geschreven over white supremacy en patriarchaat. Een aantal andere vormen van onderdrukking zijn nog niet zo goed uitgewerkt maar dat proces is wel bezig. Opnieuw is kruispuntdenken enorm nuttig omdat het helpt heel wat praktijkwerk en denkwerk te sturen en te organiseren.
Naast de ontwikkeling van kruispuntdenken zien we ook al heel lang verschillende pogingen om specifiek een synthese te maken van marxisme en feminisme. Het is in dat kader belangrijk om te begrijpen dat teksten zoals Bebels De vrouw en het socialisme of Engels De oorsprong van het gezin, van de particuliere eigendom en van de staat vandaag de dag voorbijgestreefd zijn. Dat is een positieve ontwikkeling. We moeten niet teruggrijpen naar werk van twee eeuwen geleden, we staan veel verder dan vroeger.
Historisch belangrijk is de inzichtelijke en humoristische tekst van Heidi Hartmann, The unhappy marriage of marxism and feminism: towards a more progressive union (1979):
“The ‘marriage’ of marxism and feminism has been like the marriage of husband and wife depicted in English common law : marxism and feminism are one, and that one is marxism. Recent attempts to integrate marxism and feminism are unsatisfactory to us as feminists because they subsume the feminist struggle into the ‘larger’ struggle against capital. To continue our simile further, either we need a healthier marriage or we need a divorce.” (6)
Spijtig genoeg is deze situatie vandaag de dag – veertig jaar later – nog steeds heel herkenbaar. Meer uitgewerkte en recente pogingen tot analyse en synthese zijn bijvoorbeeld Dangerous Liasons van Cinzia Arruzza en mijn favoriet, Toward a feminist theory of the state van Catharine A. MacKinnon (een doorbijter, maar bijzonder leerrijk). Ook bell hooks schrijft heel interessant over de combinatie van klasse, racisme en seksisme, bijvoorbeeld in Feminist Theory: From Margin To Center.
Het persoonlijke is politiek
Niemand zegt dat de feministische beweging perfect is of dat iedereen kruispuntdenken op dezelfde manier ziet. Maar ik weet wel hoe ik het in mijn activistische omgeving zie gebruikt worden. En dat is op een mooie gecombineerde persoonlijke en politieke manier. Feminisme is dan ook bij uitstek geschikt om beide te combineren en bijvoorbeeld het persoonlijke te politiseren. (6) De charge dat kruispuntdenken niet structureel zou zijn, lijkt me een beetje pick-and-choose. Zeker, je kan vast wel mensen vinden die kruispuntdenken eerder individualistisch gebruiken en dat vind ik ook storend. Maar om dat op een hele beweging toe te passen… dat lijkt me eerder een fundamenteel misbegrip over het persoonlijke en het politieke.
Het was de verdienste van de feministische beweging om een heleboel zogenaamd persoonlijke zaken – zoals bijvoorbeeld geweld binnenshuis en binnen relaties – grondig te analyseren en te politiseren, als een voortzetting van machtsrelaties buitenshuis bijvoorbeeld.
Het is al te modieus om bijvoorbeeld feminisme te veroordelen als te sterk bezig met het persoonlijke en dus problematisch. Wij vinden het omgekeerde: andere bewegingen ontbreken juist die noodzakelijke combinatie en zijn frustrerend individualistisch-ethisch (zoals sommige delen van de milieubeweging of inderdaad sommige liberaal-feministen) of enkel macro-politiek structureel. Deze laatste zijn vaak bijzonder onaangenaam vanwege de vele nooit onder de loep genomen agressies – zoals het machismo in veel linkse en anarchistische kringen. Vaak worden zaken vergeten of genegeerd die eigenlijk wel degelijk politiek zijn zoals racisme binnenin progressieve organisaties, geweld tegen vrouwen of de manier waarop trans personen worden behandeld.
Identiteitspolitiek?
