Volgens de VDAB (1) waren er eind februari in Vlaanderen 236.168 officiële werklozen. Vergeleken met een jaar geleden, zijn dat er 20.991 meer, of een stijging met bijna 10%. In Wallonië waren er eind februari 200.501 werklozen (een stijging met bijna 2% of 4.142 eenheden) (2). De Waalse werkloosheid mag dan wel trager stijgen dan die in Vlaanderen, de werkloosheidsgraad is er wel dubbel zo hoog. In Brussel bedraagt de stijging dan weer 0,3% of 3.289 meer tegenover februari 2013 (3). In totaal zijn 111.182 Brusselaars werkloos, waarbij vooral jongeren en mensen van niet-Belgische origine getroffen worden. In Vlaanderen zijn vooral vrouwen (+10,1%), hoger- (+14,8%) en midden geschoolden (+14,1%) het slachtoffer.
Dienstensector
Tot voor kort bleven deze laatste personeelsgroepen eerder gespaard door de crisis. Nu stijgt de werkloosheid bij deze groepen sneller dan gemiddeld. De voornaamste reden voor deze stijging zijn de bezuinigingen in de dienstensector. De overheid vervangt haar medewerkers die op pensioen gaan steeds minder. De banken slanken hun personeelsbestand steeds verder af. De bezuinigingen leiden ook tot een toenemende informatisering van veel administratieve taken, waardoor er steeds minder jobs overblijven. Door deze gevolgen van crisis en soberheidspolitiek ontvangen dus vooral vrouwen en hooggeschoolden de grootste klappen.
Schrale troost
Toch schrijft diezelfde VDAB dat “de economie duidelijk aan de beterhand is”. Want – naar het schijnt – zijn er momenteel in Vlaanderen en Brussel 36.780 openstaande vacatures (4).
De (in heel België) meer dan 25.000 nieuwe werklozen zal het echter een schrale troost zijn.
Immers… “vooral (slecht betaalde) schoonmakers liggen goed in de markt”, naast onzekere jobs via uitzendbedrijven. Alleen wie beschikt over technische diploma’s (ingenieurs, elektromechanica, IT), of wie letterlijk bereid is zijn of haar leven op het spel te zetten in het toenemende aantal buitenlandse missies van het leger, maakt nog enigszins kans om aan de bak te komen.
De gesel van de werkloosheid treft werknemers dan ook niet alleen rechtstreeks in hun inkomen en maatschappelijke zekerheid. Zij zorgt ook voor een neerwaartse verschuiving in de kwaliteit van de arbeid.
Sluitingen
Let wel: in deze cijfers is de “verdoken werkloosheid” van leefloners en andere categorieën niet eens inbegrepen! Ook recente sluitingen van bedrijven als bijvoorbeeld Heinz te Turnhout en Henrat te Herentals werden er nog niet in verrekend. Deze bijkomende golf aan sluitingen en afdankingen kan volgens analisten ook nog een hele tijd aanhouden. Vele bedrijven keken de afgelopen jaren blijkbaar de kat uit de boom, in afwachting van een verhoopte heropleving, die hen nieuwe afzetmogelijkheden zou kunnen opleveren.
Heropleving?
Helaas, de onvoorspelbaarheid van de kapitalistische markt gooit daarbij roet in het eten. De heropleving liet langer dan sommigen gehoopt hadden op zich wachten, waardoor bestellingen uitblijven en het behoud van jobs steeds onzekerder wordt. De nieuwe golf aan ontslagen zorgt dan weer voor dalende consumptie, wat de afzetmogelijkheden ook weer niet bevordert, zodat… de kiemende heropleving alweer gesmoord dreigt te worden, nog voor ze goed en wel van start kan gaan.
Scheikunde
Nog meer verontrustend zijn de geluiden die opklinken vanuit de scheikundige nijverheid. Daar wordt gewezen op de nadelige positie van de Europese chemiebedrijven inzake energie- en grondstoffenkosten. Zo zouden bijvoorbeeld de gasprijzen in de VS tot twee derde lager liggen dan in Europa.Bovendien werden in de VS, het Midden-Oosten en in China – in tegenstelling tot Europa – onlangs investeringen opgestart, die deze bedrijven een groot concurrentievoordeel zouden kunnen opleveren.
