Karel Van Eetvelt laat geen kans schieten om te zeggen dat er bij de rijken en bedrijven niets te halen valt. Luxgate liet die eerste leugen smelten als sneeuw voor de Luxemburgse zon. En diezelfde dag kwamen we ook te weten dat onze Belgische bedrijven op een cash reserve zitten van 240 miljard euro. Daar valt dus ook wel wat te rapen.
Bij beiden valt dus eigenlijk zoveel te rapen dat niemand ook maar één cent zou moeten inleveren, straffer nog, er zouden er nog velen geholpen kunnen worden ook. Maar wat moeten we met de onmensen van Luxgate?
Vragen stellen natuurlijk
En daar moet maar één ding voor gebeuren, onze regering kan, samen met de oppositie, die 37 belastingontduikers op het matje roepen en vragen om alsnog hun maatschappelijke plicht te vervullen. Daarvoor hoeft niemand te wachten op Kaaimantaxen of wat dan ook. Vragen staat vrij, allez toch nog even, al betwijfel ik of de regering dat ook zal doen.
Maar misschien moet de oppositie starten met een symbooldossier. Meneer van Eetvelt is immers sinds 2013 bestuurder bij de vennootschap Matexi. Die betaalde op een winst van 42.000.000 euro onwaarschijnlijk veel belastingen: vijf procent.
Hieronder twee afbeeldingen om dat te bewijzen
Karel Van Eetvelt – Bestuurder
Niet moeilijk dus dat hij ligt te roepen dat er niets te halen valt. Meneer zit lustig te graaien in de vetpot en stimuleert zelf de fiscale hangmatcultuur. De oppositie zou ineens kunnen vragen aan Meneer Van Eetvelt hoeveel extra jobs al die belastingtruukjes hebben opgeleverd.
En als men dan toch bezig is zou men nog een vraag kunnen stellen. “Meneer Van Eetvelt, wat is het doel van jullie zetel in Luxemburg?” Kijk, ook daar volstaat een afbeelding om dat te bewijzen.
Niemand is schuldig tot zijn schuld bewezen is, en ik zou dat bij deze ook willen vragen. Maar de vijf procent valt niet te ontkennen en maakt van Meneer Van Eetvelt alvast geen betrouwbare gesprekspartner binnen het sociaal overleg.
En stel nu dat de vennootschap Matexi haar Luxemburgse zetel zou gebruiken om belastingen te ontduiken dan moet, binnen het sociaal overleg, de vraag toch worden gesteld: “Weg met Van Eetvelt?”
Dit artikel verscheen eerder op de blog van Sven Naessens