“As these tensions intensify, it’s very important to clear something up: radical queerness and anti-racism are not forms of identity politics; and class struggle is not free from questions of identity. All forms of social life are already coded by class, race, gender and disability, so there are no forms of politics or struggle that exist outside these structures of social power. The claim that intersectional critiques distract from the ‘real struggle’ or are divisive is based on a fundamental misunderstanding of both intersectionality and socialism: the question is not whether the two can be integrated, but how.” – Sofa Gradin, Is there really a crisis on identity politics on the left? (7)
Een nogal irritante beschuldiging is die van identiteitspolitiek. Wat is dat nu weer. Als vrouw een identiteit is, dan is arbeider het ook. O nee zeg je, dat is politiek, dat is een klasse gedefinieerd door een relatie tussen onderdrukker en onderdrukte? Ja, vrouwen en people of colour ook. Zo zien velen dat toch, ik wil hier niet voor iedereen spreken. Verschillende minderheidsgroepen zeggen al decennialang dat dit een politieke analyse is, politieke begrippen, groepen die zich verenigen omdat ze onderdrukt worden… Met veel meer zijn tegenwoordig en meer aanwezig zijn en evolueren dan de arbeidersbeweging maar dat telt blijkbaar niet want oei dat is een “identiteit”. Yes it’s fucking political.
Of om het wat serieuzer uit te drukken: veel vrouwen organiseren bijvoorbeeld niet op basis van “wij zijn vrouwen dat is onze identiteit” – hoewel dat ook voorkomt – maar op basis van “wij zijn een groep mensen die aan de onderkant staan van het systeem van seksisme”. Yes.
Update
De dag nadat dit artikel verscheen, las ik een verslag van een meeting met de auteurs van het Combahee River Collective statement, 40 jaar later:
Yet, as Ransby articulated when addressing the present-day tension over identity politics, “We all come to movements with identities. So that’s real. But intersectionality in particular is about intersecting and interlocking systems of oppression.”
“It’s about understanding racial capitalism and its relationship to patriarchy. Those are systems. Individuals exist within those systems, but it’s certainly not a kind of essentialism notion that your body determines your politics.”
Gemengde ruimtes en ruimtes zonder onderdrukkers
Nog een citaat uit de tekst van Erik Demeester:
“Zo kennen we groepen die enkel maar zwarte of gekleurde moslims willen organiseren en toelaten. Anderen beperken zich tot lesbische vrouwen enzovoort. Dit leidt tot een veelvoud van ‘niet gemengde’ organisaties, die elk hun eigen onderdrukking of combinatie van onderdrukkingen gaan bekampen.”
Ten eerste, alleen al dat een aantal mensen zegt (al dan niet tijdelijke) niet-gemengde ruimtes nodig te hebben om zich goed te voelen zou voldoende reden moeten zijn om daar respect voor te hebben. Ten tweede geloof ik niets van het idee dat dit zogezegd de beweging zou verdelen. In tegendeel, volgens mij helpen niet-gemengde ruimtes juist om een beweging op te bouwen en eenheid in diversiteit te creëren. En welke beweging trouwens? Misschien verdelen de marxisten de vrouwenbeweging wel met hun pogingen om alles binnen partijkaders te houden. Marxistische organisaties zijn trouwens erg wit en mannelijk. Goed dat is niet officieel maar de beschuldiging vanuit een 99% witte groep van “dat is problematisch, bijeenkomsten van enkel zwarte mensen” is een beetje…
Laat ons kijken naar de praktijk. Wie is er het talrijkst, de klassiek marxistische organisaties of de feministische en antiracistische beweging? Ik ben niet van mening dat “de grootste wint” maar kijk eens rond. Met hoeveel zit je aan tafel in je organisatie? Niet zoveel he… wat ik spijtig vind want ik ben ook marxist maar we moeten hier wel serieus in zijn. Als de vrouwenbetoging tegen Trump een van de grootste massamobilisaties uit de geschiedenis is en als Black Lives Matter een belangrijke nieuwe speler is… ja wat is het probleem dan eigenlijk? Da’s toch fantastisch. Niks verdeeldheid. Diversiteit ja. En we steunen elkaars betogingen en acties. Mooi. Misschien krijgen we zo wel meer mensen op de been.