In een open brief aan de Europese Commissie schrijft ene Jim Radcliff (CEO van chemiegroep Ineos) dat “de Europese chemiesector (zonder bijsturing van het beleid) zal uitdoven zoals de textielsector in de jaren ‘80”! (5)
Competitief?
Algemeen erkennen de managers van Belgische chemiebedrijven (die vooral in Antwerpen geconcentreerd zijn) wel dat zij kunnen genieten van twee voordelen, met name de concentratie (“clustervorming”) van de bedrijven en de centrale ligging ervan. Maar “die voordelen kunnen de nadelige positie voor energie- en grondstoffenkosten niet tegengaan”. Aldus Hans Casier, Belgisch directielid bij Ineos, die er – verwijzend naar het sociaal conflict bij Lanxess te Zwijndrecht – dreigend aan toevoegt dat “de Belgische vakbonden het grote verhaal niet zien. Als het hoofdkantoor van een multinationale groep als Lanxess moet beslissen over investeringen, zal het sociaal klimaat ook een van de criteria zijn”. (6)
Onrust
Deze alarmkreten staan overigens in schril contrast met de bedrijfsresultaten in de scheikundige sector. Zo maakte bijvoorbeeld chemiebedrijf Omnichem te Wetteren het voorbije jaar een nettowinst van 280 miljoen euro! Lanxess Rubber te Zwijndrecht verwezenlijkte het voorbije jaar dan weer een capaciteitsstijging met 15%, terwijl het personeelsbestand met 1/5de verminderd werd. Geen wonder dan ook dat de sociale onrust in deze sector hand over hand toeneemt, met stakingen bij Agfa Gevaert, Lanxess Rubber en Omnichem (7) tot gevolg. Ook in de metaalsector – bijvoorbeeld met een spontane staking bij ArcelorMittal te Gent onlangs (8) – stijgt de sociale temperatuur.
Arbeidsomstandigheden
De massawerkloosheid en de angst ervoor weegt negatief op de arbeidsomstandigheden. Quasi overal trachten de patroons van dit gegeven gebruik te maken om de vijs aan te draaien. Harder werken met minder volk, aanpassingen – zowel financieel als qua leeftijdsvereisten – naar beneden toe van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT), verhoging van de flexibiliteit, enzovoorts. Veel arbeiders zijn het – terecht! – dan ook meer dan beu, verwerpen met zeer grote meerderheden aalmoes-cao’s en gaan over tot actie. Toch blijven ze daarbij gehandicapt door de druk van de massale werkloosheid, die schreeuwt om een globaal antwoord.
Combinatie?
Het is dan ook paradoxaal dat degenen die wel werk hebben… steeds langer (en harder) moeten werken, met meer overuren, meer stress en bijgevolg ook meer verschijnselen van burn-out. De enorme vervrouwelijking van de arbeidsmarkt weegt eveneens meer en meer in negatieve zin op de combinatie van werk met (niet-betaalde) arbeid in de thuissituatie (huishoudelijk werk, zorg voor kinderen en andere gezinsleden, vrijwilligerswerk, enz.). Overigens schat de OESO de waarde van deze niet-betaalde arbeid op de helft van het bruto binnenlands product!
“Mijn oma had geen stemrecht, mijn moeder geen pil en ik geen tijd”, verzucht de Nederlandse cabaretière Hester Macrander dan ook terecht.(9) Toch vinden de machthebbers (patroons, politici en Europese Commissie) dat het nog niet genoeg is en dat we nog meer “ons steentje moeten bijdragen”. Zo niet “verliezen we “de concurrentieslag” met (bijvoorbeeld) China, kunnen we “de vergrijzing niet betalen” of kampen we straks met “acute arbeidstekorten”.” (10)
Arbeidsduurverkorting?
