Wanneer in de klassenstrijd het conflict een bepaald niveau bereikt, is er geen compromis meer mogelijk. Er komt een krachtmeting op gang die elke terugkeer naar het vertrekpunt onmogelijk maakt. Uiteindelijk moet er een winnaar en een verliezer uit de bus komen.
Zij kozen voor de krachtmeting
Een paar uren voor de 24-urenstaking van 15 december zou beginnen, was er geen twijfel meer mogelijk: de regering Michel-De Wever en de ondernemers hebben voor de krachtproef gekozen. Ze willen op niets toegeven – ook niet op de peanuts waarmee de vakbondsleiders zich tevreden zouden kunnen stellen. Zij spreken integendeel dreigende taal.
Nu hij de stap kon zetten van de “theorieën” die hij in zijn uiterst rechtse kringetje besprak naar de top van de staat, beschouwt Jan Jambon zich als minister van politie. Hij verklaarde dat hij “uur na uur zal nagaan of de staking wel evenredig is en hij zonodig de politie zal laten tussen komen”. Dat een minister van binnenlandse zaken zich het recht voorbehoudt om te oordelen of stakingen al dan niet “onevenredig” zijn, net zoals hij denkt te mogen beslissen wanneer de politie moet ingrijpen, is onaanvaardbaar. In dit land valt de ordebewaring onder de bevoegdheid van de burgemeester, niet van de regering.
De NVA is niet de enige kracht die zich roert. Denis Ducarme (MR) wil een wet die in geval van staking de “rechten” van de werkwilligen garandeert. De stakingsposten mogen de toegang tot het bedrijf op geen enkele wijze bemoeilijken, en zeker niet de industriële zones blokkeren. Volgens de voorzitter van de Kamerfractie van de MR is zo’n wet in de maak.
Het stakingsrecht wordt bedreigd
De bazen zullen zo’n wet natuurlijk heel nuttig vinden: zo kunnen ze nog meer druk uitoefenen op de interimarbeiders en andere mensen die in een precair statuut werken om zich als stakingbrekers te gedragen. Het geeft hun daarbij de mogelijkheid om stakingbrekers aan te werven, zoals dat gebeurde in de 19de eeuw.
De dreigementen van Jambon, Ducarme en co. komen niet uit de lucht gevallen: het zijn de patroonsorganisaties die de toon zetten. Pieter Timmermans, gedelegeerd bestuurder van het VBO verklaarde aan de pers: “Alle patroonsorganisaties hebben een brief aan de burgemeesters en de Minister van Binnenlandse zaken verstuurd, waarin we hen zeiden: “U hebt een verantwoordelijkheid, wij rekenen op u om alle rechten te doen respecteren: het stakingsrecht maar evenzeer de rechten van diegenen die willen werken.”
In de praktijk zou het “recht op arbeid” van deze heren ons bijna honderd jaar terug in de tijd brengen. Het was inderdaad in 1921 dat artikel 310 van het Strafwetboek werd afgeschaft, het artikel dat “bijeenkomsten van arbeiders nabij en in de omgeving van fabrieken die afbreuk deden aan het recht om te werken” verbood.
Gebruik makend van het artikel 310 werden diverse keren in de sociale geschiedenis arbeiders gevangen gezet en het leger ingezet tegen stakers, waarbij talrijke doden vielen, zoals in 1886. We zijn gelukkig nog niet zover… maar wie denkt dat die periode voorgoed achter de rug is, moet zich afvragen waarom de regeringsverklaring het heeft over het inzetten van militairen in de straten (zonder daarbij te preciseren waarom).
De verleiding van de Sterke Staat
We moeten de realiteit onder ogen zien. De inzet van de strijd die begon met de betoging van 6 november is groter geworden, de beweging heeft een meer politiek karakter aangenomen. Vandaag gaat het er niet alleen om de weg te blokkeren voor de wrede en onrechtvaardige soberheidsmaatregelen die de regering voorziet. Het gaat er om elk streven naar een sterke staat in de kiem te smoren. Een staat waarin de vakbonden mogen voortbestaan zolang zij ten dienste staan van de neoliberale politiek, maar worden uitgeschakeld of onderdrukt wanneer zij de belangen van de werkende bevolking verdedigen.
Het patronaat heeft de vakbonden decennialang gebonden aan een politiek van overleg, in de hoop op een dag een ander liedje te kunnen zingen, om radicaal tot de aanval te kunnen overgaan tegen het gewicht en de kracht van de vakbonden. De regering Michel-De Wever geeft de bazen nu de kans om dit plan te verwezenlijken, een plan absoluut nodig is om nog meer radicale aanvallen uit te voeren in de toekomst op de kroon van de arbeidersbeweging: de sociale zekerheid.
We moeten gaan om te winnen!
De vakbeweging mag dus niet in een kringetje blijven draaien. Er is maar een enkele aanvaardbare optie: de overwinning. Is zij mogelijk? Ja, zoals de afgelopen weken hebben aangetoond. Zij tonen de formidabele potentiële kracht van de werkende klasse. Zij tonen dat zowel het ideologische klimaat als de krachtsverhoudingen zeer snel kunnen veranderen als de werkende klasse zich bewust worden van haar eigen kracht.