De organisaties die soms niet-gemengd bijeenkomen, staan sterker. Zowel de mensen erin als de organisatie. En die kracht is ook nodig om weer verdere samenwerkingsverbanden te kunnen organiseren. Die organisaties staan gewoon veel verder in de praktijk. De ruimte voor ontwikkeling ook van politieke inzichten is er. Dat is niet te ontkennen, dus is het positief voor de beweging. Laat staan dat het soms nodig is voor de mensen zelf. Of zoals Malcolm X zegt:
“There can be no black-white unity until there is first some black unity. There can be no workers’ solidarity until there is first some racial solidarity. We cannot think of uniting with others, until after we have first united among ourselves. We cannot think of being acceptable to others until we have first proven acceptable to ourselves.” – Malcolm X
Het lijkt soms tegenstrijdig en maar dat is het niet. De onderdrukking van bijvoorbeeld lesbische vrouwen of moslims (om de voorbeelden uit het citaat aan te halen) is heel zwaar en af en toe heb je behoefte aan wat rust of wat discussie op niveau. Wij zijn niet alleen een verzetsbeweging, wij zijn ook mensen en die menselijke factor is belangrijk. Kapotgemaakte, depressieve mensen hebben recht op zelfzorg ten eerste. Ik kan alleen maar zeggen dat de linkerzijde dit zwaar onderschat. Ofwel is het seksisme en racisme ofwel een theoretische denkfout. Ja, alle mensen in België behalve die paar kapitalisten worden onderdrukt, we hebben het allemaal zwaar. Maar sommige mensen maken nog meer onderdrukking mee en die dagdagelijkse opeenstapeling is loodzwaar en onontkenbaar. Daar moet op één of andere manier mee omgegaan worden.
In gemengde ruimtes waarin bijvoorbeeld vrouwen een redenering proberen opbouwen worden die al te vaak onderbroken door mannen die – eerlijk is eerlijk – op agressieve manier een simplistische analyse doorduwen waardoor er simpelweg geen plaats is voor het bespreken en kaderen van bepaalde ervaringen en uitwerken van diepere analyses. En dat is één van de vele redenen waarom er soms bijeenkomsten zijn enkel voor vrouwen of enkel voor people of colour en dergelijke. Het is dat seksisme en racisme binnenin de linkse beweging waarop we botsen.
En je kan wel uit principe links zijn, na jaren en jaren en jaren dezelfde discussies die nooit veranderen en waarbij de linkerzijde niet echt lijkt aan te passen, zijn veel mensen zo moe dat ze weggaan. De feministische groep waar ik inzit, draait tien keer vlotter nu we een groep zijn waar cismannen (8) niet welkom zijn (dus wel vrouwen en trans personen). In leesgroepen zonder cismannen kunnen we uitgebreider analyseren. In leesgroepen met cismannen blijven we meestal steken op een heel basis niveau (“maar jullie haten toch geen mannen”).
Is dat een ideale realiteit? Ideaal konden we gewoon binnenwandelen in linkse ruimtes zonder problemen. Het kan, ik heb het al meegemaakt, maar het is zeldzaam. Of het is fake, dat zie je ook. Sommige linkse partijen – om geen namen te noemen – ruiken de overwinning en doen sinds enkele jaren alsof ze geïnteresseerd zijn in feminisme en antiracisme. Dat is zo mogelijk nog erger.
Om misverstanden te vermijden: ik ben voor niet-gemengde ruimtes georganiseerd door onderdrukte groepen, niet door onderdrukkers. Een afrofeministisch collectief dat bijeenkomt zonder witte mensen, een feministisch collectief dat bijeenkomt zonder cisgender mannen. Ik ben tegen niet-gemengde ruimtes van onderdrukkers, zoals white-people organisaties of clubs waar vrouwen niet welkom zijn of feministische organisaties waar trans personen niet welkom zijn.