Eigenlijk ligt de oplossing voor de hand: de arbeid herverdelen door een massieve arbeidsduurverkorting, zonder loonverlies en uiteraard met compenserende aanwervingen. Analisten van de IAO (Internationale Arbeidsorganisatie – waar naast vakbonden ook patroons en regeringen in vertegenwoordigd zijn) wijzen er op dat zo’n herverdeling van het werk goed kan helpen tegen de crisis. In eerste instantie omdat zo de globale koopkracht van de bevolking stijgt, wat de consumptie ten goede komt, waardoor op haar beurt de economie weer kan aantrekken.
Alleen maar voordelen
Maar er is meer. Verkorting van de arbeidsduur en herverdeling van de arbeid zorgen ook voor meer levenskwaliteit, door vermindering van de stress. Een kortere werkweek zou – naar verluidt – de CO2-uitstoot, deze eeuw nog kunnen halveren! Tien procent minder werken zou de ecologische voetafdruk dan weer met 15 procent kunnen verkleinen. Ook de veiligheid op het werk zou er wel bij varen (overwerkte mensen maken nu eenmaal makkelijker fouten). Een kortere werkweek zorgt ook voor grotere emancipatie van vrouwen en voor meer mogelijkheden om “werk werkbaar te houden”, wat dan weer mee ten goede komt aan oudere werknemers.
Lippendienst
Toch wordt aan de eis van de collectieve arbeidsduurverkorting (zonder loonverlies, met compenserende aanwervingen) in het beste geval slechts lippendienst bewezen. Het ABVV heeft het formeel bijvoorbeeld in quasi al haar congresbesluiten staan, maar waagt er niet echt een strijd voor. Dat heeft vooral te maken met de ongunstige maatschappelijke krachtsverhoudingen. Die krachtsverhoudingen ombuigen, is geen makkelijke zaak. Er zal daartoe slag geleverd moeten worden op twee terreinen tegelijk: het sociaaleconomische (zeg maar: in de bedrijven) en het politieke. De – in veel gevallen – spontane bereidheid van arbeiders en bedienden om tot actie over te gaan, toont aan dat er alvast in de bedrijven een groeiend draagvlak aanwezig is.
Politiek verlengstuk?
Politiek zitten we echter met het probleem dat de arbeidersbeweging momenteel eigenlijk niet beschikt over een zogenaamd “politiek verlengstuk”. Dat blijkt onder meer uit de samenstelling van vele verkiezingslijsten: de arbeiders zijn er de grootste afwezigen (in 1987 waren arbeiders nog goed voor 6,2% van het aantal kandidaten, in 2010 daalde dat aantal tot 1,5% en de trend gaat – behalve bij de PVDA – verder naar omlaag) (11).
De sociaal- en christendemocratische partijen – net als de groenen – blijven in hun verkiezingsprogramma’s ook verder borduren op hun aanpak van “het minste kwaad”, wat erop neer komt dat ze zich neerleggen bij de ongunstige krachtsverhoudingen en bijgevolg allerminst van plan zijn om de eis tot arbeidsduurverkorting op de agenda te zetten.
Hoop
Het komt er in deze omstandigheden dan ook op aan om de strijdbeweging in de bedrijven minstens een hoopvol politiek verlengstuk te geven. Dat kan door in de komende verkiezingen een stem uit te brengen voor kandidaten op de PVDA+-lijsten, die actief oproepen voor dergelijke arbeidsduurverkorting zonder loonverlies en met compenserende aanwervingen. Denk daarbij aan actieve arbeidersmilitanten en aan kandidaten die voorgedragen worden door de SAP.
Met de zetels die we zo helpen veroveren, kunnen we met meer gewicht de strijd vooruit helpen tegen de werkloosheid, tegen de neerwaartse verschuiving in de kwaliteit van de arbeid, tegen de klimaatwijziging, voor betere arbeidsomstandigheden en voor een betere combinatie van werk- en gezinsleven!
Noten:
2) Le Soir van 5 maart 2014.
3) http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=DMF20140305_01010996
4) Het Laatste Nieuws van 5 maart 2014.
6) Idem.
8) De Tijd van 5 maart 2014.
9) https://decorrespondent.nl/3/de-oplossing-voor-bijna-alles-minder-werken/133611753-4a467314
10) Idem.
11) De Tijd van 5 maart 2014.