Om te overwinnen moeten we deze kracht, waarvan we nog maar een klein stukje hebben gezien, durven mobiliseren en gebruiken. Hiervoor is er een actieplan nodig dat ook na 15 december verder wordt opgebouwd en verdiept. In gemeenschappelijk front, zoals ook het nationaal congres van de Algemene Centrale van het ABVV eiste. Hiervoor is er nog meer sensibilisering en democratische betrokkenheid van de massa van de vakbondsleden nodig. Hiervoor zijn ook twee bijkomende, eenmakende eisen in het platform van het gemeenschappelijk front nodig: het intrekken van de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd tot 67 jaar en de afschaffing van de werkloosheidmaatregelen van de regering Di Rupo.
De ACOD heeft een stakingsaanzegging voor onbeperkte duur ingediend vanaf 16 december. De LBC, de ACOD-LRB Brussel en de MWB (Waalse en Brusselse metaalcentrale van het ABVV) roepen op om de Europese top van 19-20 december te blokkeren. Vanaf nu tot aan de vakantie kunnen dit soort initiatieven – net als werkonderbrekingen in bedrijven of sectoren – verder druk blijven uitoefenen. Zo kunnen er meer gunstige voorwaarden geschapen worden om, allemaal samen, het gevecht begin januari te hervatten.
De politieke strijd aandurven
Het gevaar is groot dat de regering zal trachten snel na de staking van 15 december haar maatregelen in het parlement door te drukken. In dat geval zullen we, om te overwinnen, het terugtrekken van alle maatregelen moeten eisen. De vakbonden hebben dat bijna nog nooit gedaan in België, want dat zou betekenen dat men de wet van de straat stelt tegenover de Wetstraat. Met andere woorden, dat men de legitimiteit van wie democratisch werd verkozen, gaat betwisten en dus ook de val van de regering zal versnellen.
Om te winnen moeten we bereid zijn te stellen dat dit protest gerechtvaardigd is en de val van de regering noodzakelijk is, niet alleen om sociale maar ook omwille van democratische redenen.
Het protest is in de eerste plaats gerechtvaardigd omdat Michel-De Wever beslissingen doorvoeren die nergens in de programma’s van de coalitiepartijen waren vermeld (bijvoorbeeld de verhoging van de pensioenleeftijd tot 67 jaar). Het is ten tweede ook gerechtvaardigd omdat het gaat om de eisen die geformuleerd zijn door vakbonden die in totaal 3,5 miljoen leden tellen en die in de acties gedragen worden door vele tienduizenden militanten. Dit heeft meer legitimiteit dan een regeringsverklaring die in het geheim werd bekokstoofd door de vertegenwoordigers van vier partijen die samen ongeveer 200.000 leden tellen.
Zij is tenslotte ook gerechtvaardigd omdat deze regering zichzelf ziet als een regering die een sociale minderheid beschermt en er deel van uitmaakt, tegen een sociale meerderheid die door haar wordt misprezen, en waarvan zij de sociale problemen gewoon ontkent. Zo staat er zwart op wit in de regeringsverklaring: “Ondernemers zijn mensen die risico’s durven nemen. Wie onderneemt, schept een meerwaarde voor zichzelf en voor de anderen (sic!), de basis van voorspoed en welzijn. Daarom verdienen zij respect en waardering.”
In geen enkele andere passage van deze tekst spreekt men over het “respect” en de “waardering” voor al diegenen die door hun arbeid de rijkdom scheppen, die de noodzakelijke diensten verlenen en de zorgtaken uitvoeren voor mensen die het nodig hebben. Dit citaat is dus tegengesteld aan het principe van gelijke rechten voor alle burgers wat ook hun sociale positie is. Dat is onaanvaardbaar.
Deze regering moet weg!
Van bij het begin hebben we gesteld dat we deze regering van de bazen moeten verjagen. Dat is de enige manier om de vier eisen van het gemeenschappelijk vakbondsfront af te dwingen en alle besparingsmaatregelen terug te draaien. Dat is dan ook vanaf nu de enige manier om het antidemocratisch offensief dat het stakingsrecht en dus ook alle andere democratische rechten bedreigt, te breken.
We kunnen om geen enkele reden terugkrabbelen. Want, indien we zouden verslagen worden, zullen de heren Jambon, Ducarme, De Wever, Timmermans en de hele kliek wraak nemen voor de schrik die ze hebben gevoeld door het actieplan. Ze zullen zich wreken door onze organisaties aan te vallen om ze te verzwakken en om onze rechten in te perken.
Het verjagen van deze regering garandeert natuurlijk niet dat er een andere politiek komt, die beter is voor de wereld van de arbeid. Maar het zal toch een overwinning zijn die door strijd werd afgedwongen. En dus een waarschuwing voor alle toekomstige regeringen (vooral voor de PS indien zij opnieuw aan de macht komt om haar neoliberale politiek verder te zetten!). Voor de werkende bevolking zal het een aanmoediging zijn om met hun eigen organisaties een antikapitalistisch noodplan uit te werken. Een dergelijk plan is het enig mogelijke alternatief voor de sociale en ecologische afbraakpolitiek. Het ABVV van Charleroi heeft hier een belangrijk voorbeeld gegeven met haar 10 antikapitalistische doelstellingen en haar 8 vragen rond een politiek alternatief. Laat ons deze bres verbreden !
Neen aan de Sterke Staat! We gaan door, we plooien niet!