Wat is het echte probleem?
Naar mijn ervaring – en ik hoor dezelfde ervaringen bij heel wat andere vrouwen en people of colour – is het probleem eerder omgekeerd. Het is niet zo wij geen klassenanalyse maken, het is dat wij onvoldoende welkom zijn in klassiek linkse organisaties. Nochtans zijn wij links! En vrouwen, lesbiennes, trans personen, people of colour zijn ook bovengemiddeld arm. Wij weten prima hoe dat kapitalisme werkt want we krijgen elke dag de hamer daarvan op ons gezicht.
Maar onze analyses zijn eigenlijk niet welkom. Het voelt al te vaak alsof witte mannelijke marxisten vanuit een superieure machtspositie oordelen wat wel en niet “echt marxisme” is en bijdragen vanuit andere hoeken afwijzen. Bijdragen die vaak juist een correctie zijn van al te mannelijke witte visies. Toegegeven, de feministische beweging is evenmin perfect als de linkse beweging. Als linkse feministe heb je het gevoel dat je overal veel werk hebt: de feministische beweging links houden en de linkse beweging minder seksistisch maken.
Maar dat is geen excuus voor de linkerzijde. Die kan zichzelf misschien voor de gek houden maar de realiteit is dat wij ons niet welkom voelen. Als je racisme of seksisme naar achter schuift of enkel maar verklaart vanuit klasse en “verdeeldheid zaaien” dan krijg je dus de huidige toestand; een steeds minder relevante, witte mannelijke linkerzijde. You better start swimmin’ or you’ll sink like a stone. En ik zeg dit met veel sympathie, ik ben zelf marxist. Maar het is echt niet om uit te houden die analyses die onze ervaringen ontkennen en onze denkkaders belachelijk maken. De echt interessante intellectuele ontwikkelingen en praktijken vandaag de dag komen niet van klassiek links…
Wie sluit zich aan bij wie?
Gezien ik al bijna twintig jaar in de linkse beweging zit en mezelf als deel daarvan beschouw, hier nog een fundamenteel punt van kritiek en zelfkritiek. Heel wat mensen, vooral witte mannen, vragen zich af waarom er zo weinig vrouwen en people of colour lid zijn van de linkse organisaties en partijtjes.
Maar dat gaat er al te vaak van uit dat die linkse groepen toch weer “het echte werk zijn” en de mensen die geen lid zijn, nog overtuigd moeten worden omdat ze het niet begrepen hebben. Dat kan. Maar er zijn nog mogelijke redenen: het kan zijn dat ze het wél begrepen hebben maar toch kiezen vooral in een ander deel van de beweging actief te zijn. Of mensen voelen zich afgeschrikt door het wel degelijk aanwezige racisme en seksisme in de linkse beweging bijvoorbeeld. Of door het weinig serieus nemen van de theoretische bijdragen en ontwikkelingen van vrouwen en people of colour.
Het komt ondoenbaar paternalistisch over als een witte persoon over Black Lives Matter vanuit België schrijft dat zij waarschijnlijk onvoldoende kennis hebben van marxisme en dan maar teruggrijpen naar “identity politics”. Met zo’n opmerkingen win je geen bondgenoten en verdien je ze eerlijk gezegd ook niet. Wie moet er hier bijleren?
Bovendien, zeer weinig wordt de omgekeerde vraag gesteld: waarom zijn er zo weinig mannen of witte personen die zich aansluiten als bondgenoten bij andere strijden, waarom steunen bvb mannen de feministische beweging niet in plaats van die voortdurend te proberen aanvallen met jammerlijk dogmatisch marxistisch discours. Misschien vormt feminisme wel de basis voor een nieuw globaal gedragen maatschappelijk alternatief. (9) Ze bewijzen in ieder geval dat het kan: feministen steunen voortdurend andere strijden.
O het gebeurt wel, zeker, voor we hier een “not all men” discussie krijgen. Maar het gebeurt opvallend weinig en dat is iets om over na te denken. Het hiërarchisch denken belemmert werkelijke bondgenootschappen en dat is niet alleen droevig maar ook vernietigend voor onze toekomst. Ik ben gepassioneerd links maar die onwil om aan te passen of andere vormen van onderdrukking als even belangrijk te zien, belemmert vooruitgang.
Ik zie linkse mannen zich meestal beperken tot één, hooguit twee bronnen als het gaat over feminisme. We moeten de situatie eens omkeren: ik lees twee bronnen en schrijf iets over pakweg de Russische revolutie. Niemand zou dat serieus nemen, en terecht. Maar als mannen schrijven over bijvoorbeeld feminisme is dat wel de norm. Als outsider is dat misschien moeilijk te volgen, langs de andere kant is het meeste feminisme best toegankelijk. Je moet wel willen natuurlijk. In België zijn er misschien drie of vier boeken over feminisme verschenen de afgelopen vijf jaar? En er zijn maar twee actieve feministische blogs denk ik (10), dus hoe moeilijk kan het zijn om af en toe eens een kijkje te nemen.
Het probleem lijkt me twee aspecten te hebben: het eigen seksisme en racisme dat onvoldoende onder de loep wordt genomen, en een theoretische afwijzing van bepaalde nieuwe ontwikkelingen die nochtans perfect compatibel zijn met een niet-dogmatisch marxisme. Maar het wordt wel hoog tijd voor de linkerzijde om te evolueren.
Bronnen
1) Erik Demeester, 2017. Hoe strijden tegen alle vormen van onderdrukking. Vonk. https://vonk.org/theorie/hoe-strijden-tegen-alle-vormen-van-onderdrukking.html
2) Combahee River Collective, 1977. The Combahee River Collective Statement. http://circuitous.org/scraps/combahee.html
3) Sojourner Truth, 1851. Ain’t I A Woman?. Women’s Convention, Akron, Ohio . https://sourcebooks.fordham.edu/mod/sojtruth-woman.asp
4) Kathy Davis, 2009. Intersectionality as buzzword: A sociology of science perspective on what makes a feminist theory successful. Feminist theory 9 (1), 67-85.
5) Tikara, 2009. Kruispuntdenken – intersectionaliteit. De Tweede Sekse blog. https://tweedesekse.wordpress.com/2009/04/16/kruispuntdenken-intersectionaliteit/
6) Evie Embrechts, 2016. Feminisme – een nieuw begin. Hoofdstuk 12: Het persoonlijke is politiek. https://www.feminismenieuwbegin.be/
7) Heidi Hartmann, 1979. The unhappy marriage of marxism and feminism. https://web.ics.purdue.edu/~hoganr/SOC%20602/Hartmann_1979.pdf
8) Sofa Gradin, 2017. Is there really a crisis on identity politixs on the left? https://www.opendemocracy.net/transformation/sofa-gradin/is-there-really-crisis-around-identity-politics-on-left
9) De simpele uitleg: als je niet weet of je cis bent, dan ben je het. Meer uitleg: Tikara, 2013. Transgender en cisgender. De Tweede Sekse blog. https://tweedesekse.wordpress.com/2013/08/15/transgender-en-cisgender/ ; Evie Embrechts, 2016. Feminisme – een nieuw begin. Hoofdstuk 10: Transgender bevrijding.
10) Zie o.a. de recente teksten van Ida Dequeecker, http://fakra.be/ons-manifest/
11) Je vindt bijdragen van heel wat verschillende schrijfsters op de tweede sekse blog, de eerste Nederlandstalige feministische blog, die is links + radicaal + transinclusief. https://tweedesekse.wordpress.com/ Er is nog een blog van de vrouwenraad maar die is super rechts, met bijvoorbeeld een tekst van Bart De Wever op – die tel ik dus niet mee. In Nederland heb je de zesde clan. https://dezesdeclan.wordpress.com/ . Meer rond de intersectie (marxistisch) links + feminisme vind je op Fakra, http://fakra.be/.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op De Tweede Sekse.